Column: Help jouw bedrijf en de provincie om Aerius op te schonen
De twaalf provincies in Nederland zijn verantwoordelijk voor het natuurbeleid en daarmee ook voor de juiste natuurkaart die in het rekenmodel Aerius zit. Ieder jaar wordt die provinciale natuurkaart aangepast. Voor een deel zijn dat logische aanpassingen, omdat de natuur uit zichzelf ook verandert of omdat er omvormingsbeheer plaatsvindt zoals van bos naar hei. Een groot deel van die aanpassingen, zo heb ik mij al eens door een ambtenaar van het ministerie van LNV laten vertellen, komt doordat er ‘nieuwe natuur’ wordt ontdekt. Dan blijkt er in de praktijk een ander habitattype voor te komen dan er op de provinciale natuurkaart staat.
Natuurkaartaanpassingen
Dat is natuurlijk vreemd, want dat zou betekenen dat het rijk, de provincies en de natuurorganisaties samen een natuurkaart hebben opgesteld, zonder dat die overal goed is onderbouwd. Voor boeren, woningbouw, industrie en andere projecten was dat lange tijd niet zo relevant. Dat is verandert doordat in 2035 74 procent van de stikstofgevoelige natuur binnen Natura 2000-gebieden onder de kritische depositiewaarde moet zitten. Dan telt ieder stikstofgevoelig hexagoon, zeshoekige hectare in Aerius, mee. En is het dus ook van belang dat de natuurkaarten van de provincies die in Aerius gebruikt worden kloppen.
Fouten
De afgelopen jaren werd die natuurkaart vooral aangepast vanuit natuurorganisaties en provincies, waardoor er opeens stikstofgevoeligere natuur op de natuurkaart verscheen. Dat ging niet altijd goed. Zo ging ik in Drenthe al eens kijken naar zo’n aanpassing in het Leggelderveld en bleken 20 heideplantjes in Aerius opeens tot twee stikstofgevoelige hexagonen te leiden. Dat is een fout in Aerius die er nog steeds in zit, want de minimale omvang van stikstofgevoelige natuur om op te nemen op de natuurkaart is 100 vierkante meter.
Jeneverbos
En vorige week was ik ook in Drenthe in het Mantingerveld om te kijken naar een zandverstuiving. Tenminste, zo stond het op de natuurkaart en in Aerius, maar in plaats van zand happen had ik tot in mijn onderbroek naalden van jeneverbessen zitten. Het bleek gewoon bos te zijn en dat is relevant, want die heeft een kritische depositiewaarde van 1071 mol in plaats van de 714 mol die geldt voor zandverstuivingen. Akkerbouwer Wiljo Hepping die met zijn bedrijf tegen dat Natura 2000-gebied aan ligt, bracht me naar die plek. In plaats van op de trekker te stappen en te demonstreren, zocht hij uit of de natuurkaart wel klopte. Hij kwam er achter dat de meest stikstofgevoelige natuur in zijn omgeving fout op de natuurkaart staat en in werkelijkheid een hogere kdw zou moeten hebben. En dat is gunstig voor iedereen, want daardoor is het voor de provincie eenvoudiger om de wettelijke doelstelling te halen, zijn er minder maatregelen nodig vanuit overheden en zijn wij als belastingbetaler minder geld kwijt aan die maatregelen.
Hepping-methode
Ik vroeg de verantwoordelijke gedeputeerde in Drenthe of dit misschien een goede aanleiding was om een onderzoek in te stellen en alle stikstofgevoelige natuur te controleren op fouten. Dat vond hij niet nodig omdat het in de gebiedsprocessen meegenomen zou worden als partijen die aan tafel zitten dat zouden inbrengen. Omdat ik inschat dat dit vanuit de natuurorganisaties niet op tafel komt en vanuit de provincies ook niet, zal het vanuit de landbouw moeten komen. Daarom is het goed om deze vrij simpele onderzoeksmethode, die ik maar even de Hepping-methode noem, even kort uit te leggen. Dan kan iedereen in Drenthe, maar ook in de andere provincies zelf controleren of de natuurkaart klopt.
Aerius-kaart
Wiljo Hepping gebruikte twee bestanden. Hij keek in Aerius Calculator waar in zijn omgeving de meest stikstofgevoelige natuur voorkomt. Klik hiervoor op [nieuw] en zoom op de kaart in naar jouw omgeving. Klik rechtsboven op [Kaartlagenpaneel] en klik onderaan bij [Achtergrondkaart] op het pijltje en klik [Luchtfoto] aan. Daarna klik je het menu [kaartlagen] weer weg. Klik vervolgens rechtsboven op het icoontje [informatiepaneel] en klik daarna ergens op de kaart in het natuurgebied. Klik vervolgens op de naam van het natuurgebied. Alle voorkomende habitattypen zijn vervolgens aan te vinken en worden zichtbaar op de kaart. Deze habitattypen vergeleek Hepping met de vegetatiekarting van het gebied. Deze vroeg Hepping op bij de provincie. Vervolgens is het vergelijken of het klopt. Komt de vegetatiekartering niet overeen met de kaart in Aerius, dan is het zaak om dit door te geven aan de provincie.