Kort gewas belangrijk voor goed kunnen onderwerken vanggewas
Maïs inzaaien op proefvelden bij Laren; Eerste conclusies onderwerken vanggewas
Door het koude voorjaar was het verschil tussen de werktuigen gering. Wel bleek dat de lengte van het gewas tijdens het onderwerken invloed had op de resultaten. Vooral de Croscutter, schijveneg en Lemken Smaragd konden niet goed door het lange gewas heen komen waardoor meer bladmassa overbleef en ook de her groei groter was. Volgens Henry Mentink van Agro innovatiecentrum de Marke kan dit deels verklaard worden door het weer. „Toen de groenbemester op 23 maart werd ondergewerkt was het perceel nog aan de natte kant waardoor sommige machines meer moeite hadden om een goed kerende bewerking te krijgen. De loonwerker die normaal ook met de Crosscutter werkt gaf dat ook aan tijdens het onderwerken.”
De overtopfrees, normale frees en ecoploeg deden het zowel in het lange als het korte gras zeer goed. Wel rijst de vraag of in dit vroege stadium al voor een kerende bewerking moet worden gekozen. Mentink: „Het veld bleef nog zes weken liggen voordat de mais de grond in ging. In deze zes weken kan er veel onkruid tot ontwikkeling komen die voor het zaaien nog ondergewerkt zal moeten worden. De kerende bewerking met een ecoploeg of overtopfrees doe je het liefst kort voor het zaaien om onkruid druk laag te kunnen houden. Percelen waar eerst gemaaid wordt voor het maïs poten zouden wellicht wel erg geschikt zijn om met deze machines te bewerken.”
Ontwikkelingen
De zeven machines werkten op 23 maart allemaal twee banen groenbemester onder. De eerste baan was over lang gras en de tweede baan over geklepeld gras. Op 6 april en 15 april gingen de onderzoekers van de Marke terug naar het perceel om foto’s te maken zodat de ontwikkelingen van de percelen goed in beeld werden gebracht.
Bekijk hieronder de foto’s van de percelen tijdens de twee meetmomenten op 6 april en 15 april.
Tekst gaat verder onder de foto’s.
Op sommige foto’s is wat geel verkleuring te zien. Dat komt volgens Mentink door de kou en sneeuw van begin april. „We hebben steeds vaker een droger voorjaar, maar dit voorjaar kenmerkt zich vooral door kou. Dat heeft invloed op het gewas na het onderwerken. Deze proef geeft een indicatie van hoe goed de werktuigen groenbemester onderwerken. In andere omstandigheden of met andere grond kan het altijd anders uitvallen.”
Voordat de maïs erin gaat is de helft van de rijen over dwars geploegd. De andere helft is gespit. Loonwerker Sturris uit Laren (GD) voert de bewerkingen op het proefperceel uit. Het spitten en maïs zaaien gebeurde in een werkgang. Er is een vroeg maïsras gezaaid op de proefpercelen. Mentink verwacht niet dat te zien gaat zijn of de manieren van onderwerken invloed hebben op de opbrengsten van de maïs. „De percelen zijn bemest met 50 kuub drijfmest dat is voldoende voor maïs. We kunnen waarschijnlijk wel verschillen gaan zien in de onkruiddruk tussen de verschillende manieren van onderwerken.”
Bezoeken
De proef met het onderwerken van groenbemester is een initiatief van zeven loonwerkers uit de Achterhoek, Vruchtbare Kringloop Achterhoek (VKA), Agro innovatiecentrum de Marke en De Innovatiecoöperatie. Het uiteindelijke doel van de proef is om het gebruik van glyfosaat te verminderen en boeren te laten zien op welke manieren dat allemaal kan. Het proefperceel in Laren, dat ligt aan de Ooldselaan bij de kruising met Blauwhand is vrij toegankelijk voor geïnteresseerden.
Als de eerste maïs bovenkomt zal Vee & Gewas weer een bezoek brengen aan het proefperceel om te kijken hoe het erbij ligt.
Tekst: Sandra Wilgenhof
Tijdens stages ontwikkelde Sandra een passie voor de landbouwsector. Haar studie Dier- en Veehouderij in Dronten combineerde ze met een minor en stage journalistiek. Als redacteur schrijft ze al enkele jaren nieuws en achtergrondartikelen over de landbouwsector.
Beeld: Sandra Wilgenhof, Agro Innovatiecentrum De Marke