Column: Wel ecologische maar geen landbouwstrategie
Het Nederlandse landbouwbeleid is meer gebaseerd op incidentenpolitiek en de wens om meer dierenwelzijn toe te passen, dan op de vraag wat voor landbouwproductie we hier willen, welke bijdrage die landbouw moet leveren aan bijvoorbeeld onze maatschappij en Bruto Nationaal Product. Onze waarnemend minister van LNV Carola Schouten, die deze week weer haar oude portefeuille terugkreeg, deed wel een poging met kringlooplandbouw, maar die is nooit uitgewerkt.
Landbouwbeleid resultante
Daardoor is het huidige landbouwbeleid eigenlijk meer een resultante van de strategie op andere terreinen. Voor landbouw geldt dat met name voor de ecologische strategie. Die bestaat al tientallen jaren binnen de Europese Unie en Nederland om vervuiling tegen te gaan. Die strategie is omgezet naar beleid voor lange termijn door normen te stellen. De Nitraatrichtlijn en Habitatrichtlijn zijn daar voorbeelden van. Op zich is daar niets mis mee, want het is voor iedereen en de natuur beter als er minder vervuiling is. En zoals de landbouwsector nu ervaart, heeft zo’n strategie consequenties.
Derogatie en stalvloeren
Deze week uitte zich dat in de vorm van het verlies van de derogatie voor Nederland om meer dierlijke mest op landbouwgrond te brengen en het afkeuren van emissiearme stalvloeren door de Raad van State. Nu zijn er zowel bij de derogatie als de stalvloeren wel wat kanttekeningen te plaatsen. De Nitraatrichtlijn is bijvoorbeeld veel te rigide omdat die geen onderscheidt maakt binnen Europa in bijvoorbeeld grondsoort, zodat het logisch is dat er met uitzonderingen gewerkt moet worden. En bij die vloeren ontbrak het denk ik aan goed praktijkonderzoek, waardoor de emissiefactoren iets te rooskleurig zijn opgenomen op de RAV-lijst. Beide voorbeelden geven wel aan dat zo’n ecologische strategie met een lange termijn zijn vruchten afwerpt voor in dit geval de ecologie.
Incidentenpolitiek
Doordat het de afgelopen 30 jaar ontbrak aan een goede Europese en dus Nederlandse landbouwstrategie zitten we nu als sector met de gebakken peren en hollen we van het ene incident naar het andere. Deze incidentenpolitiek past misschien prima in de visie van Tjeerd de Groot van D’66 die al deze voorbeelden als bewijs aanvoert om de veestapel te halveren, maar verder heeft niemand hier iets aan. Boeren niet, maar ook bijvoorbeeld ambtenaren in provinciehuizen of het ministerie van LNV niet. Er zijn maar weinig mensen die energie krijgen als ze van het ene naar het andere incident hollen.
Staghouwer
Het is dus zaak dat Nederland naast een ecologische ook een landbouwstrategie gaat ontwikkelen voor de lange termijn. Nu was het de bedoeling dat Henk Staghouwer daar een aanzet voor ging geven, maar helaas. Staghouwer bleek duidelijk niet de krachtige minister met voldoende strategisch inzicht om dit te organiseren. Nu was zijn opdracht door de opstelling van D’66 binnen de coalitie ook wel een lastige, maar Staghouwer kreeg het zelfs niet voor elkaar om de schade voor de landbouwsector te beperken. Dat had makkelijk gekund door voorstellen vanuit de Tweede Kamer van coalitiepartijen te omarmen, om zo de pijn wat te verzachten. Dan ben je gewoon ongeschikt voor een positie als minister.
Landbouwcommissaris
Een van de voorstellen die Staghouwer had kunnen oprapen is het idee om een landbouwcommissaris aan te stellen met doorzettingsmacht. Oud-minister Cees Veerman stelt dat al een tijdje voor en sprak er deze week opnieuw over op Radio 1. Hij was zelf deltacommissaris, om een strategie voor de lange termijn te ontwikkelen ten aanzien van de waterveiligheid om zo de klimaatverandering het hoofd te bieden. Dat wordt gezien als een succes. Nu zal niet iedere boer blij worden van Veerman. Hij vindt bijvoorbeeld dat er in Nederland geen ruimte meer is voor reguliere varkens- en pluimveehouderij, maar zijn idee om met een aantal scenario’s te komen voor de landbouwsector voor de lange termijn en er dan één te omarmen en uit te werken als strategie, geeft wel duidelijkheid en perspectief.
Scenario’s
Hij doelt dan niet op scenario’s om de veestapel te halveren, want dan worden ze niet gedragen door de maatschappij en houden we de polarisatie in stand. Veerman heeft het over goed doordachte scenario’s, waarbij ook duidelijk is wat de gevolgen zijn voor boeren, maatschappij, agribusiness, kennisinstituten en bijvoorbeeld voedselprijzen. En niet onbelangrijk, hij wil dat de kiezer er zich dan over uitspreekt zodat het ook een democratisch besluit is. Dan voorkom je dat een ministerie opeens een visie over kringlooplandbouw uit de hoge hoed tovert of de doelstelling om de veestapel te halveren.
Tegenwicht
Ik denk dat zo’n strategie ook tegenwicht kan bieden aan andere strategieën. Stel dat de ecologische strategie tot hoge voedselprijzen leidt in Europa en er als gevolg daarvan meer mensen ondervoed raken, dan kan de politiek het zwaartepunt wat meer verschuiven naar de landbouwstrategie. Daar zijn politici immers voor in plaats van incidenten te bestrijden.