No-nonsense natuurinclusief
Een oplossing voor de uitdagingen waar onder andere de agrarische sector voor staat qua klimaat, water, stikstof en biodiversiteit is natuurinclusieve landbouw. Althans, die term wordt vaak gebezigd door beleidsmakers. De term kringlooplandbouw of regeneratieve landbouw valt in dit verband ook regelmatig. Zo ook in Gelderland, die als provincie uitvoering geeft aan de opdracht vanuit het Rijk om via wat heet de Gebiedsgerichte Aanpak (GGA) al die uitdagingen te vertalen in doelen en een integrale gebiedsgerichte aanpak om al die doelen te verwezenlijken. Dit is allemaal misschien wat hoog over en weinig concreet. Toch zijn er in Gelderland al best veel boeren actief met natuurinclusieve landbouw. Vanuit hun innerlijke overtuiging dat zij op die manier een antwoord hebben op al die genoemde uitdagingen. Het volledige antwoord is best nog wel een zoektocht, maar het zijn stuk voor stuk boeren die de handschoen zelf hebben opgepakt. Het Platform Natuurinclusieve Landbouw Gelderland heeft zes ondernemers in de provincie bereid gevonden als inspiratiebedrijf te fungeren. Vijf boeren en één boerin die ieder dit jaar willen delen waarom ze aan natuurinclusieve landbouw doen, wat het volgens hen is en vooral: hoe zet het doen. Want natuurinclusief is voor hen niet wollig, maar concreet. Al is het voor hen ook een zoektocht naar een nieuwe balans tussen natuur en bedrijf, waardoor hun verdienvermogen en toekomstperspectief overeind blijft.
Mathijs Groot Koerkamp in Harfsen:
‘Moet ik dan boompjes planten?’
Eerlijk gezegd wist Mathijs Groot Koerkamp uit Harfsen (165 koeien) vorig jaar ook niet precies wat natuurinclusieve landbouw inhield. Toen hij vorig jaar werd gebeld met de vraag of hij deel wilde nemen aan een project gericht op praktische kennis over natuurinclusieve landbouw dacht hij: ‘moet ik dan boompjes gaan planten’? Toen de projectleider hem overtuigde dat de praktische invulling nu juist de inbreng van alle boeren in het project is, was Groot Koerkamp overtuigd en zegde hij toe. Wat Natuurinclusieve landbouw is? ‘Voor mij is dat het zoveel mogelijk de natuur z’n werk laten doen, waardoor je minder input nodig hebt om bij te sturen bijvoorbeeld door middel van kunstmest of gewasbeschermingsmiddelen.’ Via gras-klaver en kruidenrijk grasland bespaart hij kunstmest. En bij een flink perceel mais gaat hij dit jaar proberen geen gewasbeschermingsmiddelen in te zetten. ‘Maar het is ook een veel mooiere manier van boeren! Je ziet gewoon dat dingen vanzelf gaan, dat de natuur het wel regelt.’
Kennis maken met het bedrijf? Neem dan deel aan de praktijkmiddag: Betere bodem, minder kunstmest en chemie op 23 juni in Harfen
Tom Lankhorst in Voorst:
‘Bodem belangrijker dan koeien’
‘Voor mij komt natuurinclusief boeren neer op de bodem beter zijn werk laten doen.’ Korter kan Tom Lankhorst, die in maatschap met zijn vader Henk en moeder Anne-Marie 140 koeien houdt op het landgoed Beekzicht in Voorst, het niet samenvatten. ‘De bodem is eigenlijk nog belangrijker dan de koeien.’ Deze bodemgerichte focus gaat hand in hand met het streven naar minder kunstmest door de inzet van grasklaver; vorig jaar is dit areaal verdubbeld van 7 naar 14 ha. Het bedrijf van Lankhorst kenmerkt zich verder door de aanwezige landschapselementen in de vorm van knotwilgen, meidoornhagen en een paar houtsingels. ‘Knotwilgen zijn goed voor 30 tot 40 verschillende insectensoorten, daar doen we als boer óók ons voordeel mee.’ Verbinding leggen met burgers doet Lankhorst onder andere via de verkoop van hun Voorstenaer kaas die door de coöperatie Hollandsche Meesters in Rhenen wordt gemaakt. Een gevarieerde zoektocht, waarbij volgens Tom geldt: ‘Je moet niet alles tegelijk willen doen.’
Maak kennis met dit bedrijf? Neem dan deel aan de praktijkmiddag: Geld verdienen met natuur op 5 juli in Voorst
Conny van den Top in Lunteren:
‘Zoektocht naar nieuwe balans’
Conny van den Top runt met haar man Jan Vaarkamp een gemengd bedrijf met 65 koeien en 5000 biologische leghennen in Lunteren. ‘Groot is niks voor ons, we willen alles samen rondzetten en ondertussen onze drie jonge kinderen opvoeden.’ De bescheiden omvang gaat wel gepaard met een enorme dosis nieuwsgierigheid en lef. Nodig voor de ‘zoektocht naar een nieuwe balans’, zoals Van den Top dat noemt. ‘Meer handelen kijkend naar de kringloop. Je moet uit het bestaande systeem stappen en dat vraagt om het nodige geduld.’ Zo combineert de boerin de Gelderse Vallei het houden van haar 5000 biologische leghennen met 82 walnootbomen in de uitloop. Schuilplek voor de kippen, betaald vastleggen van CO2 en straks verkoop van de noten. Ander voorbeeld? Ze experimenteert met 50 apart gefokte dubbeldoelkippen om eieren én vlees te verkopen. ‘Ik ben een trotse boerin, ben er trots op dat we voedsel mogen produceren en ben trots op ons bedrijf.’
Wil je persoonlijk kennis maken met deze boerin? Kom dan 30 juni naar de praktijkmiddag waarin de zoektocht naar een nieuwe balans centraal staat.
Edwin Sengers in Wijchen:
‘Biodiversiteit boven en onder de grond stimuleren’
Natuurinclusief is volgens Edwin Sengers in Wijchen alles wat groeit, bloeit en leeft op en rondom hun bedrijf. Hij heeft samen met zijn gezin een melkveebedrijf (115 melkkoeien op 115 ha) met een bloeiende recreatietak gelegen tegen het Wijchense Ven. Dit jaar heeft hij al zijn energie gestoken in een nieuw project waarin hij samen met Vereniging Nederlands Cultuurlandschap en Collectief Rivierenland 25 hectare voormalige akkerbouwgrond natuurinclusief heeft ingericht. Deze extra gronden pacht hij van Oud Burgeren Gasthuis. Ondertussen zijn er 4 kilometer heggen aangeplant en zijn de overige percelen ingezaaid met granen, mais, voederbieten, kruidenrijk grasland en veldbonen. Daarnaast zijn er ook kleurrijke akkerranden gezaaid. Nuttig voor de vlinders, bijen en insecten en genieten voor de burger. “Aan het eind van dit groeiseizoen hoop ik dat we dan onze koeien volledig kunnen voorzien van eigen voer, onze CO2 footprint kunnen verlagen met de teelt van eigen krachtvoer en zowel de biodiversiteit boven als in de grond weten te stimuleren. Daar doe ik het voor’’, merkt hij tot slot op.
Bezoek dit bedrijf in Wijchen op 12 juli tijdens de praktijkmiddag waar aandacht is voor het pachten van grond voor meer natuurinclusieve landbouw.
Gerrit Verweij De Geus in Deil:
“Samenwerken met de natuur is mijn uitgangspunt’’
“De bodem en de natuur maken het mogelijk dat we hier appels en peren kunnen telen. Daar moeten we zuinig op zijn’’, zegt Gerrit Verweij De Geus. Hij teelt in het Betuwse Deil 4 hectare peren, 6 hectare appels en heeft sinds 2 jaar 1 hectare walnoten. De komende tijd gaat hij zich specifiek richten op het verminderen van het middelenverbruik in de appels. ‘’Er verdwijnen steeds meer middelen en we moeten als sector op zoek naar goede alternatieven’’, meent Verweij De Geus. In de perenteelt heeft hij hier al mee geëxperimenteerd. Zo kiest hij ervoor om het gesnoeide perenhout onder de bomen te laten liggen. Ook heeft hij gedeeltelijk wat akkerranden laten staan, zodat de wilde bij, sluipwesp, oorworm en zweefvlieg in de winter kunnen overleven. En met resultaat. Hij heeft in het begin van het seizoen een keer minder hoeven te spuiten tegen perenbladvlo, omdat de oorwormen tijdig de perenbladvlo aanpakten. En het spuiten voor spint in de peren heeft hij helemaal achterwege kunnen laten.
Bezoek het bedrijf van Gerrit Verweij De Geus in Deil op 29 juni tijdens praktijkmiddag over natuurlijke plaagbestrijding en meer ...
Martijn en Ursula te Brake in Woold:
“We willen graag laten zien dat het kan''
Boeren met de natuur is wat betreft Martijn en Ursula te Brake het uitgangspunt binnen hun bedrijfsvoering op hun prachtige locatie in Woold nabij een Natura2000-gebied. ‘’We willen laten zien dat je ook op deze locatie op een moderne manier kunt ondernemen door juist gebruik en rekening te houden met de natuur op en rondom ons bedrijf’’, zegt Martijn. Er wordt hier al sinds de 18e eeuw geboerd in dit kleinschalige cultuurlandschap. Dat betekent in de praktijk dat elk perceel van dit bedrijf omringd is door een struweelrand, een haag of een singel; dat vraagt om een extensieve bedrijfsvoering. Ze houden dan ook 65 melkkoeien en 35 stuks jongvee op 65 hectare land, waarvan 46 hectare gras (gras-klaver en kruidenrijk), 7 hectare natuurgras en 11 hectare maïs. ‘’Dit jaar willen wij ons richten op het optimaal voeren van eiwit van eigen land door de koeien dag en nacht te laten weiden en door de mais te oogsten als MKS. Zo proberen we de kringloop op ons bedrijf verder te sluiten, zodat we de aankoop van (kracht)voer kunnen beperken’’.
Maak kennis met Ursula en Martijn te Brake in Winterswijk tijdens de praktijkmiddag op 7 juli waar de focus ligt op aandacht ruw eiwit in het rantsoen binnen een natuurinclusieve bedrijfsvoering.