Oost Gelre en akkerbouwer staken na vijf jaar strijd over hoogte houtwal
Belangrijkste winstpunt voor de akkerbouwer is dat hij geen elzen hoeft terug te planten in de weggehaalde houtwal aan de Scheidingsweg. „Die zijn in een paar jaar tien meter hoog en geven teveel schaduw. Daar heb ik teveel verlies van” zei Gert-Jan Geessink. De gemeente kan zich erin vinden als het landschapselement op vijf meter hoogte wordt gehouden. Dat betekent dat er vlierbes, krent, kardinaalsmuts en ander struikgewas in komt. Als het maar inheems is.
Dwangsom van 5.000 euro per week
Mocht er toch een boom gaan groeien doordat bijvoorbeeld een vogel daar iets heeft laten vallen, dan mag die op vijf meter hoogte worden afgetopt. Een beetje jammer vindt de gemeente het wel. „Op luchtfoto’s hebben we gezien dat er iets hoogs stond, kenmerkend voor het landschap daar”, zei een woordvoerder. Het geschil is inmiddels de wereld uit. Doorslaggevend was mogelijk de opmerking van staatsraad Erik van Heijningen dat de dwangsom, die de gemeente heeft opgelegd, rammelt. Deze dwangsom van 5.000 euro per week met een maximum van 50.000 euro is nu van tafel.
Karakteristiek landschapselement
In 2015 kreeg Geessink last met de gemeente toen die er achter kwam dat een karakteristiek landschapselement was verdwenen. De gekapte bosschage deelde het aardappelveld van de landbouwfamilie in tweeën. Geessink snapte dat het moest worden hersteld maar over de vraag op welke manier ontstond een strijd die vijf jaar zou duren. De rechtbank verklaarde het beroep van de akkerbouwer in oktober 2019 gegrond. Woensdag op de zitting bij de hoogste bestuursrechter kwam er een akkoord.
Tekst: Cerberus
Beeld: Susan Rexwinkel