Deze drie boeren hadden wel broedsucces in 2020
Jan Vonder was een van die boeren. Samen met dertig andere boeren, vogelaars en jagers bekommert akkerbouwer en ondernemer Vonder zich om het lot van de weidevogels op de Tolhuislanden (OV), tussen Zwolle en Staphorst. „We telden inmiddels 300 nesten op 600 hectare. Het lukte om 270 kuikens vliegvlug te krijgen, waarvan 90 procent grutto’s. We boeken hier succes door de samenwerking van boeren, jagers en vrijwilligers. We hebben, onder meer op mijn perceel, veel plas-dras aangelegd. We doen dat al 25 jaar.”
Succes door lange adem
Weidevogelbeheer is een kwestie van lange adem, volgens Vonder. „Inmiddels hebben we vier drones aangeschaft om de nesten op te sporen. Dat werkt goed, want de techniek is enorm verbeterd. En we werken met een dubbele camera op elke drone, zodat je meteen ziet of er sprake is van een foutmelding. Dat is belangrijk, want als je weet waar de nesten liggen, kun je de kuikens ook de bescherming bieden om vliegvlug te worden. Bijvoorbeeld door kievitsnesten in mandjes te plaatsen. Een agrariër kan dan bij het bewerken van zijn land eenvoudig het mandje verplaatsen. Dat is een nieuwe methode die we hier met succes uitproberen.”
Lekwater voor scholeksterkuikens
Melkveehouder André te Fruchte uit Beltrum (GL) doet al ruim twintig jaar aan weidevogelbeheer op vrijwillige basis en in goede samenwerking met de vogelwerkgroep Lichtenvoorde. Zijn bedrijf vindt hij te intensief voor een beheerpakket. Hij maait wel ruim om de gemarkeerde nesten van wulpen en grutto’s heen. Zijn broedsucces zat echter bij een andere vogel, namelijk de scholekster. „Er zit al een paar jaar een koppeltje op de maïskuil, maar ik zag er eerdere jaren nooit jongen bij lopen. Niet zo gek, ik kom daar vaak met de trekker om voer te halen. In 2020 liepen er wel kuikens bij en die zijn groot geworden.”
Veel van zijn weidevogelnesten worden gepredeerd door kraaien, marters en vooral vossen. Waarom het nu wel lukte met de scholeksters is ook voor Te Fruchte een beetje gissen. „Misschien houdt de dagelijkse gang van trekker met voerwagen de roofdieren op afstand. Verder stond de beregeningshaspel er vlakbij en zorgde het lekwater voor wat nattere omstandigheden. Daar zag ik de kuikens regelmatig bij lopen.”
Meer kuiken door voorweide
„Ik had het afgelopen jaar veel meer kuikens, ook vliegvlugge. Hoeveel precies weet ik niet, want ik wil daar niet doorheen banjeren. Dan verstoor ik de vogels.” Aan het woord is biologisch melkveehouder Freddie Aalberts uit Hasselt (OV). Hij boert samen met Jacob Wensink en melkt 87 koeien op 44 hectare eigen grond en pacht 44 hectare natuurland van Staatsbosbeheer. Sinds kort is Aalberts weidevogelcoördinator bij agrarische natuurvereniging Camperland.
Aalberts schat dat er op de 23 hectare met uitgestelde maaidatum zo’n 25 koppels met voornamelijk grutto’s, wulpen, tureluurs en kieviten zitten. Die 23 hectare ligt verdeeld over hun eigen grond en die van twee collega-melkveehouders. Zijn broedsucces verklaart Aalberts door zijn nieuwe aanpak. Tot vorig jaar deed hij niet aan voorweiden en was het gras rond 1 juni zo zwaar, dat kuikens daar niet meer doorheen konden komen. Hij veranderde zijn aanpak door op zijn kruidenrijke percelen te starten met voorweiden.
„Ik weid mijn koeien tot 8 mei. Koppels die hun eerste legsel kwijt raken, beginnen op deze percelen aan een tweede legsel, omdat het gras dan kort is. Doordat ik biologisch boer, staan er al wat meer kruiden, die insecten aantrekken. Dat allemaal samen vergroot bij ons de overlevingskans van de kuikens.”
Lees meer over weidevogels in de special Onze Weidevogels die zaterdag 16 januari met de kranten Agraaf, Stal & Akker, Vee & Gewas en Veldpost mee komt. Nog geen abonnee? Vraag dan hier een proefabonnement aan.