Kampioene Laren gaf al 11.000 kilo vet en eiwit
In de breedte waren de roodbonten duidelijk beter dan de zwartbonten in Laren. Keurmeester Engbert-Jan Ruitenberg had bij de zwartbonten vooral in de eerste rubrieken te maken met veel variatie in type en kwaliteit. Gerrit van der Kolk had het bij de roodbonten beter getroffen. Die waren van begin tot eind van zeer hoog niveau. En kiezen uit kwaliteit is wat makkelijker dan zoeken naar de minste fouten.
Dubbelslag Holmer
Holmer pakte bij de zwartbonten twee titels met de vaarzenkampioene en de seniorenkampioene. Holbra Sonya 2, een lange, stijlvolle Casper-dochter met veel jeugd en een goede uier pakte de vaarzentitel voor Beverlake Lilo 174, een Malki-dochter van de vof Reinders-Boschloo uit Angerlo. Een balansrijke, mooitypische vaars met diepe ribben en een beste achteruier. Derde op tal werd de correct gebouwde en goed afgewerkte Holbra Lathoya 4, een Lambda-dochter van Holmer, een complete vaars met een mooie combinatie van kracht en melktype en parallelle, fijne voorbenen. Het viertal voor de finale werd gecompleteerd door Barista-dochter Julia 82 van de familie Schilderinck uit Laren die de prijs voor de beste uier kreeg toebedeeld.
Middenklasse voor Reinders
In de middenklasse pakte Reinders na het reservekampioenschap bij de vaarzen zijn tweede titel met de hoofdprijs in de middenklasse. En opnieuw met een Malki-dochter. Dit keer ging het met Beverlake Annie 845 om een beste koe die uitblonk in breedte- en dieptematen. De sterke, ruime koe was tevens uitgerust met een beste uier. In de ochtendronde had ze de voorstap nog moeten laten aan Liselore 149 van de familie Schut uit Harfsen, die beslag legde op de reservetitel. De lange Integral-dochter was met haar hoogte en wat minder breedte van geheel andere snit dan de kampioene. Een opvallende koe in dezelfde rubriek als dit tweetal was de zeer fraaitypische Jetset-dochter Holbra Malon 8 van Holmer, die echter genoegen moest nemen met de vijfde plaats in de rubriek en derhalve niet terugkeerde in de middagronde. Ze maakte later nog wel indruk als kopkoe in de winnende bedrijfsgroep van Holmer. De beide andere finalisten in de middenklasse kwamen uit de eerste rubriek van die klasse met de mooitypische Holbra Malon 15 van Holmer, een Hartley-dochter met diepe, open ribben, maar iets hoge zitbeenderen als derde op tal en de normaal ontwikkelde, correcte Hannie 39, een Jetset-dochter van Schilderinck met een ruime voor- en middenhand als vierde.
Hillie 20 klapstuk van de keuring
De rubriek met oudere koeien was niet groot, maar was met afstand de beste rubriek bij de zwartbonten. Het vijftal best bewaarde koeien imponeerde. Er was echter geen enkele discussie over wie de kampioene zou worden. Holbra Hillie 20 overklaste alles met haar jeugd, balans, fraaie type, best bewaarde, soepele kwaliteitsuier en haar beste benen. Ze straalde en liep er ondanks haar enorme levensproductie bij als een jonge koe. Op gepaste afstand werd de diepe, brede Oleander 7, een Bertil-dochter van de familie Bronzewijker uit Bathmen, reservekampioene. Een beste koe met beste benen en een sterke uier. De grote, lange Boogie-dochter Lidia 23 van Schilderinck en de mooitypische Bikkel, een diepe, brede Pitbull-dochter van de familie Harkink uit Lochem completeerden het finale viertal.
Roodbont van zeer hoog niveau
Bij de roodbonten was de kwaliteit van meet af aan bijzonder hoog in Laren. De familie Arendsen Raedt had de keuringskanonnen van de laatste jaren thuis gelaten, maar was aanwezig met een groepje jonge kwaliteitskoeien. De zeer goed ontwikkelde, stijlvolle Marie 200 pakte de titel bij de vaarzen. De Attico-dochter van Arendsen Raedt met een mooi zij-aanzicht legde tevens beslag op de uiertitel bij de vaarzen. Reservekampioene werd de zeer jeugdige Huntje Holstein Anemoon 269 van de familie Oudenampsen-Ruiterkamp uit Laren. De Rosebud-dochter was iets kort in het kruis, maar beschikte over een zeer ondiepe, goede uier. Goal-dochter De Blanke Biele Rita 34 van de familie Woestenenk uit Laren, een normaal ontwikkelde, mooitypische vaars met diepe ribben en parallelle voorbenen werd derde op tal. Marjan 33, een Airforce-dochter met upstanding van de bekende Marjan 26 van Arendsen Raedt maakte het finale viertal vol.
Geweldige middenklasse
In de middenklasse ging het niveau bij de roodbonten nog een flinke stap omhoog. Ze startte met een goede rubriek waarin de grote, lange, best geuierde Huntje Holstein Anemoon 223, een Atletico-dochter van Oudenampsen-Ruiterkamp op kop kwam. De tweede rubriek imponeerde met een fantastisch koptrio. In de ochtendronde kwam Renie 49 van de familie Oudenampsen-Schottink uit Laren op kop. De Akyol-dochter toonde veel upstanding, lange, ribben met een goede welving en een soepele, mooi beaderde uier. Ze kreeg de voorstap boven de prachtig uitgebalanceerde Soetten Botter Almacht 53 van de familie Klein Teselink uit Harfsen. De Dertour-dochter imponeerde met haar diepe middenhand, royale breedtematen en mooie overgangen. Als derde liep ’s morgens Parietje, een Zabing-dochter van Bronzewijker. Een fraaie, zeer complete koe met beste benen, diepe, goedgewelfde ribben en upstanding. Van der Kolk maakte bij zijn uitleg al duidelijk dat dit trio zo dicht bij elkaar lag dat de volgorde ’s middags, afhankelijk van de vorm op dat moment, zo maar zou kunnen veranderen. En dat gebeurde inderdaad. Parietje liet zich in de finale van haar allerbeste kant zien, passeerde haar voorgangers in de rubriek en pakte de titel. Renie legde beslag op het reservekampioenschap, Almacht werd derde op tal en Anemoon completeerde het imposante finaleviertal.
True Type
Het beste moest echter nog komen in Laren. De rubriek oudere roodbonten was de beste rubriek van de dag. Omdat er maar één seniorenrubriek was, werden de eerste vier dieren ’s morgens niet op volgorde gezet om zo de kampioenskeuring spannend te houden. Voor de spanning was dat achteraf gezien niet nodig geweest. Ook hier waren de verschillen erg klein en bepaalde de ontwikkeling in het verloop van de dag de einduitslag. Kampioene werd de zeer fraaitypische ’t Laar Beatrise 64 van Schut, die is gefokt door de dit voorjaar met melken gestopte familie Ludden. ’s Morgens sprak Van der Kolk nog zijn twijfels uit of de uier niet te vol zou worden in de loop van de dag. Die twijfel bleek ongegrond. Beatriese stond in de tijd tussen haar optredens lekker te vreten en te herkauwen en kwam terug met een uier die er beter onder zat dan in de rubriek. Toen was de keuze niet moeilijk meer. De Jotan-dochter is een enorme klasbak met ongelofelijk veel ras en kwaliteit. Haar prachtige middenhand, soepele kwaliteitsuier, beste benen en fraaie overgangen maken haar zeer functioneel en de lange hals, mooie, hoog gedragen kop en fijne huid geven haar enorm veel uitstraling. Van der Kolk: “Ze komt dicht bij het True Type voor roodbont.” Bronzewijker pakte de reservetitel met Jotan-dochter Jo 142 die als twee druppels water leek op de middenklaskampioene. Ze kreeg tevens de uiertitel toebedeeld. De imponerende, best bewaarde Marianne 11 van de familie Winter uit Kring van Dorth kreeg de eervolle vermelding. De Classic-dochter gaf al meer dan 100.000 kg melk en was breed en diep met beste benen en een best bewaarde kwaliteitsuier.
Imponerende bedrijfsgroepen
Zowel bij rood- als zwartbont kwamen zes bedrijfsgroepen in de ring. Bij de zwartbonten kon de zege niet ontgaan aan de familie Holmer die openden met een zeer fraaie kopkoe en het niveau goed wisten vast te houden met twee jonge koeien daarachter. Bij de roodbonten was het niveau zeer hoog. Toch was er ook hier een duidelijke winnaar. Bronzewijker had een geweldige groep neergezet met de reservekampioene van de oudere koeien en de middenklassekampioene in de gelederen. De Winter volgde met een viertal best bewaarde, functionele koeien met 100-tonner Marianne 11 op kop. Het niveau kan gekenschetst worden aan de hand van de mooie, uniforme kwaliteitsgroep van Arendsen Raedt. Het drietal goed bij elkaar passende vaarzen met de kampioene in de gelederen had beslag gelegd op de titel van de bedrijfsgroepen vaarzen. In de algemene rubriek bedrijfsgroepen met uniforme groepen met daarin oudere, geheel uitgezwaarde koeien, moesten ze genoegen nemen met de vijfde plaats.