Waterschap Rivierenland
'Vermindering geborgde zetels niet aan de orde'
Provinciale Staten van Zuid-Holland heeft besloten om het aantal geborgde zetels terug te brengen van negen naar het minimumaantal van zeven voor de waterschapsbesturen van Rijnland, Delfland, Schieland en de Krimpenerwaard, Rivierenland en Hollandse Delta. Voor de wijziging in het reglement moet voor Waterschap Rivierenland overleg plaatsvinden met de provincies Utrecht en Gelderland omdat dit water van Rivierenland niet alleen door Zuid-Holland stroomt.
Waterschap Rivierenland kan nog niet iets zeggen. In een voorlopige brief staat dat Rivierenland niet vooruit wil lopen. Eerst zal de Tweede Kamer volgens projectleider waterschapsverkiezingen Rivierenland Wim van der Linden een beslissing moeten nemen over de geborgde zetels. Van der Linden zegt dat het bestuur bepaalt. „Die dertig koppen in het waterschapsbestuur gaan hierover, en zij zijn tot op heden verdeeld.” Volgens de projectleider is de provincie Gelderland er ook mee bezig, maar Gelderland wil eerst ook in gesprek met de andere waterschappen.
Waterschapsverkiezingen
Van der Linden verwacht dat dit besluit van de Tweede Kamer er wel snel moet komen omdat het anders voor de verkiezingen in 2023 niet is geregeld. Hij denkt dat het voor de hand ligt dat er nog niks wijzigt, en dat dit wellicht ook het beste zou zijn. „Dus is het voorlopig voortborduren op hoe het nu gaat. Zonder wijziging kan ik nog niet anticiperen.”
Indiener van het Zuid-Hollandse plan is PvdA-Statenlid Evelyn Hijink: „Het terugbrengen van het aantal geborgde zetels van acht of negen naar zeven is daarin een klein stapje, maar wel wezenlijk. Op deze manier is er voor kiezers iets meer te kiezen.” Voor Rivierenland gaat het dus om slechts één geborgde zetel. Lotte Kaatee, persvoorlichter van het waterschap, schrijft dat ‘ze er als waterschap geen opvatting over hebben. Het zijn namelijk de Tweede Kamer en de Provinciale Staten die de kaders rondom de geborgde zetels bepalen.’