Maislandirrigatie blijkt in droog jaar erg succesvol in Geesteren
Dit jaar heeft de proef volgens hem dus wel heel goed uitgepakt. „Het verschil is in het veld duidelijk te zien. Bij drie rijen is geen driptapeslang in de grond gelegd omdat de rijen mais scheef ingezaaid waren. Datzelfde geldt voor de 18 meter kopakkerranden. In deze maislanden naast het weiland van veehouder Chiel Kamphuis is dus uiteindelijk op 7 hectare irrigatie toegepast en op 3 hectare niet. Achteraf is dat goed geweest omdat je nu het verschil in groei heel goed kunt zien.”
Het begin
Een webinar eind 2020 met onder meer LTO Noord, waterschap Vechtstromen, de provincie Overijssel en Veha Plastics over de gevolgen van en mogelijke oplossingen voor de derde droge zomer op rij in 2020 was ooit het begin van het ambitieuze project in Geesteren.
Dat webinar was destijds vooral gericht op droogteschade voor de landbouw, maar Hennie Schröder, de enthousiaste voorzitter van de vogelwerkgroep Geesteren kijkt vooral naar de gevolgen van droogte voor weidevogels zoals kieviten en grutto’s. Volwassen weidevogels zoeken voedsel in de bovenste bodemlaag. Wordt die te droog dan trekken de wormen zich terug naar grotere diepte, onbereikbaar voor de vogels met als gevolg een tekort aan voedsel, zo heeft hij geconstateerd.
Maïslandirrigatie eerste stap
Schröder ging daarom vorig jaar aan de slag met Boike Damhuis, productontwikkelaar bij Veha Plastics in Oldenzaal en veehouder Chiel Kamphuis in Geesteren. De in het voorjaar van 2021 gestarte maïslandirrigatie is een eerste stap. Er zal deze maand door de Vogelwerkgroep Geesteren ook een aanvraag ingediend worden voor een tweede proef met weilandirrigatie. De aankondigingsborden staan er al. „We zijn druk bezig om alles in beeld te brengen. Met maislandirrigatie konden we vorig jaar wel direct aan de slag. Daar speelt de waterkwaliteit eigenlijk geen rol. Bijna overal zit hier namelijk ijzeroer in het water. Maar gedurende de maisperiode van 4 maanden is dit geen probleem, daarna worden de slangen weer uit de grond gehaald,” legt Schröder uit.
Irrigatie van maïs- en weiland is volgens Schröder belangrijk voor weidevogels. „We proberen de boeren ervan te overtuigen om na 15 mei pas te beginnen met het bewerken van het bouwland. Voor de weidevogels en met name de kieviten is deze periode cruciaal. Zoals het nu in de praktijk gaat is een groot deel van de eerste legsels verloren gegaan. Voordeel is dat de kieviten aan een tweede legsel beginnen. Nadeel is dat dan de droogte voor voedselproblemen zorgt.”
Verschil in diepte
Bij weilandirrigatie worden op ongeveer 30 tot 40 centimeter diepte om de 75 centimeter leidingen (van polyethyleen) met een doorsnede van 16 millimeter gelegd. Dat kan bij langere percelen ook 22 millimeter zijn. Om de 10, 20 of 30 centimeter worden die leidingen voorzien van een druppelaar waardoor het opgepompte water langzaam en gelijkmatig in de grond verdwijnt. Omdat dit slangensysteem op een meerjarige teelt zoals grasland zeker 25 jaar in de grond zal blijven moet dat opgepompte bronwater behandeld worden om verstoppingen door bijvoorbeeld ijzeroer, veel aanwezig in de Twentse bodem, te voorkomen.
Bij druppelirrigatie in eenjarige teelten zoals mais (met de leidingen op anderhalve meter afstand tussen twee rijen planten) liggen de slangen ondieper op zo’n 8 tot 10 centimeter diepte. Na de teelt wordt alles weer weggehaald om zo mogelijk gerecycled te worden. In bijvoorbeeld de akkerbouw, sierteelt en vollegrondsteelt is druppelirrigatie (of fertigatie waarbij ook kunstmest wordt toegediend) al bekend. Voor bouw- en grasland (nog) niet gezien de verhouding kosten-opbrengst. Door de voorspelling van steeds meer lange droge perioden verandert dat wel.
Kijkdag
Om die verschillen in de groei en de grootte van de kolven van de mais te laten zien tussen stukken met en zonder irrigatie wordt komende zondag (11 september) van 10 tot 14 uur aan de Kotkampsweg 8 in Geesteren een kijk- en infodag gehouden voor belangstellende boeren. Het Waterschap Vechtstromen, Water4All (de leverancier van maislandirrigatie die uitleg geeft over het systeem en de haalbaarheid), het Gebiedscollectief Noordoost-Twente (over hoe boeren en weidevogels hand in hand kunnen optrekken door nieuwe innovaties), LTO Noordoost-Twente (over de mogelijkheden om de landbouw duurzamer te maken), de Vogelwerkgroep Geesteren en de deelnemende boeren zullen daarbij aanwezig zijn.
Tekst: Lauk Bouhuijzen
Beeld: Vogelwerkgroep Geesteren