Melkveehouder uit Ambt Delden heeft minder last van natte plekken in percelen

Semmekrot heeft zo'n 70 melkkoeien op 40 hectare en is voor de projecten bezig geweest met het diepwoelen van de grond en het ophogen van lage plekken in percelen. „Van die maatregelen zie ik al resultaat. Ik heb minder natte plekken op mijn percelen waar ik in het voorjaar niet met de trekker op kan rijden of waar de groei van het gewas achterblijft. Die natte plekken zorgde voor opbrengstderving waar ik dus nu minder last van heb.”
Ook over de vergoeding voor deze maatregelen is Semmekrot tevreden. „Het is altijd de vraag wanneer een maatregel voor een betere bodemkwaliteit echt uit kan. Maar met de subsidie die je ontvangt vanuit een project kan het eerder uit. Hierdoor zet je het nemen van zo'n maatregel ook eerder door.” Investeren in de bodem vindt de melkveehouder belangrijk. „Als je goed voor de grond zorgt, dan geeft de grond je ook meer terug.”
De komende tijd wil de melkveehouder nog meer met waterbeheer aan de slag zodat hij in de droge zomers water beter kan vasthouden, en in natte periodes het water beter kan afvoeren.
Betere beworteling
Ook andere boeren gaven aan nu al resultaten te zien van genomen maatregelen. Tijdens een kennisbijeenkomst van de water- en bodemprojecten gaven de boeren aan dat percelen beter te bewerken zijn. Dit komt voornamelijk omdat de bodem op de juiste momenten voldoende droog is om te berijden en bewerken. Ook werd een betere beworteling, waardoor gewassen minder droogtegevoelig zijn, aangegeven als positief effect na genomen maatregelen. Met andere maatregelen, zoals het aanbrengen van organisch materiaal, zijn de ervaringen wisselend. De boeren geven aan dat de effecten daarvan ook pas op langere termijn zichtbaar worden.
Laatste fase
De water- en bodemprojecten waarin boeren samen met de gemeente Hof van Twente, waterschap Vechtstromen, Rijkswaterstaat en Stimuland geïnvesteerd hebben in water- en bodem maatregelen gaat nu de laatste fase in. In deze laatste fase ligt de focus van de projecten op samenwerking op gebiedsniveau en kennis van de bodem.
De projecten worden mede gefinancierd uit het Programma voor Plattelandsontwikkeling 2014-2020 voor Nederland (POP3). De financiering van POP3 komt deels uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland (ELFPO).