Column: Korhoen roept om kosten-batenanalyse natuurbeleid
Een interessant voorbeeld van water naar de zee dragen. Zo noemt Rob Bijlsma, de bekendste roofvogelonderzoeker van Nederland, het stelselmatig importeren van Zweedse korhoenders. Ik kom er op, omdat de regionale tv-zender RTV Oost in Overijssel er deze week een item over maakte. Van de 180 korhoenders die er de afgelopen tien jaar zijn uitgezet op de Sallandse heuvelrug, zijn er nog maar een paar in leven. De kosten die de komende jaren nog doorlopen komen samen uit op 800.000 euro.
Bijlsma besteedt er in zijn boek ‘Kerken van goud, dominees van hout’ met als ondertitel ‘over de verwording van de Nederlandse natuurbescherming’ drie hoofdstukken aan. Ik las het boek afgelopen zomer in Zweden, zonder overigens daar een korhoen te zijn tegengekomen, maar dat terzijde. Naast de persoonlijke visie van Bijlsma over het onderwerp (lekker scherp) vond ik het vooral interessant dat hij alle wetenschappelijke publicaties naliep over korhoenders en de introducties van deze vogel in andere gebieden binnen Europa.
Leefgebied ongeschikt
In 1963 publiceerde Günther Niethammer bijvoorbeeld al een onderzoek naar de levensvatbaarheid van korhoenpopulaties die verplaatst werden binnen Europa. Toen nog vooral met als doel om ze te kunnen bejagen. Met die populaties ging het nog redelijk goed. Daar bedoelde de onderzoeker mee dat de vogels na 15 jaar waren uitgestorven. Uit de onderzoeken die daarna verschenen blijken alle projecten op een mislukking te zijn uitgelopen. Daaronder valt ook een project in Zuid-Duitsland dat volgens Bijlsma door Nederlandse natuurbeheerders als voorbeeld wordt gebruikt dat het wel kan.
Bijlsma trekt dan ook de conclusie dat het geen zin heeft zo’n populatie kunstmatig in stand te houden door het jaarlijks importeren van nieuwe vogels. Het leefgebied is al tientallen jaren gewoon niet meer geschikt in Nederland, misschien al wel langer niet want de daling startte al eerder. Nog een paar hectare bos kappen om het heideterrein groter te maken, met subsidie en houtverkoop voor de natuurbeheerder, gaat niet helpen. Korhoenders hebben veel grotere gebieden nodig en veel minder mensen.
Mislukking had bekend kunnen zijn
Wat mij opvalt is dat natuurbeschermers en overheden die verantwoordelijk zijn voor het korhoenproject, dit van tevoren allemaal al hadden kunnen weten als ze ook de wetenschap hadden geraadpleegd. Waarom is dat niet gebeurd? Wie heeft er gepleit om in 2013 40 broedparen korhoenders op te nemen als doelstelling in de aanwijzing? Zou een wetenschappelijke onderbouwing geen voorwaarde moeten zijn voor het verstrekken van subsidie? Dit soort projecten vragen om een kritische beschouwing, misschien zelfs een onafhankelijk onderzoek. Provinciale Staten van de Provincie Overijssel zou daar om kunnen vragen of misschien zelfs wel de Tweede Kamer. Het geld komt immers uit Den Haag.
Alleen een Haagse commissie aan het werk zetten voor een paar korhoenders gaat wellicht wat ver, maar een breder onderzoek of advies hoe we effectiever met onze uitgaven voor natuur omgaan, zou wel een goed idee zijn. We pompen er de komende jaren tenslotte miljarden in ten koste van onder andere de landbouw. Daar mogen en moeten we kritisch naar kijken.
Wierdense veld
Een voorbeeld van een project waar het de landbouw direct raakt is een ander natuurgebied in Overijssel: Het Wierdense veld. De Provincie Overijssel wil daar de boel vernatten en boeren weg hebben om 150 vierkante meter hoogveen te redden en te laten groeien. Derk Boswijk van het CDA had er enkele weken geleden vragen over gesteld en minister Schouten stuurde deze week haar antwoorden. Daaruit blijkt dat verplaatsing van de doelstelling hoogveen naar een ander veengebied in Nederland niet aan de orde is. En als er een keuze gemaakt moet worden tussen drinkwaterwinning die plaatsvindt onder dit gebied of natuur, dat de drinkwaterwinning moet worden afgebouwd of zelfs verplaatst.
Kosten-batenanalyse
Maar de minister gaf ook aan dat het gebied momenteel niet verslechtert. Daarmee overtreedt Nederland dus niet de regel van de Habitatrichtlijn dat een lidstaat moet voorkomen dat gebieden achteruitgaan. Dus ondanks de landbouw die er omheen zit, de drinkwaterwinning en een paar droge jaren gaat het gebied er niet op achteruit. Dan kun je er als provincie ook voor kiezen om minder ingrijpende maatregelen te nemen. Nederland is namelijk niet verplicht door Brussel om het habitattype actieve hoogvenen te laten groeien in het Wierdense veld. Nederland heeft wel de verplichting om de landelijke staat van instandhouding voor actieve hoogvenen naar een gunstig niveau te brengen. Dat betekent dat je als lidstaat ook best een kosten-batenanalyse kan maken en gaat afwegen in welke gebieden een euro het meest effectief kan worden ingezet om dat doel te bereiken. In gebieden met meer hoogveen is die kans natuurlijk veel groter, dat kan iedereen op zijn klompen aanvoelen.