Overzicht van predatoren: marterachtigen
Vooral de steenmarter rukt de laatste jaren op in Nederland. De steenmarter heeft het formaat van een slanke kat met een lengte van 50 tot 60 centimeter. De vacht is asgrauw tot grijsbruin met een witte bef die vaak doorloopt tot op de poten. De steenmarter is een nachtdier dat van zonsondergang tot zonsopgang actief is. Per nacht kan een steenmarter wel 10 tot 15 kilometer afleggen. De steenmarter eet zowel plantaardig als dierlijk voedsel. Hij eet onder andere muizen, ratten, egels, jonge konijnen, vogels, eieren, kevers, rupsen, kikkers en regenwormen. Hij heeft een voorliefde voor eieren, voornamelijk van de kip, eend en fazant. Die eieren sleept hij weg van het nest waarna hij ze op een rustige plek opeet.
De wezel heeft een lengte van 16 tot 30 centimeter en wordt meestal niet ouder dan één jaar, maximaal zes jaar. Leefgebied tot circa 25 hectare. De wezel is dag- en nachtactief. De wezel leeft in open, vaak relatief droge gebieden, deels ondergronds. Het dier speurt, staande op de achterpoten, de omgeving af. Andere marterachtigen doen dat ook. Een wezel kan door het kleine formaat moeiteloos muizenholen in. Het voedsel bestaat dan ook vooral uit muizen. De wezel lijkt sterk op de iets grotere hermelijn. Alleen heeft de hermelijn een zwarte staartpunt die ontbreekt bij de wezel.
De hermelijn heeft een lengte van 30 tot 40 centimeter (inclusief staart) en kan in de winter geheel wit zijn met zwarte staartpunt. De hermelijn heeft zwarte staartpunt die bij de iets kleinere wezel ontbreekt. Verder lijken de wezel en hermelijn sterk op elkaar. Een hermelijn wordt meestal niet meer dan twee jaar oud , maximaal tien jaar oud. Leefgebied tot circa 100 hectare. Ook de hermelijn is dag- en nachtactief. De hermelijn komt veelal in nattere gebieden voor dan de wezel. Bij het zoeken naar voedsel volgt het dier de dekking van onder andere heggen, muurtjes, oevers en rietzomen en speurt ieder holletje, nisje of ander hoekje na. Op het menu staan vooral woelmuizen en -ratten, maar ook konijnen, vogels en eieren.
De bunzing is 30 tot 65 centimeter lang, met een lange ruigharige staart. Wordt maximaal tien jaar oud, maar leeft meestal minder lang. Leefgebied tot circa 1.000 hectare. De bunzing is vooral schemer- en nachtactief. Het dier heeft geen voorkeur voor een bepaald leefgebied, mits er voldoende dekking aanwezig is zoals houtopstanden, rietkragen en ruige stroken. Het scala prooidieren is breed: konijn, haas, bruine en zwarte rat, woelrat, muskusrat, muizen, vogels en eieren, kikkers en padden.
Herkennen
Sporen van deze predatoren zijn nauwelijks te vinden, uitgezonderd bij sneeuwval. Deze marterachtige verrassen vogels ’s nachts op het nest. Vogelkadavers met kaalgevreten nek worden vaak aan hermelijn of wezel toegeschreven. Marters bijten eieren aan een pool of de zijkant open. Wie afdrukken van hoektanden ziet staan kan aan de hand van de afmetingen inschatten welke marterachtige zijn slag heeft geslagen. Hoektandafstanden: wezel 2,6 tot 5,0 millimeter, hermelijn 5,0 tot 7,0 millimeter en bunzing 7,5 tot 13,5 millimeter. Marterachtige laten de eieren vaak in de buurt van het nest achter, behalve bij de bunzing die ze meestal meeneemt naar een rustplek.
Bekijk hieronder voorbeelden van gepredeerde nesten door de wezel of hermelijn en bunzing.
Tekst gaat verder onder afbeelding.
Voorkom geursporen
Vermijd onnodige nestcontrole zodat er geen geursporen zijn voor predatoren om te volgen. Bepaal zoveel mogelijk van een afstand of eieren uit zijn. Hogere predatie door marterachtige heeft mogelijk te maken met een muizenarm jaar. Predatie door wezel of hermelijn doet zich vaak tijdelijk voor in een relatief klein gebied.
De komende tijd besteedt Agrio (uitgever van deze website) aandacht aan het thema predatie. Hierin wordt behandeld wat predatie is, uitgelegd wat de verschillen zijn tussen predatoren en hoe een boer maatregelen kan nemen om predatie te voorkomen.