Column: Links pragmatisme helpt weidevogels
Woensdag vond er op het provinciehuis in Friesland een Statenvergadering plaats. Op de agenda stond een nota over weidevogels. Friesland, en dus ook de Friese Staten, voelen een extra verantwoordelijkheid voor weidevogels, omdat ze de grootste aantallen herbergen van Nederland. Het is tegelijk een onderwerp dat politiek gepolariseerd is met aan de ene kant partijen die meer mogelijkheden willen om bijvoorbeeld predatie aan te pakken. En aan de andere kant partijen die enkel denken dat met het optimaliseren van de leefgebieden het lek boven is. Mede daardoor ontstaan er patstellingen, verandert het beleid nauwelijks en blijft de weidevogelpopulatie dalen. Op landelijk niveau zie je dat ook terug in de politieke discussies.
All-in natuurgebieden
Maar in Friesland gebeurde woensdag wat opmerkelijks. Zowel GroenLinks als de PvdA, die normaal gesproken op biotoopverbetering tamboereren, stemden nu met moties mee van het andere kamp. Beide partijen steunden de motie van VVD-Statenlid, biologisch melkveehouder en weidevogelboer Marten Dijkstra om vanuit de provincie meer druk te zetten op natuurorganisaties als It Fryske Gea, Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer. De motie had dan ook de toepasselijke titel ‘Natuurgebieden All-in voor de weidevogels’. Dijkstra had de PvdA zelfs zover gekregen om de motie mede in te dienen samen met het CDA en de Friese Nationale Partij (FNP).
Opgegeven door Staatsbosbeheer
Natuurorganisaties zijn opgericht om de natuur te beschermen, ook de weidevogelnatuur, alleen is dat lang niet altijd een prioriteit in Friesland en daarbuiten. Vorig jaar zomer schreef ik daar zelf een groot artikel over. Samen met iemand van de Vogelwacht Buitenpost bezocht ik een aantal terreinen van Staatsbosbeheer, waar bijna geen weidevogels meer zaten. Er werden wel pogingen gedaan om iets voor de weidevogels te doen, maar de beheerder van die terreinen stelde zich op het standpunt dat weidevogels op veen einde oefening was. Hij geloofde er niet meer in en ja, dan komen de prioriteiten ergens anders te liggen.
Verbetering wel mogelijk
Kleinere organisaties zoals Stichting Weideleven tonen ondertussen aan dat de weidevogelpopulatie op veengronden wel degelijk kan groeien, mits het juiste beheer wordt toegepast. En die ervaring is er ook binnen Provinciale Staten, want Marten Dijkstra is zelf het voorbeeld van een boer op veen die de populatie laat groeien. Hij timmert als Statenlid dan ook al geruime tijd aan de weg, om de grote natuurorganisaties te bewegen meer voor weidevogels te doen. Met het aannemen van de motie heeft hij op bestuurlijk niveau nu een stapje weten te zetten.
Provinciaal beleid
Dat weidevogels niet altijd de prioriteit zijn van natuurorganisaties ligt ook aan de provincie zelf. Een blik op de natuurdoelenkaart laat zien dat er in gebieden waar 50 jaar geleden nog volop weidevogels zaten op landbouwgrond, nu verschillende doelstellingen liggen voor de natuurbeheerders. Bijvoorbeeld doelstellingen met botanisch beheer die redelijk eenvoudig en tegen lage kosten beheerd worden. Daardoor creëert de provincie binnen de natuurterreinen door de subsidies gebieden die niet meer geschikt zijn voor weidevogels. En in de omgeving zijn de afgelopen 20 jaar ook houtopstanden verschenen conform provinciaal beleid, waardoor predatoren meer schuilmogelijkheden kregen.
Tenenkrommend
De motie roept de provincie op om kritischer te kijken naar de doelstellingen en meer prioriteit bij weidevogels te leggen. En bovendien meer controle uit te oefenen of de natuurorganisaties het beleid op papier ook daadwerkelijk uitvoeren. Ik vind het persoonlijk tenenkrommend om te moeten lezen dat de motie dwingt tot tijdig onderhoud door natuurorganisaties en het strooien van ruige mest. Dat staat gewoon in de subsidievoorwaarden, maar blijkbaar controleert de provincie daar niet op. Daarom verzoekt de motie ook om fysieke veldinspecties vergelijkbaar met de inspecties die boeren krijgen bij weidevogelbeheer. Ruim driekwart van de statenleden stemden voor.
Navolging
De andere motie moest het doen met 74 procent van de stemmen; GroenLinks stemde daar tegen. Die motie roept de gedeputeerde op om jagers de mogelijkheid te geven om met dempers te schieten. Daarmee worden weidevogels minder verstoord, wat het broedsucces kan vergroten.
Het mooie aan deze ontwikkeling is dat mensen met praktijkkennis andere politici weten te overtuigen en zo het beleid veranderen. In dit geval ten gunste van weidevogels, maar ik kan me voorstellen dat het ook geldt voor andere dossiers binnen de landbouw. De Friese Staten geven daarmee een mooi voorbeeld, dat navolging verdient.