Aantal gevangen muskusratten blijft dalen
Over de jaren 2017 tot en met 2019 zijn wel officiële aantallen van gevangen dieren bekend; van 61.800 via 53.500 naar 50.000.
De muskusrat verspreidde zich sinds de jaren zestig van de vorige eeuw snel over ons land ondanks de stevige bestrijding die pas de afgelopen vijftien jaar succesvol is. Het aantal vangsten daalde daardoor van ruim 400.000 stuks rond de eeuwwisseling naar dus 50.000 in 2019.
De waterschappen Noorderzijlvest, Hunze en Aa’s, Drents Overijsselse Delta en Vechtstromen vingen vorig jaar ruim 9200 dieren tegen 12.700 in 2019. Daarmee zet een jarenlange daling zich verder voort. In 2011 werden in hetzelfde gebied (Noordoost-Nederland) nog ruim 65.000 muskusratten gevangen.
Waterschap Drents Overijsselse Delta ving bijvoorbeeld in 2020 nog maar 2700 muskusratten terwijl dat er in 2016 ruim 10.000 waren, een daling in vier jaar van 74 procent. In de Polder Mastenbroek (OV) werden in 2014 nog 9.500 muskusratten gevangen tegen 221 vorig jaar, een daling van bijna afgerond 98 procent. Ook een woordvoerster van waterschap de Stichtse Rijnlanden, dat werkt in Utrecht en Zuid-Holland, spreekt ook over ‘een dalende populatie’ maar heeft nog geen cijfers.
Grote rivieren
Langs de grote rivieren tussen de Duitse grens en de Noordzee, van oudsher een gebied waar veel muskusratten voorkomen, is het beeld hetzelfde; hier werden door de vier betrokken waterschappen (Rijn en IJssel. Vallei en Veluwe, Hollandse delta, Rivierenland en Rijn en IJssel) vorig jaar ruim 6700 muskusratten gevangen. Een jaar eerder waren dat er nog ruim 9700. De daling gold niet voor het Gelderse waterschap Rijn en IJssel waar een kleine stijging was door de komst van muskusratten uit het Duitse grensgebied.
Het aantal vangsten van beverratten stijgt wel. In Noordoost-Nederland werden vorig jaar bijna 500 van dit oorspronkelijk uit Zuid-Amerika afkomstige knaagdier, niet verwant aan de muskusrat, gemeld. Een jaar eerder waren dat er nog 321. Nederland heeft geen eigen beverrattenpopulatie. Ruim 95 procent van de vangsten vindt direct langs de grens met Duitsland plaats. Voor een brede bufferzone wordt ook gejaagd over de grens heen. Rijn en IJssel ving vorig jaar ruim 200 beverratten aan de andere kant van de grenspaal richting het Duitse Borken en Kleve.
Zachte winters
Door de zachte winters van de afgelopen jaren is de Duitse beverratpopulatie sterk gegroeid, met als gevolg een toenemende instroom van beverratten naar Nederland. Door de beverratten direct langs de grens te vangen, wordt zoveel mogelijk voorkomen dat deze zich over heel Nederland verspreiden.
Dit jaar testen de waterschappen nieuwe technieken. Met speciale ‘slimme vallen’ uitgerust met beeldherkenning moeten alleen muskus- en beverratten worden gevangen. Dit voorkomt ongewenste bijvangsten van andere dieren zoals woelratten, uitheemse rivierkreeften, snoeken, aalscholvers en zelfs bevers.
Met nieuwe technieken kunnen DNA-sporen van de dieren in watermonsters worden gevonden. Daarmee kan dan bepaald worden of er muskusratten of beverratten in een gebied zijn en waar die zich dan bevinden. Deze technische innovaties staan centraal in het Europese project ‘Life MICA’waarin Nederlandse waterschappen grensoverschrijdend samenwerken.
Verzakkingen
Zowel muskus- als beverratten worden gevangen omdat ze gangen en holen graven in dijken en oevers. Ook maken ze nesten met uitgebreide ondergrondse gangenstelsels wat kan leiden tot verzakkingen in dijken en kades. In het ergste geval kan een dijk of kade doorbreken en een polder onder water lopen. De bestrijding van muskus- en beverratten is in ons land wettelijk geregeld en wordt door enkele honderden professionele vangers gedaan.
Tekst: Lauk Bouhuijzen
Beeld: WDODelta