Schouten: Ook inzet Rutte heeft derogatie niet kunnen redden
„Het kabinet heeft op alle fronten ingezet op behoud van de derogatie“, vertelde Schouten. „Op het niveau van ambtenaren, in gesprekken van de landbouwminister met Virginijus Sinkevicius de Eurocommissaris van Milieu, en in de marges van vergaderingen heeft minister-president Rutte het onderwerp ook besproken met Ursula von der Leyen, de voorzitter van de Europese Commissie. Ze vertelde dat ze zelf nog vlak voor Kerst, in een periode van intensieve formatiebesprekingen, nog naar Brussel was afgereisd om met Sinkevicius te overleggen.
Ze karakteriseerde de gesprekken als ‘moeilijk’. „We hebben veel moeten uitleggen.“
Derk Boswijk vroeg in hoeverre de Commissie op de hoogte was van de Nederlandse plannen. „Ik krijg de indruk dat de Commissie vooral heel technocratisch is“, stelde hij. Maar Schouten verzekerde hem dat de Commissie de plannen van de Nederlandse regering kent. „Maar voor derogatie kijkt ze vooral naar de waterkwaliteit“, vertelde ze, „en die is in Nederland niet goed.“ En in de afgelopen jaren is die waterkwaliteit verslechterd, ook onder derogatiebedrijven.
„Voor nu is belangrijk dat we laten zien dat we een ambitieus programma hebben“, stelde ze. „We zitten op verschillende gebieden op het randje, of zelfs daarover, en we moeten laten zien dat we van die rand af komen.“
‘Fraude speelde geen rol’
In haar gesprekken met de Europese Commissie was de aanpak van mestfraude niet op tafel gekomen, vertelde ze. „Maar ik weet niet precies wat de onderwerpen zijn geweest in de gesprekken tussen Henk Staghouwer en de Commissie.“ Verschillende Kamerleden hadden haar vragen daarover gesteld, naar aanleiding van het NOS-bericht dat Nederland zijn afspraken over de fraude-aanpak met de Europese Unie niet was nagekomen.
Volgens Schouten was de mestfraude vooral onderwerp van gesprek geweest tijdens de onderhandelingen over de vorige derogatie. En die heeft Nederland wel binnengehaald.
Maar de minister wilde het beeld wegnemen dat de aanpak van de fraude verslonst. „Er is meer samenwerking tussen de verschillende diensten, en gegevens worden tussen die diensten gedeeld.“ Ook wees ze erop dat een paar jaar geleden veel grote mestfraudezaken voor de rechter zijn beland.
‘Verontreinigde gebieden’
Thom van Campen wilde van de minister weten wanneer ze de ‘door nutriënten verontreinigde gebieden’ zou aanwijzen. In die gebieden kan vanaf volgend jaar minder mest worden afgezet.
Onder de huidige voorwaarden is de derogatienorm voor kleigronden in Nederland 250 kilo N per hectare, en voor zand- en lössgronden 230 kilo. In de komende derogatie laat de Europese Unie dat los, en spreekt van ‘door nutriënten verontreinigde gebieden’. Die zullen grotendeels wel overeenkomen met de huidige zand- en lössgronden, maar Nederland zal voor januari moeten aanwijzen om welke gebieden dat gaat.
Van Campen maande de minister om die aanwijzing snel te verrichten, om boeren zo te laten weten waar ze staan. De minister beloofde om dat ‘zo spoedig mogelijk’ te doen, maar een datum kon ze nog niet noemen.
Tegemoetkomingsregeling
Verschillende partijen aan de linkerkant pleitten voor een regeling die melkveehouders verplicht om, nu de derogatie verloren is, toch grasland aan te houden. Leonie Vestering (PvdD) verzocht de minister om boeren te verbieden meer dan 20 procent van hun land te gebruiken voor maïsproductie.
De minister wilde daar niet aan. Wel vond ze het van belang dat blijvend grasland behouden blijft, maar ze wees op de transitieregeling die de regering daarvoor op wil zetten. „Met die regeling willen we boeren tegemoet komen en de waterkwaliteit behouden“, vertelde ze. Op vragen van Derk Boswijk gaf ze toe dat die regeling niet de volledige kosten van mestafzet zal compenseren. „Het kabinet kan niet alle pijn wegnemen“, zei ze. Ze wees erop dat boeren die in aanmerking willen komen voor die compensatieregeling wel derogatie moeten aanvragen. En zich daarmee verplichten om 80 procent grasland te hebben, maar dan ook nog steeds meer mest mogen uitrijden dan niet-derogatieboeren.
Verschillende Kamerleden riepen de minister nog op om de boeren te belonen die naar de waarschuwingen van minister Staghouwer hadden geluisterd en die zich dit jaar aan de 170 kilo hebben gehouden. „Die boeren hebben extra kosten gemaakt, en ze zouden beloond moeten worden“, vond Laura Bromet (GroenLinks). Van Campen en Boswijk schaarden zich achter die oproep, maar de minister zei dar ze voor die boeren weinig kon doen. „Ik geef eerlijk toe dat ik ze niet veel te bieden heb.“