Opnieuw Aerius-fouten en discussie over KDW
Het gaat om de Natura 2000-gebieden Drentsche Aa en Bargerveen in Drenthe, Van Oordt’s Merken in Friesland en Wierdense Veld in Overijssel. Voor deze gebieden geldt een extreem lage kritische depositiewaarde van 714 mol/ha. Dat is gebaseerd op het habitattype heischraal grasland - vochtig kalkarm. Binnen dit habitattype komen verschillende soorten plantensamenstellingen voor met een verschillende kritische depositiewaarde. Tweede Kamerlid Roelof Bisschop van de SGP vroeg zich af waarom Aerius rekent met de plantensamenstelling met de laagste kritische depositiewaarde, terwijl die plantensamenstelling nauwelijks voorkomt in die gebieden. Dat blijkt namelijk uit de gebiedsanalyses van deze gebieden.
Provincies in gebreke
Minister Schouten heeft voor de beantwoording van deze vraag naar de oorspronkelijke habitatkaarten van de genoemde gebieden laten kijken. „Daarbij is geconstateerd dat inderdaad op geen enkele locatie de vochtige variant (associatie 19Aa2) voorkomt. Voor deze gebieden blijkt de KDW-variant 'droog kalkarm' (H6230dka) van toepassing te zijn. Deze KDW-variant betreft 857 mol N/ha/jaar i.p.v. 714 mol N/ha/jaar", aldus Schouten.
Volgens Schouten is er hoogstwaarschijnlijk niet gelet op het exacte vegetatietype, toen het vertaalt is naar Aerius. Zij schrijft: „Zonder nadere informatie wordt in AERIUS de laagste KDW-variant toegepast per habitattype (in het beperkte aantal gevallen dat er meerdere varianten zijn). Dit is alleen anders als een provincie zelf aangeeft dat een hogere KDW-variant moet worden gebruikt. Dat had bij deze vier gebieden moeten gebeuren, zodat was voorkomen dat een onnodig lage KDW zou worden toegepast. Bij de komende actualisatie van AERIUS zal dit moeten worden hersteld."
Volgens Bisschop toont het antwoord van de minister aan dat de onderbouwing van het stikstofbeleid niet goed in elkaar zit. „Dit is slechts een voorbeeld. Ik denk dat er nog veel meer niet klopt. Hier blijft het niet bij. Het onderliggende materiaal deugt niet en is gebaseerd op aannames en berekeningen."
Onderzoek KDW
Met dat laatste doelt hij ook op de onzekerheidsmarges rondom de kritische depositiewaarden. Hij stelde mede naar aanleiding van het onderzoek van Jaap Hanekamp en Matt Briggs de vraag waarom het Nederlandse beleid uit gaat van absolute kritische depositiewaarden. Minister Schouten ontkent die onzekerheidsmarge niet en stelt dat 'het evident is' dat stikstof de natuur belast, vooral in gebieden met een lage KDW. Vervolgens geeft ze aan dat het onderzoek van Hanekamp en Briggs niet relevant is, omdat het Nederlandse beleid niet gestoeld is op de wetenschappelijke studies die Hanekamp en Briggs onderzoeken.
Volgens Jaap Hanekamp blijkt uit het antwoord van de minister dat ze weinig begrijpt van de kritische depositiewaarden. „De literatuur die wij hebben bekeken gaat uit van dezelfde wetenschappelijke basis. Het toont aan dat de minister geen idee heeft waarover het feitelijk gaat."
Roelof Bisschop is ook verbaasd. „Als het klopt wat Hanekamp nu zegt, dan wordt het tijd voor vervolgvragen aan de minister."