NMV: ‘Omgevingsvisie Overijssel zet de rem op water’
Verschillende organisaties zoals de Stichting Stikstofclaim waarschuwen al in tijd om de omgevingsvisies die ter inzage liggen goed in de gaten te houden, zo stelt NMV. „Nu speelt het in Overijssel. De omgevingsvisie wordt vertaald naar een verordening. Dat houdt in dat gemeenten en waterschappen minder ruimte krijgen om af te wijken van de provinciale wet de verordening.”
Buiten spel gezet
De Nederlandse Melkveehouders Vakbond heeft een modelbrief naar haar leden in Overijssel gestuurd om te reageren op de Omgevingsvisie Overijssel. Daar mogen belanghebbenden nog tot en met woensdag 24 augustus op reageren. Volgens bestuurslid Mieke Smits, zelf ook melkveehoudster maar niet in Overijssel, kan de provincie Overijssel met deze omgevingsvisie gebiedsprocessen buiten spel zetten en kunnen op een dergelijke manier via verordening bijvoorbeeld peilbesluiten voor veenweidegebieden afgedwongen worden. Smits stelt dat de Omgevingsvisie en Omgevingsverordening die op 29 juni ter inzage zijn gelegd, in het provinciaal blad onder nummer 7653 en 7654 pas op 1 augustus aanvullende stukken zoals het Fundament op de Omgevingsvisie op de website van de provincie is gezet.
Gevolgen benoemen
In de modelbrief waarschuwt NMV dat boeren die met hun grond en/of bedrijf in de buurt zitten van beekdalen, de rivierdelta of veengrond de kans lopen geraakt te worden door deze omgevingsvisie. Zij kunnen tot en met 24 augustus per e-mail reageren naar postbus@overijssel.nl. „Het is verstandig voor boeren de gevolgen voor hen te benoemen in de zienswijze.” De NMV leden kunnen het concept aan de hand van hun eigen situatie gebruiken en aanpassen. „Als boeren vóór donderdag 25 augustus pro forma reageren krijgen zij nog even extra tijd om aanvullingen te (laten) doen.” NMV reageert zelf ook maar meent dat boeren de gevolgen voor hun eigen bedrijf het beste zelf kunnen uitleggen.
Water en bodem leidend
„Water en bodem worden leidend in de omgevingsvisie”, constateert Smits. „Er zijn vier gebieden, de veenweidegebieden, de rivierdelta, de zandgronden met water (kanalen) en de zandgronden zonder water. Dat betekent dat rekening gehouden wordt met hoogwater-projecten in de rivierdelta IJssel en Vecht en dat ruimte geclaimd kan worden in de beekdalen. In droge tijden wil men de landbouw water onthouden op de zandgronden. In de veenweidegebieden wil men verhoogde waterstanden met het oog op klimaat. Het waterbeheer volgt niet langer het gewenste gebruik van de grond. Het gebruik past zich aan op het watersysteem. Het grondgebruik en de productiemogelijkheden zullen zich daarbij aan moeten passen aan de nieuwe balans tussen overlast en droogte.”
Exit centrale mestverwerking
Verder lijkt het er volgens Smits sterk op dat centrale mestvergisting om ‘groen gas’ te produceren niet mogelijk is in de omgevingsvisie die in de maak is. „Wel op het erf, dat echter niet in alle gevallen groot genoeg is. Het kan toch niet zo zijn als er rijksbeleid komt over mestvergisting de provincies deze ontwikkeling belemmeren die een van de oplossingen is voor het tekort aan aardgas. Het is van belang dat dierlijke mest wel onder bio-energie blijft vallen en er voldoende mogelijkheden zijn voor het be/verwerken ervan. Centrale mestverwerking dient mogelijk te blijven aangezien dit een van de aandachtspunten is van de aanpak stikstof en voor groen gas in het kader van RES kan zorgen."
Windmolen in natuurnetwerk
Een derde pijnpunt voor NMV is dat Overijssel op voorhand mee zou gaan in de RES-plannen voor zonneparken en wind die door een afvaardiging van de gemeente, waterschap en provincie worden opgesteld. Smits opnieuw: „Het ontbreekt aan regels die zon op dak in plaats van land stimuleren. Windmolens mogen voortaan in het natuurnetwerk de buurt van de rivierdelta’s met natuurcompensatie voor de lichthinder.”
Te laat
Het is volgens Smits daarom zaak dat boeren tot en met 24 augustus pro forma via e-mail of post reageren als zij bezwaren hebben. Daarna kunnen ze kort nog een en ander aanvullen. „Als Provinciale Staten de omgevingsvisie/omgevingsverordening inclusief zienswijzen eenmaal heeft behandeld komen deze onderwerpen in de verordening en zijn boeren te laat als de gemeente en het waterschap haar peilbesluiten en plannen ter inzage legt. „Dat komt omdat die inhoud voortaan grotendeels zou worden bepaald door de wet die de provincie aan het maken is."
Reactie Overijssel
De provincie Overijssel ontkent dat het nieuwe omgevingsvisie pas op 1 augustus op haar website heeft gepubliceerd. Een woordvoerder: „Het Fundament van de nieuwe Omgevingsvisie en de Actualisatie Omgevingsvisie en Omgevingsverordening 2022 zijn 30 juni in het Provinciaal blad gepubliceerd. De ter inzage termijn duurt formeel zes weken, deze stukken liggen nu 8 weken ter inzage. Vanwege de zomervakantie hebben we de termijn dus al verruimd."
Voorgenomen beleid
Het ontwerp van de Actualisatie Omgevingsvisie en Omgevingsverordening 2022 ligt samen met de Omgevingseffectrapportage fase 1, meldt de woordvoerder van de provincie verder. „Het Fundament ligt niet ter inzage, maar is alleen gepubliceerd als voorgenomen beleid. Er kunnen nu geen zienswijzen tegen worden ingediend. Dat kan zodra de ontwerp omgevingsvisie ter inzage ligt. Dat zal in 2023 plaatsvinden. De planning hiervoor is nog niet concreet. Dit Fundament wordt komende tijd samen met partners verder uitgewerkt tot een nieuwe Omgevingsvisie. De uitwerking zal onder andere plaatsvinden in de Gebiedsgerichte Aanpak (GGA). Er wordt op dit moment dus nog niets in regels vastgelegd. Het is de planning dat er in 2024 een nieuwe Omgevingsvisie ligt."
„De stelling dat wij het mestbeleid blokkeren van LNV is onjuist. De provincie Overijssel zet juist in op zowel kansen voor kleinschalige en grootschalige mestvergisting. Desgewenst kan een deskundige van de provincie in een gesprek onze opvattingen en de kansen die wij zien voor biogas."
Tekst: Erik Kruisselbrink
Is als freelance vakbladredacteur van vele markten thuis.
Beeld: Susan Rexwinkel