Boer uit Vragender krijgt gevangenis- en taakstraf voor drugsproductie in zijn schuur
Hij wordt veroordeeld voor 'het aanwezig zijn en bewerken van cocaïne' in zijn stal, schrijft de Gelderse rechtbank in een persbericht.
Medeplichtig
'De rechtbank vindt dat de 53-jarige boer medeplichtig is geweest aan het bewerken van cocaïne en aan de aanwezigheid hiervan', luidt het persbericht. 'Doordat de man de ruimte verhuurde en hielp met de bouwwerkzaamheden van deze wasserij, verschafte hij niet alleen gelegenheid en middelen, maar was hij ook behulpzaam bij de wasserij. De man verklaarde dat hij niet wist wat er gebeurde in de varkensstal. Maar door de bedreigingen, de houding van de 2 mannen en de scherpe geur in de stal, kon hij weten hij dat het om drugs ging. Omdat er in de wasserij al gewassen cocaïne gemaakt was, is de man medeplichtig aan het bereiden, verwerken en produceren van de cocaïne.'
De rechtbank vindt de man ook schuldig aan het treffen van voorbereidingen om cocaïne te produceren. 'Hij verhuurde zijn varkensstal, liet deze locatie geschikt maken voor productie en werkte ook zelf aan de bouw mee. Dit alles terwijl hij wist dat de stal gebruikt zou worden voor druggerelateerde doeleinden.'
Politie
De boer kreeg in april 2019 bezoek van twee buitenlandse mannen die een schuur van hem wilde huren. De Achterhoeker stuurde de mannen weg. Volgens de rechtbank had hij daarna de politie in moeten schakelen. 'Door dat niet te doen bracht hij zichzelf in een verwijtbare positie. Daarom is er geen sprake van psychische overmacht.'
Het duo kwam een paar maanden later weer terug en bedreigde de eigenaar van de stal. Tijdens de rechtszaak twee weken geleden verklaarde de boer te zijn gedwongen mee te helpen aan een verbouwing. 'In december 2019 was de ruimte klaar', schrijft de Zutphense rechtbank. 'De man kwam daarna niet meer in de schuur. Deze was ook afgesloten met een slot. Hij wist niet precies wat er gebeurde, maar ook omdat hij in de stal een scherpe lucht rook dacht hij wel dat het met drugs te maken moest hebben. Uiteindelijk bleek het om een cocaïnewasserij te gaan.'
Niet opnieuw in de cel
De boer komt niet in de cel, hij zat namelijk al één maand in voorarrest. 'De rechtbank ziet ook dat de hulpverlening die rondom de man is gestart en de grote gevolgen die een verdere celstraf zouden hebben op het bedrijf van de man. Daarom oordeelt de rechtbank dat een celstraf niet wenselijk is. Het is belangrijk dat de boer doorgaat met de hulpverlening die hij nu krijgt.'