Veehouders Wanneperveen naar rechter om ruilverkaveling gronden zonnepark

Het zonnepark is een initiatief van energiebedrijf Powerfield, en moet 20 duizend huishoudens gaan voorzien van stroom. De panelen komen te liggen op 40 hectaren van het veehoudersbedrijf van de gebroeders Willem en Hendrik Santing in Wanneperveen aan de Zomerdijk. De agrarische onderneming heeft voor het zonnepark ook enkele percelen nodig die nu nog in bezit zijn van het Rijksvastgoedbedrijf, maar die door de broers al gepacht worden. Ze waren met het overheidsbedrijf besprekingen begonnen over ruilverkaveling.

Meewerken bevestigd

Een ambtenaar was in het voorjaar van 2021 ter plekke komen kijken, en had naderhand per mail bevestigd dat het Rijksvastgoedbedrijf zou meewerken aan een grondruil. Daarna stokte de besprekingen echter tussen het veehoudersbedrijf en het Rijksvastgoedbedrijf.

Het veehoudersbedrijf in Wanneperveen stapte naar de rechter in Den Haag, om te eisen dat het Rijksvastgoedbedrijf alsnog meewerkt aan de ruilverkaveling. Tijdens de zitting donderdag verklaarde de advocaat van de gebroeders Santing dat de tijd begint te dringen. „Dit kan niet eindeloos doorgaan. In het eerste kwartaal van volgend jaar moet het zonnepark gerealiseerd zijn.” Anders dreigt het zonnepark haar aansluiting op het elektriciteitsnet te verliezen.

Bijbetaling

Het Rijksvastgoedbedrijf wil in principe wel gronden ruilen, maar verlangt nog wel een bijbetaling van de gebroeders Santing voor haar gronden. Daarvoor dient er eerst een taxatierapport opgesteld worden. Het Rijksvastgoedbedrijf wil vaststellen of er sprake is van waardevermeerdering van haar grond als deze niet langer een agrarische bestemming heeft maar gebruik gaat worden voor energieopwekking.

Tijdens de zitting bleek dat het nog wel weken gaat duren. Om het veehoudersbedrijf enigszins tegemoet te komen stelde de rechter tijdens het kort geding een vaststellingsovereenkomst op, waarin het Rijksvastgoed zich verplicht om binnen een week te beginnen met het taxatierapport. „Zo geef ik toch nog een zetje aan de molen”, zei de rechter tegen de veehouders.