Column: Prioritering NVWA kost mensenlevens
Deze week mocht slachterij Gosschalk van de NVWA eindelijk weer open. De slachterij zat bijna twee maanden dicht op gezag van de NVWA, omdat er camerabeelden waren gemaakt door een medewerker waarop overtredingen stonden. Die beelden kwamen via RTL naar buiten. Doordat er al vaker overtredingen waren geconstateerd, mag verwacht worden dat de NVWA meer focus had op Gosschalk dan op andere slachterijen. Er hingen al twaalf camera’s waarvan de NVWA de beelden kon bekijken en het ontbrak ook niet aan dagelijks toezicht op het slachtproces door fysieke inspecteurs. Dat er dan toch nog overtredingen werden geconstateerd was natuurlijk ook een diskwalificatie voor de NVWA zelf. En dat is niet fijn en wellicht een belangrijkere reden om de slachterij acht weken dicht te houden dan het iedere keer niet in orde zijn van een plan van aanpak.
Personele bezetting
Wat de echte reden is geweest waarom de slachterij acht weken dicht moest, blijft een beetje gissen. Een aangepast plan maken om weer open te kunnen, was er al snel. En in overleg met de NVWA is dat normaal gesproken binnen een week of twee weken echt wel te organiseren. Het kwam in ieder geval voor de personele bezetting van de NVWA goed uit. Het is al langer bekend dat ze problemen hebben om aan genoeg inspecteurs te komen. Op 3 augustus stonden er nog 25 vacatures open. Blijkbaar niet zo’n gewilde baan. Een slachtlocatie waar geen inspecteur heen hoeft in een lastige periode door vakanties is dan mooi meegenomen. Een andere verklaring kan zijn dat de NVWA niet nog eens zoiets wil meemaken of door politieke druk veel meer garanties vroeg dan het anders zou doen. De vraag is of dat terecht is. Ik kan dat zelf niet goed inschatten, maar deze week bleek uit een andere case dat prioriteren niet de sterkste kant van de NVWA is.
Listeria versus fipronil
Wederom RTL kwam donderdag met het nieuws naar buiten dat er niet drie dodelijke slachtoffers vielen vanwege een listeria-besmetting, maar zes. En in plaats van één miskraam, blijken het er twee te zijn. Het draait om vleesverwerker Offenberg in Aalsmeer. De NVWA had het bedrijf al in beeld, omdat ze de houdbaarheidsdatum te veel oprekten. Daardoor bestaat het risico dat een listeriabesmetting zich kan ontwikkelen. De bacterie was in 2016 en 2017 immers aangetroffen door de NVWA. Ze kregen tot drie keer een schriftelijke waarschuwing, maar pakte uiteindelijk niet door. Tussen 2017 en 2019 werden er geen inspecties uitgevoerd. Er waren andere prioriteiten zoals het fipronilprobleem in eieren waar capaciteit heen moest.
De NVWA laat in een verklaring weten dat de inschatting op een gevaarlijke situatie als laag werd gekwalificeert. De NVWA nam daar dus het risico op dodelijke slachtoffers ten faveure van een relatief klein probleem in eieren. Ook al waren de toegestane waarden in eieren hoger dan mocht, een kind dat maandenlang iedere dag een ei at van het pluimveebedrijf met de hoogste overschrijding liep een risico op gezondheidsklachten. Dat is bijna een te verwaarlozen risico afgezet tegen de doden bij de listeriabesmetting. Wel veroorzaakte de NVWA natuurlijk veel leed bij pluimveehouders.
Inschattingsfouten
Zet dat soort inschattingsfouten, dat zijn het volgens mij, af tegen hoe de NVWA opereert richting een slachterij als Gosschalk. Dan lijken de verhoudingen of prioriteiten toch een beetje zoek. Verzachtende omstandigheid is wellicht dat de regering zelf mede debet is aan hoe de NVWA functioneert, zoals de commissie Sorgdrager boven tafel tilde. Alle inspecties samenvoegen tot één waakhond leek op papier ook wel mooi, maar blijkt in de praktijk minder goed uit te pakken. Toch blijft er altijd een eigen verantwoordelijkheid bij het stellen van prioriteiten. Ook als er veel druk is vanuit de media of politiek moet de NVWA de rug recht houden en een goede inschatting maken voor de voedselveiligheid.