Jaap Gielen nieuwe directeur De Marke
‘Ik wil graag aan de slag met de onderzoeksvragen van onze leden en direct toepasbare kennis ontwikkelen. De leden willen via de coöperatie regie over hun onderzoeksvragen en kennisontwikkeling hebben en innovaties sturen. De faciliteiten en een club enthousiaste mensen die daar invulling aan kan geven zijn er’, vertelt de nieuwe directeur over zijn aanstelling.
OVO-drieluik
Vanuit zijn vorige functie was Gielen al betrokken bij projecten zoals de Vruchtbare Kringloop Achterhoek en Liemers, Boeren voor Drinkwater Overijssel en het Veenweidegebied Fryslân. De betrokkenheid bij dat soort initiatieven zal in zijn nieuwe functie niet stagneren. Gielen zegt deze verbindingen ook in zijn nieuwe werkkring voor te zetten. „Samen met bedrijfsleider Zwier van der Vegte en het team bepalen we op basis van input van onze leden de onderzoeksprogrammering. Zwier gaat zich nog meer toeleggen op zijn rol via communicatie: het vermarkten van kennis en het ontwikkelen van advies. Bij De Marke herwaarderen we het zogenoemde OVO-drieluik van onderzoek, voorlichting en onderwijs. Agro-innovatiecentrum De Marke is een uniek agrarisch onderzoeksbedrijf; daarnaast wil De Marke haar kennis delen met het onderwijs en trefcentrum en broedplaats voor innovatie en nieuwe bedrijvigheid zijn.’
Innovaties
Verder zegt Gielen dat hij wil dat De Marke een knooppunt is voor leden, het bedrijfsleven en onderwijs die de positie van de boer verbeteren. Dat moet bereikt worden door middel van innovaties. Denk daarbij aan het vergroten van de weerbaarheid tegen droogte of het verminderen van methaanuitstoot door het rantsoen te herzien.
Afrekenen
De directeur zegt zelf de ambitie te hebben om het continuïteitsperspectief van de melkveehouderij te vergroten. ’Daar mogen de leden me op afrekenen. Er is werk aan de winkel, want hoewel de melkveehouderij nog steeds, ook in het buitenland, toonaangevend is, moet deze wijze van landbouw in de toekomst toch wat op de schop. De verwevenheid met het landschap moeten we verbeteren. We moeten kringlooplandbouw en natuurinclusieve landbouw verweven in het systeem, zodanig dat we er een goede boterham mee kunnen verdienen.’