Is de uitgestelde maaidatum houdbaar bij goed beheer kruidenrijk grasland?
Onderzoeker Anne Jansma is specialist op het gebied van natuurinclusieve landbouw en houdt zich bezig met de implementatie van kruidenrijk grasland op melkveebedrijven in weidevogelgebieden. Hij vertelde over zijn bevindingen ‘in het veld’ tijdens het weidevogelsymposium (25 april) op de Dairy Campus in Leeuwarden.
„Als het om weidevogels en kruidenrijk grasland gaat, dan is de ‘doorwaadbaarheid’ van belang", zegt hij. „Dat is vanaf de fase na het dominante tussenstadium. Dat is kruidenrijk grasland waarin kuikens zich makkelijk kunnen bewegen en er voldoende kruiden groeien die veel verschillende soorten insecten aantrekken.”
Kleinere kevers
In het project ‘Koeien en Kruiden’ waar Jansma bij betrokken is, werd duidelijk dat in kruidenrijk grasland meer verschillende soorten loopkevers voorkomen. Doordat er meer soorten voorkomen, zitten er ook kleinere kevers tussen die voor kuikens makkelijker te eten zijn. „Een gevarieerd voedselaanbod vergroot de overlevingskansen van de weidevogelkuikens.”
Om het tussenstadium voorbij te komen is goed beheer van belang. Een lage bemesting (het liefste met vaste stalmest), voorweiden en het waterpeil zijn belangrijk. Ook zit de uitgestelde maaidatum de boeren soms in de weg. Tornen aan de uitgestelde maaidatum is ingewikkeld. Weidevogelkuikens moeten vliegvlug zijn om te ontkomen aan de maaimachine. Bovendien lopen beheerpakketten via het ANLb (waarin een uitgestelde maaidatum een eis is) voor meerdere jaren. „Het gewas kan vergrassen als er te laat wordt gemaaid. We starten daarom een proef om te kijken of het zin heeft om in de winter te maaien.”
Te weinig kennis
Er is een groep boeren die met kruidenrijk grasland ‘tegen wil en dank’ aan de slag moet, vanwege eisen van zuivelbedrijven als A-Ware (Beter voor koe, natuur en boer) en FrieslandCampina (On the way to PlanetProof). En er is een groep boeren die voor kruidenrijk grasland kiest als beheerpakket in het ANLb. „Er is een groeiende interesse voor kruidenrijk grasland, maar om economische en praktische redenen zoals te weinig kennis onder boeren is het nog geen gangbare praktijk.”
Terwijl kruidenrijk grasland wel goed is in te passen in de bedrijfsvoering van een gangbaar bedrijf, liet de Friese melkveehouder Kees Boon in een speciaal voor het symposium opgenomen video weten. „Zo’n 20 procent van het land dat wij gebruiken bestaat uit kruidenrijk grasland. De kunst is om er zo min mogelijk aan te doen. We nemen het gras mee in het rantsoen van de koeien. De kalfjes krijgen alleen het kruidenrijke hooi, aangevuld met krachtvoer. Ze gaan meer herkauwen waardoor er bepaalde stofjes vrijkomen die de gezondheid bevorderen.”
De melkveehouder uit Delfstrahuizen ziet door kruidenrijk grasland een win-win-winsituatie. „We doen wat aan de biodiversiteit, hebben gezondere koeien en de mensen die in de lente en zomer langs de weilanden rijden vinden de bloemen in het perceel mooi. Ik denk dat kruidenrijk grasland heel goed past in de bedrijfsvoering van een melkveebedrijf, twintig procent is daarbij voor ons wel de max.”
Rietachtig gewas
Jansma geeft aan dat er voor de toekomst wel uitdagingen zijn op het gebied van boeren die al kruidenrijk grasland hebben. Hij wil in de komende jaren verder onderzoek doen, dat kan omdat het lectoraat weidevogels van hogeschool Van Hall Larenstein een verlenging heeft gekregen. „Kruidenrijk grasland dat een aantal jaar staat kan doorslaan naar een meer rietachtig gewas, op veengrond is dat een probleem. Dan wordt het gewas te dicht, ook voor weidevogels, en wordt de opbrengst minder. Het is de vraag hoe we dat voorkomen.”