Boeren Oldenzaal vrezen verwurging door natuurplannen

Roeleveld en een tiental andere landbouwers, veehouders en grondeigenaren hopen dan ook dat de Raad van State de twee provinciale inpassingsplannen voor natuurontwikkeling torperdeert en terug naar de tekentafel stuurt, zo bleek donderdag tijdens een rechtszaak in Den Haag.
Vergeten
„Onze familie zit als sinds 1320 in dit gebied. Maar als deze plannen ongewijzigd doorgaan kunnen onze kinderen het straks wel vergeten om de boerderij voort te zetten. De plannen worden door de provincie Overijssel verkocht als natuurontwikkeling in combinatie met duurzame landbouw en veeteelt. Maar hoezo duurzaam als de boerderij over tien jaar niet meer bestaat. En wie zorgt er dan voor het landschap", zei boer Hans Roeleveld van landbouwbedrijf Hasman tijdens de zitting.
Roeleveld en andere tegenstanders vrezen een langzame verwurging van hun agrarische bedrijven. Roeleveld spuide vooral veel kritiek op de schadecompensatieregeling. Die zou schromelijk tekort schieten.
Muggen
De schade wordt vooral veroorzaakt door de vernatting van de weilanden. De grondwaterstand gaat omhoog en dat is slecht voor het vee en de gewassen zoals maïs. Verder mogen boeren sommige kwetsbare landerijen niet of nauwelijks bemesten. Bovendien vrezen zij een toename van veeziekten omdat door de vele waterplassen het aantal muggen en knutten zou toenemen.
Een aantal veehouders, zoals Kevin Hunder uit De Lutte, heeft zijn landerijen al aan de provincie verkocht, omdat ze met al die beperkende maatregelen er geen gat meer inzien. De woordvoerders en deskundigen van de provincie Overijssel zagen het heel wat minder somber in. Volgens hen heeft de provincie wel degelijk heel veel oog en oor voor de agrariërs. Maar zij ontkenden niet dat het allereerst om de natuurontwikkeling gaat.
Uitspraak
Rechter en staatsraad Bart Jan van Ettekoven kon zich wel wat voorstellen bij de ongerustheid van de boeren. Maar of de plannen alsnog van tafel gaan, blijkt pas binnen enkele weken uit de uitspraak.
Tekst: Jan van Ommen
Beeld: Ellen Meinen