Kavelruil van bijna 500 hectare in IJsselstreek voor meer aaneengesloten natuur

Sinds 2018 hebben Staatsbosbeheer, Overijssels Particulier Grondbezit, Landschap Overijssel, Natuurmonumenten, Provincie Overijssel, diverse particuliere landgoederen (Stichting IJssellandschap, landgoed Windesheim) en agrarisch natuurcollectief Lierderbroek aan de kavelruil gewerkt. Ook LTO was, namens de boeren die grond pachten op de verschillende terreinen, betrokken bij de kavelruil.
Ruil van start
7 april werd het ruilplan ok door Gedeputeerde Staten Overijssel goedgekeurd wat betekent dat de ruiling van start kan. Natuurgebieden zoals Lierderbroek, Molenpolder, Landgoed Windesheim, de uiterwaarden van de IJssel en Landgoed ‘t Nijendal worden door de kavelruil meer aaneengesloten.
Drie partijen, Staatsbosbeheer (308 ha), de provincie Overijssel (158 ha) en Landgoed Windesheim (11 ha) brengen grond in. De gronden die de provincie in brengt liggen bij de Borkeld en Zunasche Heide, beide bij de Sallandse Heuvelrug. Door deze gronden mee te nemen in de kavelruil kon de ruil in de IJsselstreek worden afgerond. Staatsbosbeheer koopt deze provinciale gronden. Op haar beurt brengt Staatsbosbeheer ruim 308 ha grond in. Die percelen worden gekocht door de verschillende andere organisaties, waaronder een groot deel door Stichting IJssellandschap.
Natuurinclusief boeren
„Het Nijendal is een waardevolle toevoeging op het beheergebied van IJssellandschap, verbonden aan landgoed De Haere en De Hei”, aldus Judith Snepvangers, algemeen directeur IJssellandschap. „Het past naadloos bij onze visie, omdat landbouw en natuur hier elkaar nadrukkelijk versterken. Het terrein wordt namelijk grotendeels onderhouden door een biologische boer uit de directe omgeving op een kwalitatief hoogstaande manier.”
Gedeputeerde Gert Harm ten Bolscher: “Deze kavelruil is een prachtig voorbeeld van de samenwerking tussen overheid en maatschappelijke organisaties bij het versterken van de natuur. Het is ook een uniek en innovatief project. Niet eerder is er op basis van een ruilplan waaraan zowel terrein beherende organisaties als particuliere natuurorganisaties mee konden doen zoveel natuur is geruild. De provincie gaat onderzoeken of het ruilen van natuurgronden in de toekomst vaker kan worden toegepast en of provinciale natuurgronden daarbij kunnen worden ingezet.”