Fotoserie: Buurse maakt met knapzak gevolgen van stikstofplannen aan toerist duidelijk
„Is het dan nu echt al twee over twaalf?” vraagt kampeerder Ed Wijnhoven uit Venray (LB) aan de lokale melkveehouders Dianne Vedders en Huub Kamphuis op camping de Veldscholte in Buurse. Vedders antwoordt: „Ja. Een makkelijk rekenvoorbeeld: stel dat er hier vijftig boerenbedrijven zitten, dan moeten er veertig in totaal zo’n vijftig tot zeventig procent stikstof reduceren. Eigenlijk betekent het dat je dan wel kunt stoppen met je bedrijf. Als de boerenbedrijven verdwijnen dan tast dat leefbaarheid van Buurse aan en dat is zuur te verteren.”
De dialoog hierboven is een voorbeeld van gesprekken die er afgelopen week meer werden gevoerd op diverse campings nabij Buurse. Inwoners uit het dorp, zowel boeren als burgers, gingen met knapzakken naar verschillende campings om daar de impact van de geplande stikstofplannen op hun dorp aan de toeristen uit te leggen. De situatie van het dorp is namelijk best bijzonder. Buurse ligt tussen drie Natura 2000-gebieden in: het Buurserzand, Haaksbergerveen en Witte Veen. Voor boeren uit de plaats betekent het dat ze vijftig tot zeventig procent stikstof moeten reduceren als de plannen van het kabinet doorgaan.
Duitsland
Daarnaast ligt de plaats ook nog pal aan de Duitse grens. Een melkveehouder kan vanuit zijn stal zelfs de Duitse windmolens van dichtbij zien die op een paar honderd meter afstand draaien. Kamphuis benadrukt de kromme verhoudingen: „In Duitsland mag er 140 keer meer stikstof uitgestoten worden dan hier. Ik denk dat hier wel 50 procent van de stikstofuitstoot in Buurse uit Duitsland komt.” Een hard gelag is dat er in Duitsland volop nieuwe stallen gebouwd worden, terwijl aan deze kant van de grens onzekerheid de boeren in bedwang houden. Het CBS becijferde eerder al dat zo’n 32 procent van de totale stikstof die neerslaat op de Nederlandse bodem uit het buitenland komt.
Terug naar de camping. Terwijl Wijnhoven de barbecue met een schuin oog in de gaten houdt, geeft hij aan de zorgen van de boeren uit Buurse te begrijpen: „In mijn optiek zijn de boeren altijd natuurliefhebbers geweest en beheerders van het eigen land. Dat botst met de plannen van het Rijk die er nu liggen. Als je een jonge boer bent en je wil een bedrijf overnemen, dan snap ik dat de plannen hier in Buurse voor stress en onzekerheid zorgen.”
Hij waardeert dan ook hun sympathieke actie. „In het begin merk je dat er sympathie is voor de boeren: de omgekeerde vlag hing overal, maar toen er bij de acties rotzooi op de snelweg werd gegooid, dan merk je dat de sympathie omslaat. Dat vind ik ook te ver gaan. Met dit charmeoffensief bereik je Den Haag niet denk ik, maar je wint wel sympathie. Ik vind dat ze hun zorgen goed uitleggen.”
Diezelfde geluiden komen meer voorbij als Kamphuis en Vedders met de knapzakken over de camping lopen en de gasten uitleg geven over de stikstofproblematiek. De knapzak is een boerenzakdoek gevuld met verschillende producten waar melk in zit: nootjes, chips, jus, soep, snoepjes, kauwgom en frisdrank. Joan Leppink, één van de mede-initiatiefnemers, geeft uitleg bij het inpakken van de knapzakken: „We willen de burgers bewust maken dat melk in veel meer producten melk zit dan alleen kaas en melk, zoals frisdrank en snoep. Ook zit er een boekje in met twee fietsroutes en wat weetjes, bijvoorbeeld dat we de restproducten van de consumentenvoeding zoals koekjesmeel weer voeren aan varkens en zo de kringloop gesloten wordt.” De weetjes zorgden voor een duidelijke ‘oh’ bij een campingbezoeker: toen ze het flesje met Rivella uit de knapzak haalde, zei ze glimlachend: „Ik wist niet dat hier melk in zat.”
Struinend over de camping is het bij sommige vakantiegangers gelijk duidelijk dat ze de boeren steunen, zoals bij André Kuik uit Zuidwolde (DR). Op de hoeken van zijn voortent heeft hij, net als veel inwoners uit Buurse, de Nederlandse vlag op kop opgehangen. Langzamerhand het symbool van het boerenprotest. Als hij een knapzakactie aangeboden krijgt, dan geeft hij aan de boeren volledig te steunen. „Het is verschrikkelijk wat er moet gebeuren.” Hij zou het jammer vinden als het platteland hier verdwijnt: „Je hebt hier alles: bos, natuurgebieden, weilanden met koeien en mooie akkers. Het valt mij op dat hier alles erg netjes en schoon is. Het is hier prachtig. Wat mij betreft horen de boeren zeker thuis in dit landschap. Het zou zonde zijn als ze hier moeten verdwijnen.”
Volgens Kuik wordt er bij de stikstofcrisis te eenzijdig naar de landbouw gekeken. „Op de snelweg wordt ook CO2- uitgestoten. Ze moeten niet alleen naar de boeren kijken, maar ook naar de industrie en het verkeer. Nu wordt er alleen maar naar de boer gekeken. Dat is niet terecht.”
Dieper probleem
Buurse is een dorp waar boeren, burgers, natuur en toerisme al decennialang samengaan. Het hele dorp helpt dan ook met het vullen van de knapzak of het rondbrengen ervan op de campings. De saamhorigheid is niet alleen bij die actie te zien, ook bij verschillende woningen in het buitengebied zijn publieksvriendelijke borden langs de weg geplaatst met ludieke teksten als ‘Van voedselproducent naar voedselbankcliënt’ en ‘ie zólt nig stell’n (het achtste gebod in de bijbel: zij gult niet stelen, red.). Als toelichting daarop: ‘Je kunt niet zomaar vergunningen, land of rechten van een boer afnemen’. De actie ontstond bij het paardentopsportevenement Military Boekelo, waar ook weleens borden met ludieke teksten worden geplaatst als ‘de knoll’n op’ (doodmoe zijn, red.). De twee fietstochten leiden de toeristen langs meer van zulke borden.
Met alle acties willen de boeren en burgers uit Buurse duidelijk maken dat niet alleen de boeren worden geraakt door de stikstofproblematiek. Kamphuis legt het uit: „Met één probleem oplossen, het stikstofvraagstuk, worden er vervolgens tien gecreëerd. Want als er geen boeren meer zijn dan kan heeft dat gevolgen voor de aanwas op de basisschool, de sportclubs en de bedrijvigheid. 1 boer houdt gemiddeld tien mensen aan het werk hier, denk daarbij aan de dierenartsen, de veevoerbedrijven en boekhouders.” Campingeigenaar Melissa Hesselink die een SRV-camping heeft met 15 plaatsen, kan dat beamen. „Mensen op mijn camping komen hier voor de afwisseling van bos, natuur en platteland. Als het plattelandsleven hier verdwijnt, dan wordt het een dode boel hier”, zegt ze, terwijl ze ondertussen een knapzak inpakt. „Ik kan ook geen camping openhouden voor twee mensen. Dan kan ik de tent wel sluiten.”
Sociale rol
Jo te Riet, één van de mede-initiatiefnemers, benadrukt dat de boeren een sociale rol hebben: „Ze hebben een trekker en kunnen daardoor het dorp helpen met bijvoorbeeld de opbouw van de kermis en de trekkertrek.” Vervolgens noemt ze een concreet voorbeeld: „ In de winter hebben de kinderen van de basisschool Buurse geschaatst op het Haaksbergerveen, waarbij de boeren zorgden voor een Elfstedentocht met strobalen en warme chocolademelk met wat lekkers.”
Wat ze zelf kunnen als boeren, behalve innoveren, weten ze nog niet exact. Dat is afhankelijk van hoe de stikstofplannen door de provincie uitgevoerd worden. 1 ding weten ze wel: De sector wil wel veranderen, maar dat moet dan op een normale manier kunnen. „Als je 50 tot 70 procent moet reduceren en dit wil gaan doen door innovatie, dan blijft er ook geen verdienmodel over. Dan heb je gewoon geen bestaansrecht meer. Hetzelfde geldt als je meer dan de helft van je veestapel in moet leveren. Dan is het niet meer te doen om te boeren.”
Hoe somber het vooruitzicht is, des te positiever zijn de boeren op de campings. Vedders kijkt tevreden terug op de avonden. „Hier krijg je echt energie van”, zegt ze stralend. „We hadden van tevoren niet gedacht dat er zoveel animo zou zijn vanuit het dorp.” Kamphuis valt haar bij: „Ook het aantal sponsoren is geweldig, dat hadden we echt niet verwacht. We zijn hen erg dankbaar.”
Of er nog nieuwe acties gaan volgen, weten ze niet. Wel zijn er ideeen om Tweede Kamerleden in Buurse uit te nodigen. Kamphuis: „We moeten zorgen dat onze problematiek op de kaart komt in Den Haag.”