BoerenNatuur: Algemene Rekenkamer denkt te simpel over weidevogelbeleid
In het rapport van de Algemene Rekenkamer is onderzocht hoeveel geld er vanuit het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), de Europese Unie en de provincies naar weidevogelbeleid is gegaan en of dit er al voor heeft gezorgd dat er weer meer grutto’s in Nederland zijn. Ondanks dat er fors is geïnvesteerd in weidevogelbeheer is het aantal gruttoparen in Nederland niet gestegen maar zelfs gedaald van 60.000 broedparen in 2000 naar 30.000 broedparen in 2020.
„Dat legt inderdaad een vinger op de zere plek”, zegt Datema. „Ondanks dat we zo ons best doen voor de weidevogels heeft dit er nog niet voor gezorgd dat de nationale trend is gebroken. Wie echter wil beoordelen of weidevogelbeleid effectief is, zou meer op gebiedsniveau moeten kijken. Met het weidevogelbeheer focussen we ons op een aantal gebieden die we intensief beheren samen met boeren. In een aantal van die gebieden blijft het aantal grutto’s de laatste jaren gelijk of is zelfs stijgend. Dit is tot nu toe alleen nog niet genoeg om ook invloed te hebben op de totale hoeveelheid grutto’s in Nederland. Wat ook jammer is is dat het rapport niet aangeeft welke verbeteringen er mogelijk zijn in het beleid.”
Benutten kansrijke gebieden
De Algemene Rekenkamer heeft ook geconcludeerd dat op slechts 15 procent van de kansrijke gebieden voor weidevogels beheer wordt uitgevoerd. Dat aantal klopt, vertelt Datema, maar hij geeft ook aan dat het niet realistisch is om op alle kansrijke gebieden weidevogelbeheer uit te voeren. „Een gebied kan landschappelijk gezien wel geschikt zijn voor de grutto, maar als de grutto daar al helemaal niet meer zit, is de kans klein dat hij daar dan nog gaat komen. Daarbij moet er wel meer geld beschikbaar komen om op een groter gebied beheer neer te leggen. De deelnamebereidheid bij de boeren is groot, het beschikbare budget is de beperking.”
De Algemene Rekenkamer had uitgezocht dat er in 2020 33,4 miljoen euro is uitgekeerd voor weidevogelbeheer. Volgens Datema zou dat bedrag verhoogd moeten worden naar 120 miljoen om grootschalig beheer te kunnen uitrollen. „Er is op dit moment geen verdienmodel voor weidevogelbeheer. Boeren moeten dus met behulp van subsidies verleid moeten worden tot weidevogelbeheer. Het nemen van maatregelen voor weidevogels heeft namelijk een grote impact op de bedrijfsvoering.”
Meer aandacht voor plas-dras gebieden
Volgens het rapport van de Algemene Rekenkamer zouden boeren nog te weinig effectieve maatregelen uitvoeren zoals het aanleggen van plas-dras gebieden en het verhogen van het waterpeil. Datema is het met de onderzoekers eens dat dit effectieve maatregelen zijn, bij effectief weidevogelbeleid is het echter van belang om een combinatie van beheermaatregelen te nemen.
Daarbij ziet hij in de afgelopen vier jaar een toename van de hoeveelheid aangelegde plas-dras gebiedjes. „Sinds 2016 zijn er 57 procent meer plas-dras gebiedjes aangelegd. Ook is de hoeveelheid kruidenrijk grasland gestegen met 71 procent. Er wordt dus al meer ingezet op zwaardere beheerpakketten dan een aantal jaar geleden. Het verhogen van het waterpeil is echter een complexe maatregel die vaak op het hele bedrijf invloed heeft. Ook kun je die maatregelen als boer niet zelfstandig uitvoeren. Je moet contact hebben met het waterschap of ze een verhoging van het waterpeil willen en of het überhaupt wel mogelijk is. Ook heeft deze maatregel invloed op eventuele buren, daar moet de boer dan ook rekening mee houden.