Gelderland past opnieuw kaart aan: minder stikstofgevoelige natuur in Rijntakken
Voor nog eens circa 1500 hectare in hetzelfde gebied is verder onderzoek op de percelen zelf nodig, meldt Gelderland in een persbericht. De hectares die nu van de kaart af gaan, tellen niet mee in een stikstofbeoordeling. Dit kan betekenen dan het voor een nabijgelegen ondernemer makkelijker is om een natuurvergunning te krijgen.
Onderzoek naar kaarten
Gelderland begon vorig jaar met versneld onderzoek naar agrarische percelen die in het rekenprogramma Aerius zijn aangeduid als stikstofgevoelig, nadat uit onderzoek van onder meer STAF en Agrio bleek dat er agrarische percelen zijn aangewezen als stikstofgevoelig. Hierover zijn ook Statenvragen en Kamervragen gesteld. De provincie beheert de kaarten waarop stikstofgevoelige natuur in Aerius is aangegeven. Met deze kaarten wordt via het programma van het RIVM berekend of er stikstofeffecten op stikstofgevoelige natuur zijn, en of er dus een vergunning nodig is.
Gelderland haalde vorig jaar in juni ongeveer 2000 hectare van de kaart op basis van bureauonderzoek. Vorig jaar bleef zo’n 2200 hectare over waarvoor aanvullend onderzoek in het veld nodig was. Dat is voor de eerste hectares nu gebeurd. Er blijft voor 2022 nog zo’n 1500 hectare over waar verder onderzoek nodig is. 'Voor waar wij veldwerk uitvoeren vragen wij toestemming voor het betreden van de percelen die in eigendom zijn van particulieren, dit doen wij met een brief waarin ook de reden van het veldwerk staat', schrijft de provincie.
Verschillende gebieden
Stikstofgevoelige natuur komt alleen voor in Natura 2000-gebieden. In de Rijntakken gaat het nu vooral om leefgebieden van vogels en andere dieren. Om te bepalen of een stikstofgevoelig leefgebiedtype daadwerkelijk voorkomt, is landelijk in eerste instantie een beoordeling gemaakt op basis van het voorzorgsbeginsel: als niet zeker is dat er géén stikstofgevoelig leefgebiedtype aanwezig is, wordt een perceel als stikstofgevoelig leefgebiedtype op de kaart aangegeven. Daarna volgt een verfijning om zo met onderzoek te bepalen of er inderdaad sprake is van stikstofgevoelige vegetatie. Bij elke actualisatie van AERIUS wordt de informatie uit deze nadere analyse verwerkt. Gelderland: 'Omdat het om veel verschillende gebieden gaat, is het niet mogelijk om alles in één keer te verfijnen. Dat gebeurt in etappes.'
Het lopende onderzoek heeft alleen betrekking op percelen in Natura 2000-gebied Rijntakken. 'In 2021 zijn vooral intensiever gebruikte graslanden onderzocht. Komend jaar gaat het daarnaast ook om soortenrijke graslanden. Door het grote aantal percelen en het late hoogwater in de zomer van 2021 is het niet gelukt om in dat jaar alle percelen te bezoeken en te beoordelen. In 2022 wordt het veldonderzoek voortgezet. De grondgebruikers die het betreft zijn hiervan op de hoogte gesteld.'
Meegenomen bij vergunningverlening
Omstreeks 1 mei 2022 is de ligging van de percelen die nu opnieuw zijn beoordeeld zichtbaar via de website van de provincie. De resultaten uit de veldcheck van 2021 neemt Gelderland vooruitlopend op de verwerking in Aerius 2022 mee in concrete vergunningaanvragen. De nieuwe informatie wordt waarschijnlijk pas eind 2022 verwerkt in Aerius. Provincie Gelderland organiseert voor de zomer een online bijeenkomst over de aanpassing van de habitatkaarten, Meer informatie hierover volgt. Ook Overijssel schrapte eerder al stikstofgevoelige natuur.
Tekst: Guus Daamen
Als zoon van een fruitteler opgegroeid tussen de appelbomen in Gelderland. Tijdens mijn master Journalistiek aan de Vrije Universiteit in Amsterdam mij verder gespecialiseerd in politiek. Schrijft voor Agrio voornamelijk over Politiek en Beleid. Luistert, vraagt en onderzoekt. Andere passie: sport.
Beeld: Guus Daamen
Bron: Provincie Gelderland