West-Betuwe vermoedt drugs in mest en eist dwangsom op 90.000 euro
„De aanmaning is onderweg", zei advocaat van de gemeente Franc Pommer dinsdag bij de voorzieningenrechter van de Raad van State in Den Haag. De gewezen melkveehouder probeert de invordering tegen te houden. Hij kan het niet betalen, zegt hij.
Verhuren
Met het lab voor synthetische drugs zou hij niets te maken hebben gehad. Hij is zijn stal gaan verhuren nadat hij met zijn veehouderij was gestopt. Na het oprollen van het drugslab bleek de mestkelder gevuld mest. Volgens de gemeente zit het er dik in dat de mest vervuild is met amfetaminen.
West-Betuwe wil dat de Haaftenaar dat zelf laat onderzoeken. Dat is gebeurd, zei de man dinsdag in Den Haag. Van drugs in de mest is niets gebleken. De resultaten hadden echter eind april bij de gemeente binnen moeten zijn maar waren er pas vijf dagen later. „Door corona en Koningsdag", luidde de verklaring.
Zuurgraad
Voor de overschrijding bracht de gemeente 22.500 euro per dag in rekening, opgeteld 90.000 euro. Volgens de gemeente is het mestonderzoek niet alleen te laat ingediend maar deugt er ook nog eens niet veel van. „De zuurgraad van de mest klopt niet, dus moet er wat mee aan de hand zijn", zei een woordvoerder van de Omgevingsdienst Rivierenland. De twee overheden eisen een beter onderzoek. Ze geven geen toestemming voor het uitrijden van de mest. Verwerking door een afvalverwerker zou 800.000 euro kosten.
In totaal riskeert de voormalige veehouder 450.000 euro aan dwangsommen. West-Betuwe dreigt voor tal van feiten met dwangsommen, maar daar ging het dinsdag in Den Haag niet over. Van het Openbaar Ministerie heeft de Haaftenaar nog geen bericht gehad. Er is beslag gelegd op de bezittingen van de man. De voorzieningenrechter beslist binnen drie weken of hij 90.000 euro moet aftikken.
Tekst: Adri Klinkenberg
Beeld: Ruth van Schriek