Van der Wal bagatelliseert stikstof: 'KDW speelt maar een beperkte rol'
De vragen spitsen zich toe op drie natuurgebieden, de ‘Bergvennen & Brecklenkampse Veld) bij Dinkelland, Aamsveen bij Enschede (en het Duitse Amtsvenn - Hündfelder Moor), en het Wooldse Veen en Korenburger Veen bij Winterswijk. Volgens de minister wordt in al deze gevallen goed samengewerkt tussen Nederland en Duitsland, van gemeente- tot deelstaatniveau.
Beperkte rol KDW
De minister gaat in haar brief niet echt in op de verschillen in beleid tussen Nederland en Duitsland, en de wrijving die daardoor kan ontstaan. Ze stelt dat de beleidsdoelen niet veel verschillen - zo bagatelliseert ze bijvoorbeeld de rol van stikstofvermindering in het Nederlandse beleid door te stellen dat de KDW maar een beperkte rol zou spelen bij het Aamsveen / Amtsvenn - Hündfelder Moor. „Het vormt slechts één van de onderdelen van het bepalen van de zogenoemde behoudsstatus van het gebied”, schrijft ze.
De verschillen zouden vooral liggen in de uitvoering. Die is in Duitsland anders dan in Nederland, schrijft ze. Zo is bij de oosterburen het vergunningentraject dat nodig is voor natuurherstel veel zwaarder dan aan deze kant van de grens. En ook heeft Nederland ruimere budgetten om natuurherstel uit te voeren.
Een voorzichtig 'nee'
Maar op de vraag op wat er gebeurt als in Nederland alle mogelijke beheermaatregelen zijn uitgevoerd en de KDW desondanks toch niet is gehaald geeft ze geen duidelijk antwoord. „Zijn we dan klaar?“, vroegen de Kamerleden, maar daar komt geen duidelijk ‘ja’ of ‘nee’ op. „Voor het realiseren van instandhoudingsdoelstellingen zal een combinatie nodig zijn van maatregelen die gericht zijn op het orde brengen van milieucondities (zoals stikstofbronmaatregelen) en natuurherstelmaatregelen“, antwoordt de minister. „Dit zal een continue inzet vragen.“ Dus, in lekentaal, toch een voorzichtig ‘nee’, maar zonder duidelijk te maken wat Nederland dan nog meer zou moeten doen dan alle mogelijke maatregelen.
Aanstaande maandag, 22 augustus, zal Van der Wal de genoemde grensgebieden bezoeken, samen met Tweedekamerleden van de Landbouwcommissie.