Column: Landbouwakkoord voor halve landbouw
‘Niet te doen.’ Landbouwwoordvoerder Laura Bromet van GroenLinks twitterde deze woorden gisteravond tijdens het stikstofdebat. Ik ben het niet zo snel eens met GroenLinks, maar deze keer wel. Wat een hoogmis voor de democratie zou moeten zijn, was een technisch debat met zoveel aspecten dat Tweede Kamerleden en soms zelfs de minister het niet meer begrepen. Op de beste en simpelste vraag van wederom Bromet ‘Wanneer is de natuur herstelt?’ kon de minister geen antwoord geven. En dat terwijl we als samenleving een megabedrag gaan uitgeven om de landbouw fors kleiner te maken, omwille van het in stand houden en verbeteren van stikstofarme natuur.
Doelen staan niet vast
De simpele vraag over natuurherstel kan trouwens niemand beantwoorden. Ons kennisniveau over de natuurlijke processen schiet daarvoor simpelweg tekort. Maar ook de doelen zelf staan helemaal niet vast, al betoogde minister Schouten gisteravond iets anders. Zij stelde dat de ecologische doelen vast stonden. Ja, we hebben een lijst met habitattypen en vogelrichtlijnsoorten. En ja, we hebben tot op detailniveau door ecologen laten bepalen welke diertjes en plantjes er dan allemaal dienen voor te komen. Maar dat geeft nog geen duidelijke vaststaande doelen. Deze zomer was ik op pad met een ecoloog van Natuurmonumenten om er achter te komen hoe dat nu zit met de soorten die ergens voor moeten komen. Tot mijn ontsteltenis blijkt daar nog aan gesleuteld te worden. De lijst met soorten is op landelijk niveau wel vastgesteld, maar nog niet per gebied.
Doelsoorten
Hoogveen in het ene Natura 2000-gebied kan andere doelsoorten gaan bevatten dan in een ander gebied. In sommige gebieden met vergelijkbare omstandigheden is het ook voor zo’n ecoloog niet te begrijpen waarom een soort er wel of niet voor komt. De lijstjes worden daar de komende jaren op aangepast. En schrik niet, daarbij wordt 'geprobeerd' met meerdere provincies tegelijk op te trekken. Of dat gaat lukken is niet duidelijk, dus het kan straks zo zijn dat in Overijssel met precies dezelfde omstandigheden er andere soorten op de lijst komen dan in Brabant of Drenthe. Natuurlijk kun je dit proces ook als een kans zien door vooral soorten aan te wijzen die er nu al zitten. Maar ook dan blijft onduidelijk of die soorten zich daar kunnen handhaven of herstellen. Door onder andere klimaatverandering, Nederlandse regelgeving en wereldwijde handel verandert de soortensamenstelling nu eenmaal.
Heilig geloof
Ik vond het opvallend dat er geen kritische kanttekeningen werden geplaatst bij de uitvoering van al dat natuurherstel. Minister Schouten en de Tweede Kamer lijken een heilig geloof te hebben in de kwaliteit van terreinbeherende organisaties. Ik heb niemand gehoord over druk richting natuurorganisaties om beter hun best te doen. Die organisaties zien een schip met geld aankomen en als straks de doelen niet gehaald worden dan moeten anderen extra gaan leveren. Ik ga er overigens vanuit dat die organisaties wel hun best gaan doen, maar een kritischere opstelling door de politiek kan ook daar voor een versnelde kwaliteitssprong zorgen. Zo worden doelen eerder gehaald en daar profiteert iedereen van.
Hoger ambitieniveau
Toch schaarde een grote meerderheid aan politieke partijen zich achter het wetsvoorstel en doordat er in de Eerste Kamer ook een meerderheid nodig is werd het hoge ambitieniveau nog wat verder opgeschroefd. In plaats van 50 procent van de oppervlakte onder de kritische depositiewaarde in 2030 gaan we nu ook bij wet regelen dat het 74 procent wordt in 2035. In 2028 wordt dan volgens Schouten bepaald wat er nog nodig is aan maatregelen om dat strenge doel te halen.
Knelgevallen
In ruil voor die aanscherping wordt er nu bij wet ook vastgelegd dat de overheid PAS-melders en niet-meldingsplichtige bedrijven gaat legaliseren. Voor die laatste groep bedrijven had de minister nog niets geregeld, erkende ze. Stuitend. Die bedrijven stoten nauwelijks iets uit, hebben keurig volgens het beleid gehandeld en de minister ….. had er niet aan gedacht. Gelukkig vond de Tweede Kamer het een principieel punt, dus gaat de minister nu wel haar best doen voor deze bedrijven. Wel meteen met een voorbehoud, want in Groningen en Zeeland is dermate weinig stikstofruimte dat het daar wel eens niet kan gaan lukken. Je zult daar maar net zitten met je boerenbedrijf. En het moet ook nog via Brussel en we weten allemaal dat Nederland daar de laatste jaren weinig voor elkaar heeft gekregen op dit dossier.
In ruil daarvoor komt er meer focus op de piekbelasters, want de ruimte moet ergens vandaan komen. Provincies gaven enkele weken geleden nog aan daar geen druk op te willen leggen, maar die worden door de minister nu gedwongen dat wel te gaan doen. Zo werkt politiek klaarblijkelijk. De kalkoenenhouder op de Veluwe kan dus een gesprek met de provincie gaan inplannen.
Beweging voor effectiviteit
Gelukkig lijkt de minister wat te gaan bewegen om al die miljarden euro’s wat effectiever in te gaan zetten. Het beroepsverbod gaat onze christelijke minister heroverwegen, want ze ‘ziet het probleem nu ook.’ En provincies lijken meer armslag te krijgen om in plaats van opkoop de gelden in te zetten voor verplaatsing. Meer maatwerk dus, maar ook hier weer het voorbehoud van de minister dat daar wel kaders bij komen. Het ministerie heeft klaarblijkelijk nog steeds moeite met de decentralisatie van het natuurbeleid.
Fout toegegeven
Schouten gaf toe dat er bij het bijplussen van stikstofgevoelige natuur binnen de Natura 2000-gebieden toch iets fout was gegaan. Twee weken terug schreef ze nog een brief met de conclusie dat het allemaal conform de regels was gelopen en goed onderbouwd. Kortom, een proces om door een ringetje te halen. Gisteravond erkende ze dat stikstofgevoelige natuur niet op reguliere landbouwgronden kan liggen. ‘De kaart zal daar op worden aangepast.’ Dat kwam heel stellig over, maar even later ontstond er door een vraag van Jaco Geurts van het CDA een diffuus beeld.
Geurts wilde weten wat reguliere landbouw betekende. Ook dit lijkt een simpele vraag, maar de minister kwam er niet uit. Die vraag kwam voort uit gesprekken van Geurts met boeren die natuurinclusief bezig zijn en bang zijn om straks gestraft te worden met het stempel stikstofgevoelig. Schouten kwam niet meer met een antwoord. Ze zei iets onnavolgbaars en concludeerde dat ze het bij de provincies ging neerleggen. Dat geeft niet veel vertrouwen aan die boeren met zorgen.
Landbouwakkoord
Voetbalcommentatoren hebben het bij wedstrijden vaak over de neutrale toeschouwer. Ze zeggen dan dat het een mooie of juiste saaie wedstrijd is voor deze doelgroep. Gisteren ontbrak die doelgroep omdat het natuur en stikstofdossier veel te ingewikkeld is geworden. Niemand gaat met plezier naar zo’n debat kijken. De Tweede Kamerleden zelf concludeerden dan ook dat er een breed gedragen landbouwakkoord moest komen. Een akkoord met boeren en natuurbeschermers en overheid om deze juridische haarkloverij achterwege te kunnen laten en voor de lange termijn perspectief te bieden. Ik ben helemaal voor, maar vraag me wel af hoe klein de sector moet worden.
Modellenensemble
Er komen tweejaarlijkse evaluatiemomenten en de landbouwsector mag eerst zelf aan de slag om plannen in te voeren. Lukt het daarmee niet om de depositiecijfers in de modellen te verlagen, dan komen er extra overheidsmaatregelen en gaat de sector flink kleiner worden. De minister heeft het nu al over een tweede en derde tranche opkoopregeling en een volgend kabinet kan daar zomaar een stap verder in gaan. De toezegging van de minister om naar meerdere stikstofmodellen te gaan kijken naast Aerius, het zogenaamde modellenensemble, kan wel eens de belangrijkste zijn van het debat. Daardoor kan er straks andere data zijn en kunnen doelen wellicht sneller worden gehaald. Ik vrees echter dat het bij kijken blijft.