Willy Wolfkamp helpt bij opzet varkensbedrijf in Kenia - deel 4
Lees hier de eerdere afleveringen het Afrikaanse avontuur van Willy Wolfkamp Deel 1 en Deel 2 en Deel 3
Dag 10 Waar zijn de leeuwen?
De zondagmorgen slaap ik toch maar even de roes uit. Het was gisteren een lange dag in de auto en een latertje in de kroeg geweest. Ik blijf nog een tijdje in bed liggen en als ik opsta op deze lome zondagochtend, besef ik niet eens hoe laat het is. Als ik de anderen zie, kletsen we nog een tijdje met elkaar en stappen daarna in de auto naar het safaripark. Het natuurgebied ligt aan de rand van de hoofdstad Nairobi. Als we bij het safaripark aankomen, zijn inmiddels ook alle kinderen van de familie gearriveerd en het plan is om met zijn allen in een grote jeep te gaan. Maar als de parkwachters mij zien, wordt ineens de toegangsprijs van het park verdubbeld voor het hele gezelschap. Dat accepteren we niet. Dan maar in twee auto's met een gids erbij. De entree is dan 4 euro per persoon ofwel per Keniaan en voor een ‘blanke’ is de prijs 38 euro. Daar valt in de eerste instantie niet met de parkwachters over te praten, maar uiteindelijk op Keniaanse stijl en handelswijze de prijs gehalveerd. Overigens is de toegangsprijs voor Kenianen lager om zo iedere inwoner de mogelijkheid te geven hun eigen natuurparken te ontdekken. De in hun ogen rijke blanke toerist – en dat is ook meestal het geval - betaalt echter meer, zodat het park voldoende geld kan generen voor onderhoud en beheer.
We stappen de jeep in en rijden een half uurtje door het park voordat we de eerste wilde dieren tegenkomen. Het is een aantal antilopen dat rustig staat te grazen aan de kant van de weg. Dat is voor mij toch wel bijzonder, want in Nederland rennen reeën weg. De antilopen blijven hier rustig staan. Vervolgens zien we een hele kudde zebra’s, die net de weg oversteekt. Ik kan ze bijna aaien. Het zijn prachtige dieren om te zien. Even later ontdekken we vijf giraffen. Dit zijn werkelijk imposante beesten. Ze staan weliswaar op vijftig meter afstand, maar ze ogen enorm groot. Nu is het zoeken naar de leeuwen.
De gids weet natuurlijk wel ongeveer waar ze verblijven, maar als we naar de plek te rijden, zijn de roofdieren schijnbaar verdwenen. Volgens de informatie die de gids op dat moment ontvangt, moeten ze honderden meters verderop zijn. Dat is met de auto niet te bereiken. Lopen is natuurlijk geen optie. Dan maar terug naar de ingang. Het is al laat in de middag en omdat er zo dicht bij de evenaar amper sprake is van schemertijd, moeten we behoorlijk doorrijden om voor het vallen van de duisternis bij de poort te komen. Tijdens rit zie ik de zon daadwerkelijk naar beneden vallen. Alsof je een dimmer van het licht omdraait.
Eenmaal bij de uitgang nemen we afscheid van de zwager en schoonzus en rijden zij terug naar West Nairobi. Wij gaan naar Five Star Gardens in het Oosten van Nairobi. Dit is toch bijna twee uur rijden van elkaar af. In het appartement van Irene neem ik eerst douche, want hier is er wel stromend water om het fijne stuifzand van me af te spoelen. Daarna eten we een uitgebreide maaltijd dat wederom bijzonder lekker smaakt. De Keniaanse keuken is eigenlijk helemaal niet slecht. Een feestmaal voor mijn laatste avond in Kenia.
Dag 11 Mijn motto is: ‘Vaak bu j te bange’
Het is maandag en de laatste dag voor mij in Nairobi. In tegenstelling tot gisteren, ben ik nu vroeg uit de veren om de laatste dingen door te praten. Althans dat heb ik in mijn gedachte, maar het loopt even iets anders. Het is half zeven en ik wandel met de kinderen mee om hen naar de schoolbus te brengen. Als ik weer terug ben, is er niets te doen. Iedereen is weg of aan het werk. De dames zijn druk bezig met de was. Alles met de hand en ze staan erop dat mijn kleren ook worden gedaan. Op mijn vraag waarom ze geen wasmachine hebben, is het antwoord dat met de hand de was veel schoner is en het kost geen stroom. Elektriciteit kost in Kenia bijna net zoveel als in Nederland, dus het is in verhouding heel erg duur. Op een gegeven moment duurt het wachten mij te lang en met de wetenschap dat ik de komende nacht nog vele uren moet zitten, maak ik een stevige wandeling. Een lang recht pad de heuvel op, langs het Nationaal Park en spreek met verschillende mensen langs het pad. Ik ben namelijk de enige niet donker huidkleurig persoon die hier op het pad loopt. In de gesprekken gaat het vaak over corruptie. De bevolking zit dit toch behoorlijk dwars en dit is volgens hen de bron van ellende dat het niet goed gaat in Kenia. Na een paar uur ben ik weer terug en natuurlijk heb ik weer onverantwoorde dingen gedaan door zover te gaan wandelen. Mijn motto is: ‘Vaak bu j te bange’. Ik probeer met deze laconieke en nuchtere houding hun boze verontrusting te temperen en dat lukt ook aardig, maar er blijven meerdere dames die nog steeds vinden dat het onverantwoord is. In de middag praten Irene en ik over hoe na mijn vertrek verder gaat. We maken de afspraak dat als het mogelijk is we dagelijks even contact te houden en dat er wekelijks een video wordt gemaakt en deze te bespreken. En, als er problemen dreigen, gewoon bellen.
Op een gegeven moment duurt het wachten mij te lang en met de wetenschap dat ik de komende nacht nog vele uren moet zitten, maak ik een stevige wandeling. Een lang recht pad de heuvel op, langs het Nationaal Park en spreek met verschillende mensen langs het pad. Ik ben namelijk de enige niet donker huidkleurig persoon die hier op het pad loopt. In de gesprekken gaat het vaak over corruptie. De bevolking zit dit toch behoorlijk dwars en dit is volgens hen de bron van ellende dat het niet goed gaat in Kenia. Na een paar uur ben ik weer terug en natuurlijk heb ik weer onverantwoorde dingen gedaan door zover te gaan wandelen. Mijn motto is: ‘Vaak bu j te bange’. Ik probeer met deze laconieke en nuchtere houding hun boze verontrusting te temperen en dat lukt ook aardig, maar er blijven meerdere dames die nog steeds vinden dat het onverantwoord is. In de middag praten Irene en ik over hoe na mijn vertrek verder gaat. We maken de afspraak dat als het mogelijk is we dagelijks even contact te houden en dat er wekelijks een video wordt gemaakt en deze te bespreken. En, als er problemen dreigen, gewoon bellen.
Die middag wordt er patat gemaakt van de gekocht aardappelen van een paar dagen eerder en met de kip erbij is het toch ook weer een goede maaltijd. Na het eten breekt de tijd van mijn vertrek aan. Met de auto is het maar 15 minuten naar het vliegveld. Hier nemen we afscheid van elkaar en ook ik moet plechtig beloven heel snel weer te komen. Het beloven is niet zo moeilijk, maar straks de belofte nakomen is lastiger, denk ik terwijl ik de belofte maak. Maar toch: Ik heb het beloofd. Eenmaal op het vliegveld is het aanschuiven in de rij om te kunnen inchecken en dan mag je een paar uur wachten. Tegen twaalf uur is het tijd om in te stappen en rond half een ’s nachts stijgt het vliegtuig op richting Parijs. Het is een nacht van half slapen en in je stoel hangen om tegen acht uur in Parijs te landen. Hier begint het zoeken, want bij de Fransen is toch veel in het Frans. Maar ik vind de trein die me naar een ander deel van het vliegveld brengt. Het voor mij geplande vliegtuig blijkt net vertrokken te zijn, dus ik moet mijn vlucht even omboeken en wachten op het volgende vliegtuig. Een uurtje later zat ik alweer in de lucht en drie kwartier later sta je in Nederland weer met beide benen op de grond. De bagage even ophalen en toen naar perron 3 vanwaar de trein vertrekt naar Deventer. Eenmaal in de trein is het een uur en een kwartier voordat je weer in Salland bent. De ‘lady des huizes’ staat mij op het station op te wachten en tegen half drie zijn we weer thuis.
Een indrukwekkende reis en ik heb het gevoel dat ik wat voor het gezin heb kunnen betekenen. Een nieuwe start voor hen in de coronatijd dat hun op den duur van inkomen gaat voorzien. De eerste vraag kwam eind april en toen was ook het eerste videogesprek. Daarna is het snel gegaan. De varkensstal is gebouwd en op 7 september zijn de varkens aangekomen. Iedereen heeft behoorlijk zijn best gedaan om dit te realiseren en het is ook zeker aan het doorzettingsvermogen van Irene te danken dat het tot zover gelukt is. Een leuk moment. Twee weken na mijn vertrek uit Kenia krijg ik een verrassende video geappt. De eerste zeug heeft haar biggetjes geworpen. Een gezonde toom roze biggetjes. Prachtig. Ik blijf in mijn hart altijd een varkenshouder en boer. En, ik kan de belofte waarmaken. In januari ga ik wederom naar Kenia.