Fotoserie: Melkveehouder wordt akkerbouwer
Theo Nieuwenhuis had in Oud Zevenaar oude bedrijfsgebouwen voor zijn 130 koeien. “Het zou onverstandig zijn geweest om op die plek, in de bebouwde kom, te blijven zitten. Bovendien zocht de provincie Gelderland ruilgrond en hectares natuur, dus uiteindelijk gingen we kansen zien in plaats van bedreigingen.” Nieuwenhuis voelde er aanvankelijk nog wel voor om op de nieuwe plek, waar ook een melkveehouderij was gevestigd, weer te starten met koeien, maar hij zou er te flink voor moeten investeren. Hij besloot met zijn familie om het over een heel andere boeg te gooien.
Inmiddels, bijna drie jaar later, staan met véél pijn en moeite kool en voederbieten op de nieuwe locatie. Het werd te laat om de geplande suikermais en de zonnebloemen te zaaien. Nieuwenhuis weet inmiddels alles over opstartproblemen. Hij heeft het nooit onderschat, maar het zat hem ook niet mee. Er is 37 hectare beschikbaar voor teelten, waarvan een deel in eigendom en een deel pacht.
Strokenteelt
Toen hij de sprong van melkvee naar akkerbouw waagde, besloot hij direct om ook biologisch te willen worden. Het middelengebruik stond Nieuwenhuis al langer tegen, en dat gold ook voor het gebruik van kunstmest. Toen Nieuwenhuis de nieuwe locatie met gangbare grond kocht, moest deze dus eerst minimaal twee jaar in omschakeling. Op de graspercelen zaaide hij kruidenmengsels. Nieuwenhuis richt zich vooral op een gezonde bodem. Hij is enthousiast, ook over al die dingen die min of meer mislukten dan wel tegen zaten. Door strokenteelt toe te passen, hoopt hij ziekten in het veld te voorkomen. Nieuwenhuis las er een winter lang alles over wat los en vast zat en ging op diverse plekken zijn licht opsteken. Hij volgende een cursus strokenteelt en gaat voor ‘regeneratieve landbouw’.
Minder input
Met regeneratieve landbouw bedoelt Nieuwenhuis dat hij zo min mogelijk doet met, aan en in de grond. Door de input zo klein mogelijk te houden, worden de planten volgens hem zo sterk mogelijk, omdat ze het zo veel als mogelijk zelf moeten uitzoeken. “En heb ik natuurlijk de minste kosten. De stoffen die ik niet hoef toe te dienen, de grondbewerkingen die ik niet laat uitvoeren en de uren die we niet hoeven maken, hoeven niet te worden betaald.” Tussen de stroken met planten laat hij het gras staan. Hij liet veel monsters nemen; de biodiversiteit wordt al groter en er verschijnen al steeds meer bodemdieren als wormen, en schimmels en bacteriën. Nieuwenhuis laat zien hoe op een perceel ruig gras de mestflaten van de pinken van de buurman al vlot worden verteerd. De transitie is gaande volgens Nieuwenhuis, en nu is het is de kunst om de komende jaren een goed bewerkbare bodem te realiseren. Met zo weinig mogelijk actie, want iedere bewerking moet door de wortels worden hersteld.
Eigen afzet
Voor de hectares voederbieten en kool heeft Nieuwenhuis al afnemers. Elke dag staat hij om 6 uur op om het jongvee van de buurman te verzorgen en de draad te verzetten. In de toekomst zou Nieuwenhuis wel zijn eigen afzet van de gewassen willen creëren, met verschillende partijen, voor een nichemarkt. Binnenkort buigt hij zich over erfaanplant voor onder andere meer vogels en wil hij bomen op de percelen. Leuke bijkomstigheid is dat Nieuwenhuis lid is van studiegroep akkerbouw De Ploegvoor. Terwijl hij zelf aan Niet Kerende Grondbewerking doet.
Nieuwenhuis heeft sinds drie jaar ‘commitmentpraktijk’ Edaphon en met twee anderen staat hij onder de naam ‘GoedGeboerd’ collegaboeren bij, in hun zoektocht naar een goed of beter verdienmodel in combinatie met kringlooplandbouw. In de papieren krant die dit weekend verschijnt, leest u alles over de bijzondere, dubbele omschakeling.