Reportage
Máxima op bezoek bij melkveefamilie Ten Have die al zes jaar tegen half afgebouwde stal moet aankijken
Op een webinar vorig jaar wees de Raalter wethouder Gerria Toeter erop dat schuldenproblematiek op het platteland en vooral in de landbouw vaak andere oorzaken hebben dan in de grote stad. En dat er dus ook andere oplossingen moeten worden gezocht. Die opmerking leidde tot het werkbezoek van Máxima aan de familie Ten Have.
Aannemer failliet
Dit biologisch melkveebedrijf (met MRIJ-koeien) worstelt al zes jaar met grote financiële problemen. Oorzaak; de aannemer ging failliet halverwege de bouw van een nieuwe stal (die er nu dus al 6 jaar troosteloos bij ligt). Daarvoor had de melkveehouder toen al zo’n drie ton betaald. De aangestelde curator wilde geld zien van de Ten Haves maar kreeg in rechtszaken ongelijk; de Ten Haves hadden zelfs rechts op schadevergoeding. „Maar van een kale kip, oftewel een failliet bedrijf kun je niet plukken,” zo vertelt Leo.
Destijds had het bedrijf in afwachting van de nieuwe stal tijdelijk (veel) minder koeien toen de fosfaatrechten kwamen. De Ten Haves vonden dit een knelgeval, maar (zoals meestal bij dit soort bezwaren) dat werd niet gehonoreerd; het zou puur om een bedrijfsrisico gaan.
Het bedrijf worstelt nu dus al zes jaar met financiële problemen, verkocht onder meer grond om de lasten te drukken en heeft weer bijna net zoveel koeien als vroeger. „Maar al onze plannen van destijds voor een mooie moderne stal zijn dus op de lange baan geschoven.”
Tekst loopt verder onder de foto
Dat ze het konden volhouden heeft vooral te maken met twee potentiële opvolgers in het gezin. „En de passie voor dit vak van melkveehouder heb ik altijd gehouden. Het ergste was toen er destijds een tijdje helemaal geen koeien waren. Daarna, ook al waren het er maar een paar, kon ik mijn ei in ieder geval weer kwijt,” vertelde Leo.
Tijdens het enkele uren durende werkbezoek sprak de koningin met een groot aantal mensen die zelf of beroepsmatig te maken hebben met problemen op het platteland en in de landbouw. De agrarische coach Paulien Hogenkamp uit Wierden (OV) bijvoorbeeld. „Als boeren met problemen bij ons komen, dan is er al heel veel aan vooraf gegaan. Boeren willen eerst zelf een oplossing vinden. Een ander groot verschil met gewone bedrijven is de sterke verwevenheid tussen werk, bedrijf en gezin. Dan komen ze bij de huisarts of een hulpverlener die de agrarische sector niet kent. Neem maar wat medicijnen en rust houden zegt zo’n huisarts dan.” Ze durfde zelfs een vergelijking met het Koninklijk Huis te trekken; „Dat is ook een soort familiebedrijf met vele voorafgaande generaties…” Wat door de koningin volmondig beaamd werd.
Tekst loopt verder onder de foto
6 tot 8 euro per uur
Maureen Fakkert, melkveehoudster in Heeten (OV) maakte indruk met een persoonlijk en bewogen verhaal. „Samen maak je 100 uur of meer per week. Dan kun je je eigenlijk een ziek kind thuis niet permitteren. Want bij een gemiddeld rendement verdienen we als melkveehouders 6 tot 8 euro per uur, maar arbeid inhuren begint pas bij 40 euro of meer per uur. En de dierenarts vraagt zo 120 en de accountant 200 euro per uur. Maar zelf kun je niet alles invullen, dus daar heb je een boekhouder voor nodig. Maak die regels veel minder ingewikkeld, dan hebben we de boekhouder ook minder nodig. En kunnen we weer gewoon boer zijn.”
Dirk Bruins, voorzitter LTO-Noord was blij met de koninklijke aandacht voor de sector. „Want hoewel het nu bij deze verhalen misschien lijkt of er alleen maar ellende is, het blijft ook een mooie sector die goed voedsel produceert. Boeren en tuinders hebben heel veel zorg voor hun bedrijven en voelen zich verantwoordelijk. Ik ga er ook ’s nachts uit als er een kalfje geboren wordt. De kritiek van sommige groepen dat boeren juist niet de goede zorg geven drukt daarom mentaal best zwaar op ze.”
Vrijwillige hulp uit de eigen omgeving (erfbetreders, familie, collega’s of vrienden), waarbij ook het vroegtijdig signaleren hoort als het ergens niet zo goed gaat, dat is heel belangrijk volgens Bruins: „Maar je moet het daarnaast professioneel aanpakken, alleen met vrijwilligers kan dit niet. Als LTO kiezen wij voor het nationaal opzetten van een professioneel hulpsysteem waarbij alle partijen betrokken zijn, maar dat moet vervolgens lokaal en regionaal opgepakt en uitgewerkt worden. Want daar ken je de mensen.”
Taal van boeren
De twee aanwezige wethouders, Gerria Toeter van Raalte en Liesbeth Grijsen van Deventer (deze laatste kwam op de fiets want zij heeft op 800 meter afstand in Lettele haar eigen melkveebedrijf) maken zich in ieder geval zorgen om de situatie op het Sallandse platteland. Toeter; „Die signalen over problemen krijgen wij geregeld. SchuldenlabNL heeft landelijk vijf methodes als oplossingen voor schuldenproblematiek maar werken die in de landbouw ook? Als gemeente Raalte hebben we een speciale contactfunctionaris voor het buitengebied aangesteld, Monique van Schagen, die de taal van de boeren spreekt. Andere gemeenten hebben erfcoaches. Dat soort lokale oplossingen moet je bij dit onderwerp ook meenemen. Het is goed om dat allemaal hier vandaag te bespreken.”
Haar Deventer collega Grijsen: „Na de grote actie op het Malieveld in 2019 zijn we in gesprek gegaan met boeren in de gemeente Deventer; wat speelt er hier, wat kunnen wij als gemeente doen? Daarna zouden we in de loop van 2020 twee speciale bijeenkomsten houden. Over problemen door schulden, hoe je kunt helpen maar ook over ondermijning en illegale activiteiten. Helaas kon dat allemaal niet doorgaan door Covid. We hopen dat dit najaar alsnog te gaan doen.”
Leren
Beide wethouders waren vol lof over de familie Ten Have. „Zij durven hier toch maar hun verhaal te doen zodat anderen er wat van kunnen leren. Dat is in de landbouw en zeker ook in Salland niet heel erg gebruikelijk.”
Tekst: Lauk Bouhuijzen
Beeld: Lauk Bouhuijzen