De Marke onderzoekt of wintergraan ruwvoerproductieverlies door droogte kan compenseren

Vanwege de warmer wordende winters, verwacht het melkveeproefbedrijf in Hengelo (GD) dat met het in- en doorzaaien van wintergranen de ruwvoerproductie vroeg in het jaar verhoogd kan worden. Om te onderzoeken of dit daadwerkelijk het geval is, worden er een drietal toepassingen van wintergraan onderzocht in Hengelo.

Zo wordt in de veldproef wintergraan toegepast als dekvrucht na het inzaaien van gras in het najaar. Het wintergraan heeft een opener structuur dan gras en groeit sneller bij lagere temperaturen. Daarom vormt het graan volgens De Marke ‘een gunstig (micro) groeiklimaat voor gras en beschermt het tegen onkruid’. Dit zou volgens het melkveeproefbedrijf zowel de slagingskans van nieuw gras als de ruwvoerproductie kunnen verhogen. De Marke kijkt in de veldproef ook naar wintergraan als vanggewas (in maïs-maïs situatie) en naar het doorzaaien van blijvend grasland met wintergraan.

Vanggewassen

Voor de veldproef wordt gebruik gemaakt van winterrogge en een snelle lente rogge. Als vangewas worden beide gewassen vergeleken met Italiaans raaigras. De vanggewassen worden of vroeg in het voorjaar ondergewerkt (gangbaar) of geoogst voor het inzaaien van de volgteelt. De volgteelten zijn snijmaïs of sorghum, waarbij sorghum later gezaaid wordt. Als extra behandeling wordt in de proef wel en geen beregening toepast. Dit omdat wanneer vanggewassen in het voorjaar langer doorgroeien en geoogst worden, er veel water wordt onttrokken en dit nadelige gevolgen kan hebben voor de volgteelt. Tot slot wordt de proef uitgevoerd in drie herhalingen bij één bemestingsniveau.

Nitraatuitspoeling

Waterbeheer, het totale watergebruik van de combinatie van gewassen en het verlagen van de druk op het watergebruik in de zomer vormen belangrijke aspecten in het onderzoek, stelt De Marke. Daarnaast brengt het melkveeproefbedrijf het minerale stikstof in de bodem in kaart om zo het effect op nitraatuitspoeling te kunnen inschatten.