Melkveehouder verwijt West-Betuwe uit te zijn op zijn faillissement
De Haaftenaar stapte dinsdag opnieuw naar de Raad van State, die zijn bezwaren tegen de torenhoge dwangsommen behandelde. De melkveehouder snapt niet waarom de gemeente enerzijds zegt het drugsafvalprobleem te willen oplossen, maar hem dat in de praktijk onmogelijk maakt door ruim een half miljoen euro bij hem te willen incasseren.
„En dat gaat de gemeente nooit lukken. Want zoveel geld heb ik niet. Ik ben dan al tien keer failliet. Bovendien heb ik de afgelopen twee jaar al 90.000 euro geïnvesteerd in onderzoeken en het opruimen van verontreinigde grond. Ik snap West Betuwe niet. Zo ga ik zeker failliet en dan moet de gemeente alsnog zelf alle saneringskosten betalen”, zei de melkveehouder tijdens de rechtszaak in Den Haag.
Volgens de advocaat van de gemeente heeft de Haaftenaar meer dan genoeg tijd en kansen gehad om op tijd onderzoeken te doen en de mestkelder en verontreinigde grond op te ruimen. „Alleen zijn de onderzoeken nooit precies uitgevoerd zoals wij dat willen en ze zijn nooit klaar binnen de termijnen die West Betuwe gesteld heeft. Als hij zijn goede wil had getoond was het twee jaar geleden al opgelost geweest", aldus de West Betuwse raadsman.
Wantrouwen
Tijdens de rechtszaak in Den Haag bleek dat de hele drugsafvalkwestie intussen is verworden tot een onontwarbare kluwen van miscommunicatie, wederzijds wantrouwen en gemiste kansen. De raadsvrouw van de veehouder deed zowel op de gemeenteadvocaat als de Raad van State een dringend beroep om onmiddellijk een pas op te plaats te maken met het invorderen van de buitensporig hoge dwangsommen. Volgens haar heeft het geen enkele zin om de veehouder failliet te laten gaan, omdat de saneringskosten dan door de inwoners van West Betuwe betaald moeten worden.
In totaal heeft West Betuwe naast de in te vorderen dwangsommen van 630.000 euro nog eens een stel dwangsommen van in totaal 740.000 euro op de plank liggen. „Dat is bij elkaar 1,4 miljoen euro", zei de veehouder, „dat gaat toch nergens meer om. Wat wil de gemeente daar mee bereiken?"
Regie
In ieder geval werd dat tijdens de zitting niet erg duidelijk. Want de advocaat en een meegereisde gemeenteambtenaar spraken elkaar ook nog eens tegen. Zo benadrukte de advocaat dat West Betuwe bij de onderzoeken en sanering graag de regie in handen houdt, terwijl de gemeenteambtenaar beweerde de veehouder niet te willen voorkauwen waar er op zijn terrein wat allemaal onderzocht moet worden. Dat zou allemaal zijn eigen verantwoordelijkheid zijn. Volgens de veehouder verandert de gemeente telkens van mening. „Dan doe ik een onderzoek, en dan is het weer niet goed. Als ik vraag waar ik op mijn terrein onderzoek moet doen zegt de gemeente niets en als ik het onderzoek inlever zegt de gemeente dat het onderzoeksgebied groter had moeten zijn. Intussen verbeur ik weer een dwangsom, terwijl de gemeente vooraf precies wist wat ze wilde hebben.”
Extra ronde
De Raad van State leek het spoor af en toe bijster te raken. Zo heeft de gemeente tal van besluiten genomen waarvan een deel niet eens bij de advocaat van de Haaftenaar terecht is gekomen. Om die reden laste staatsraad Ralph Pans nog een extra ronde is waarbij de advocaat van de veehouder alsnog inhoudelijk mag reageren op een aantal dwangsombesluiten. Of de Raad daarna in een einduitspraak alsnog alle dwangsommen van tafel veegt, zal over enkele weken duidelijk worden. De Haaftenaar is intussen druk bezig met het zoveelste bodemonderzoek dat volgens de gemeente 10 juni klaar moet zijn. Zo niet, dan volgt weer een nieuwe dwangsom.
ACHTERGROND
De gemeente West Betuwe houdt de Haaftenaar geheel aansprakelijk voor de aangetroffen verontreinigingen op zijn land en in de bedrijfsgebouwen. Daar rolde de politie twee jaar geleden een drugslab op in een schuur die de veehouder had verhuurd. Na de beëindiging van zijn veehouderij in 2018 verhuurde hij zijn opstallen. De mestkelder had hij aan een mestvergistingsbedrijf verhuurd. De Haaftenaar beweerde dat hij aanvankelijk niets wist van het drugslab, omdat hij om emotionele redenen niet meer in zijn leegstaande stallen en schuren wilde komen. Later zou hij door de drugscriminelen zijn bedreigd. De gemeente gelooft er niets van dat de veehouder niets gemerkt zou hebben. Want de toegangsweg naar de schuur loopt vlak langs de woning. Sindsdien steggelen gemeente en Haaftenaar over het opruimen van mest en eventuele bodemverontreinigingen.
Tekst: Jan van Ommen
Beeld: Ruth van Schriek