IPO en UvW: Herijking grondwater- en beregeningsbeleid nodig
In 2020 was er voor het derde jaar op rij weer sprake van neerslagtekorten. Veel waterschappen stelden daarom (soms voor een langdurige tijd) onttrekkingsverboden voor beregening uit oppervlaktewater of grondwater in. Beregening door landbouw uit grondwater speelt met name in de zandgrondgebieden in het zuiden en oosten van Nederland, en in Zeeland. Uit cijfers van het Landelijk Grondwater Register blijkt dat ongeveer één derde deel van de boeren beregent uit oppervlaktewater. Het grootste deel van de boeren (twee derde deel) beregent uit grondwater.
Registratie
Bij de herijking van grondwater- en beregeningsbeleid moet er volgens IPO en UvW ingezet worden op het verbeteren van registratie en metingen. Dat geld met name voor de hoeveelheid water die boeren onttrekken voor beregening. Niet alle waterschappen verplichten boeren tot een opgave van de onttrokken hoeveelheden. Hierdoor is er geen compleet beeld van de hoeveelheid water die boeren onttrekken voor beregening. Ook moet per gebied meer gekeken worden naar de effecten van grondwateronttrekkingen op de grondwaterstanden en grondwatervoorraad.
Waterschappen en provincies kunnen deze inzichten gebruiken om bestaande beleidsregels voor grondwater en beregening aan te passen. Samen met de watergebruikers kan dan gezocht worden naar oplossingen om de druk op de grondwatervoorraad te verminderen.
Verschillen per waterschapsgebied
In de kaart hieronder is te zien dat er grote verschillen zijn tussen de hoeveelheid water die landbouw gebruikt om te beregenen. Ook valt op dat er niet voor elke waterschapsgebied informatie beschikbaar is. De cijfers uit de kaart hieronder komen uit de uitgave ‘Overzicht Grondwaterontrekkingen’ gepubliceerd in januari 2021 door IPO en UvW. De cijfers uit de uitgave van het IPO en UvW zijn verstrekt door waterschappen en aangevuld met cijfers uit de droogte-studie in zandprovincies en het landelijk hydrologisch model. Bekijk de uitgave via de link.