Column: Oplossing Schouten voor Aerius is lege huls
Vorige week schreef ik over de fouten in het Aerius-model die vergunningverlening omtrent stikstofdepositie onnodig bemoeilijkt. Het leidde zelfs tot vragen van de VVD in de Tweede Kamer. De VVD wil graag weten of die fouten niet sneller uit Aerius kunnen dan oktober. In oktober vindt de jaarlijkse update plaats en verschuift stikstofgevoeligheid of komt er bijvoorbeeld meer bij zoals in 2017 het geval was. Tijdens het debat in de Eerste Kamer drongen ook verschillende senatoren aan op meer spoed.
Zoekgebieden
Ook vroeg Peter Schalk van de SGP of de zoekgebieden niet geschrapt konden worden. Binnen die gebieden moet nog bepaald worden waar de stikstofgevoelige natuur ligt. Het antwoord van de minister op die laatste vraag was erg duidelijk. Dat kon niet, want dan zou de stikstofgevoelige natuur die daar wel ergens ligt benadeeld worden. Vanuit natuuroogpunt bezien is dat wellicht logisch. Omdat de minister ook aangaf dat het toevoegen van de leefgebieden in Aerius niet volgens de juiste procedure is verlopen, had ze ook anders kunnen beslissen.
Handreiking
Minister Schouten voelde wel aan dat ze met een handreiking moest komen, omdat ze zelf erkent dat er fouten in Aerius zitten. Haar oplossing: vergunningsaanvragers kunnen vragen om de aanvraag te toetsen aan de feitelijke situatie. Een uitspraak die op zichzelf al bijzonder is, want de minister ziet Aerius blijkbaar als de feitelijke situatie, terwijl dat een model is van de werkelijkheid. Maar daar kom ik zo op.
Wat de minister bedoelt is dat de provincie niet naar Aerius kijkt maar naar de natuurkaart van de provincie om een vergunningsaanvraag te toetsen. De minister gaat er daarbij vanuit dat die natuurkaart klopt of in ieder geval binnenkort klopt. Daar zit direct al het eerste probleem, want bij veel provincies is niet duidelijk welke gebieden ten onrechte in Aerius als stikstofgevoelig zijn aangemerkt. En dat is raar, want minister Schouten gaf in december al toe dat er fouten zijn gemaakt. De bevoegde gezagen, zoals provincies, hadden dus ruim twee maanden de tijd om de foute hexagonen in beeld te krijgen.
Kijkje in Aerius
Ik heb deze week zelf even in Aerius gekeken. Je ziet dan een kaart van het natuurgebied met daaroverheen een raster van zeshoeken (hexagonen). Elke zeshoek bevat informatie en zo is bijvoorbeeld vrij eenvoudig te bepalen of zo’n zeshoek op een landbouwperceel ligt in agrarisch gebruik. Ik schat dat een ambtenaar die onderlegd is in de meeste provincies in één dag wel de foute hexagonen kan vinden. Maar laat ik het ruim aanhouden en daar een week voor uit trekken. Dan heb je dat als bevoegd gezag echt wel in beeld. In Drenthe, een provincie die op basis van mijn ervaring positief staat tegenover landbouw en dit soort zaken in vergelijking met andere provincies goed voor elkaar heeft, duurt het nog enkele maanden om over die goede natuurkaart te beschikken. In andere provincies kan het wel eens langer duren en dan is er al weinig verschil meer met de update van Aerius in oktober.
Lege huls
Stel dat de provincies de natuurkaart rond de zomer up to date hebben en precies weten welke hexagonen in Aerius onterecht als stikstofgevoelig zijn aangemerkt. Kan een provincie daar dan iets mee als een boer vraagt om de vergunning te toetsen aan de feitelijke situatie? Het antwoord op deze vraag is afhankelijk aan wie je hem stelt. Een aantal adviesbureaus die ik heb benaderd denken van niet. Want bij een vergunningsaanvraag moet altijd een berekening van Aerius zitten. Je moet als aanvrager immers aantonen dat een staluitbreiding of -aanpassing geen verslechtering oplevert voor de natuur. Je kunt geen berekening aanleveren bij de provincie die uitgaat van een te hoge depositiewaarde op de natuur en dan verwijzen naar de natuurkaart van de provincie. Een lege huls dus.
Ik heb die vraag ook bij de Provincie Drenthe neergelegd. Dan komt het antwoord dat ze die vraag pas kunnen beantwoorden als de ‘afgewogen beoordeling’ van de natuurkaart vlak voor de zomer is afgerond.
Stikstofgevoelige randen
En dan nog even over hoe het model Aerius werkt. Op de rand van de Natura 2000-gebieden liggen veel hexagonen die voor het grootste deel buiten het Natura 2000-gebied liggen. Soms zelfs over stallen heen, zoals in het Gelders rivierengebied. Als zo’n zeshoek een snippertje stikstofgevoelige natuur bevat, geldt de stikstofgevoeligheid voor dat hele hexagoon. Daarmee zorgt het model er dus voor dat de stikstofgevoelige natuur bijna 100 meter dichterbij een bedrijf komt te liggen dan in werkelijkheid het geval is. Statenlid Johan Moes van de VVD in Drenthe telde alleen al bij het Natura 2000-gebied Drents-Friese Wold aan de Drentse kant 145 van dat soort hexagonen. Maar aan de Friese kant geldt hetzelfde en eigenlijk komt het bijna bij alle Natura 2000-gebieden voor in Nederland. En dat is niet alleen gekoppeld aan de Leefgebieden die in 2017 zijn toegevoegd. Het komt ook voor bij habitattypen die al in 2013 en 2014 zijn vastgesteld.
Boer betaalt
Omdat je als overheid ergens mee moet rekenen is dit bijna niet te voorkomen, maar het doet geen recht aan de werkelijke situatie. Die grens-hexagonen tellen vaak het zwaarst mee bij een vergunningsaanvraag want die liggen het dichts bij een stal. Ook hier is door de Provincie Drenthe op mijn verzoek naar gekeken. De provincie noemt het een theoretische discussie omdat bij vergunningsaanvragen ook altijd andere hexagonen betrokken zijn. En er is sinds februari een oplossing voor bedacht, doordat er handmatig in Aerius rekenpunten kunnen worden toegevoegd, zodat er toch een goede berekening gemaakt kan worden. Hiervoor moet de aanvrager van de vergunning wel een passende beoordeling laten maken. Dat is uitgebreider onderzoek uitgevoerd door het adviesbureau.
U raadt het al, de vergunningaanvrager betaalt een hogere rekening voor de fouten van de overheid of de extra handelingen die nodig zijn door het Aerius model.