Oud-Topkuilwinnaar Van Schriek heeft stalvoercombinatie in bijna twee jaar terugverdiend
![](http://d3ncyx4db87lab.cloudfront.net/04/09/225/whatsapp_image_2021-06-23_at_13_04_45.-detail.jpeg)
Sinds dat we deelnemen aan Topkuil zijn we heel anders tegen grasteelt aan gaan kijken”, vertelt Arnold van Schriek. In 2015 won Van Schriek de Topkuilcompetitie. Ze melken 70 koeien en 35 stuks jongvee op 42 hectare voornamelijk kleigrond, waarvan 8 hectare maïs. Daarmee zijn ze ruim zelfvoorzienend wat betreft ruwvoer. De focus ligt dan ook op het optimaal verwaarden van het ruwvoer en zo weinig mogelijk aankoop van krachtvoer. De productie ligt rond de 9.500 kilo melk per koe.
BES-pilot
Van Schriek is een van de vijftig bedrijven die binnen het project Vruchtbare Kringloop Achterhoek (VKA) mag werken met de zogenoemde Bedrijfs Eigen Stikstof-norm (BES). Dit betekent dat er op het bedrijf meer drijfmest gereden mag worden dan de derogatienorm toelaat. Een mooie uitdaging voor Arnold en zijn zoon Gijs om de drijfmest nog beter te benutten. „We bemesten liever vaak en met kleinere hoeveelheden, verdund met water, dan grote hoeveelheden drijfmest in één keer. 30 kuub in één keer komt hier eigenlijk niet voor. Daar stemmen we de maaisnede op af. We maaien nu eigenlijk standaard om de vier weken. Volgende week kan de derde snede eraf. We streven naar kuilen met maximaal 155 gram ruw eiwit per kilo droge stof. Door een deel van de maïs als MKS te oogsten kunnen we meer gras in de koe kwijt en hoeven we minder eiwit aan te kopen.” De veehouder vertelt dat ze zelfs overwegen om alle maïs te hakselen als MKS, ook om de bodemvruchtbaarheid te verbeteren.
Balkeninvoer versus rotorinvoer
Om het eiwit van eigen land nog beter te benutten besloten ze een paar jaar geleden om te gaan stalvoeren. „Ik heb eerst een oude opraapwagen gekocht om te proberen. Dit beviel zo goed dat we nieuwe trommel-frontmaaier en een jong gebruikte opraapwagen met balkeninvoer en doseerband hebben gekocht. Die balkeninvoer is echt nodig om het gras zo min mogelijk te beschadigen. Dat hebben we in de praktijk getest met onze andere opraapwagen met rotorinvoer. Het gras uit die wagen broeit veel sneller.”
Het stalvoeren begint bij de tweede snede en gaat door tot diep in het najaar. Daarnaast wordt weidegang toegepast. Alleen op stal voeren ze nog snijmaïs bij. De mengwagen wordt in de zomer niet gebruikt voor de melkkoeien. „Qua tijd halen we even snel een wagen gras dan dat we voer mengen. Het scheelt enorm in de voerkosten. Die zijn met bijna 2 euro per 100 kilo melk gedaald. De kale investering hebben we in twee jaar terugverdiend. Vooral in het najaar kun je het eiwitrijke gras veel beter verwaarden.”
In 2015 voerde Van Schriek nog met een Weelink voerhek. Die was versleten en maakte plaats voor een standaard voerhek. „De koeien kunnen nu allemaal weer tegelijk vreten. Met stalvoeren is dit eigenlijk wel een must.”
Snijschade door zodebemester
Wat kunstmest betreft is Van Schriek bij de eerste gift in het vroege voorjaar overgestapt op een ammoniummeststof. „Die werkt trager en is minder uitspoelinggevoelig.” Voor de derde snede is een deel van het land alleen bemest met kunstmest en een deel ook met drijfmest. „Je merkt dat de zode bij droge en zonnige omstandigheden te lijden heeft van snijschade door de zodebemester. En dan zijn de percelen na het bemesten ook nog beregend. Op de stukken die alleen bemest zijn met kunstmest, staat meer gras. Dat zijn voor ons van die leermomenten die we weer meenemen voor toekomstige beslissingen.”
Topkuil
Van Schriek volgt Topkuil met veel belangstelling en doet vrijwel elk jaar mee met de competitie. Ook de afsluitende evenementen zijn meerdere keren bezocht. „Je leert zo veel van anderen. Elke keer pik je er wel weer dingen uit die we weer kunnen toepassen. Dat maakt het zo interessant om te volgen.”
De video hieronder werd in 2015 gemaakt tijdens de jurydag van Topkuil. In deze video legt Arnold van Schriek zijn graslandmanagement en inkuilstrategie uit.
![Foto van Sjouke Jacobsen](http://d3ncyx4db87lab.cloudfront.net/05/365/thumbnail_sjouke-1.150x150.png)
Tekst: Sjouke Jacobsen
Begon na de HAS zijn loopbaan in de fokkerij en veevoedingsbranche. Sinds 2014 werkzaam voor Agrio, vanaf 2022 als freelance vakredacteur. Benut zijn praktijkervaring in de melkveehouderij voor Melkvee.nl en Vakblad Melkvee.
Beeld: Guus Visser, Arnold van Schriek