220.000 ha landschapselementen voor 7,5 miljard euro
In het Aanvalsplan Landschap draait alles om het doel van 220.000 hectare aan landschapselementen. In honderd jaar tijd is het aandeel met 60 procent afgenomen. Volgens de opstellers van het plan, waaronder LTO en Boerennatuur, ligt er nu zo’n 2 tot 3 procent aan zogenaamde ‘groenblauwe dooradering’ in het landschap. Daar moet 7 procent bij gaan komen. De opstellers benadrukten dat het tien keer voordeel oplevert, zoals meer biodiversiteit, meer CO2-vastlegging, betere waterkwaliteit en meer recreatie.
Vrijwilligheid
Volgens de initiatiefnemers draait alles om een goede samenwerking en ligt deze opgave er voor overheden, particulieren en boeren. Omdat boeren de meeste grond in gebruik hebben, zal daar wel de grootste opdracht worden neergelegd. De toon bij de presentatie van het rapport was echter anders dan bij de stikstofplannen, want er werd sterk benadrukt dat het op basis van vrijwilligheid zou moeten. Daarnaast dienen heggen, sloten en bijvoorbeeld natuurvriendelijke oevers voor samenhang op gebiedsniveau te zorgen en dienen de eigenaren van deze aan te leggen landschapselementen langjarig zekerheid te krijgen voor het beheer. De beheervergoeding moet daarbij kunnen concurreren met de opbrengsten uit landbouwproducten en gedacht wordt aan contracten met een looptijd van 20 jaar of langer. „Boeren moeten het zien dat ze bijdragen aan een nutsvoorziening”, stelt Louise Vet voorzitter Stichting Deltaplan Biodiversiteitsherstel. „1 plus 1 is tig.”
Zoektocht naar geld
De kosten voor het realiseren worden tot 2030 geraamd op 7,5 miljard euro. Dat geld is nodig voor de aanleg, het beheer en de grondvergoeding, omdat de bestemming verandert en die afwaardering financieel vergoed wordt. Wie deze versterking van het landschap gaat betalen is nog onduidelijk. Louise Vet keek met een begerig oog naar het stikstoffonds en het klimaatfonds, omdat een grote bijdrage van de overheid wordt verwacht. Daarnaast denkt zij ook aan kleine bedragen vanuit de private sector. Eibert Jongsma van Landschap Overijssel noemde daar voorbeelden van, zoals bedrijven als Grolsch die hun CO2-uitstoot met landschapselementen willen compenseren en overheden die bij de aanleg van een weg natuurcompensatie moet realiseren.
Geen zekerheid
Het Aanvalsplan Landschap werd overhandigd aan Minister Christianne van der Wal van Natuur en Stikstof. Die zij wel de doelstelling op te willen nemen in het Nationaal Programma Landelijk Gebied, maar kon geen zekerheid geven over de financiële middelen. „Ik zie wel kansen. Het hele bedrag direct betalen, zo werkt het niet”, aldus Van der Wal. De druk op de minister werd nog wat verhoogd door de twee gedeputeerden die namens de provincies aanwezig waren. Huib van Essen, gedeputeerde van Provincie Utrecht, kijkt ook vol verwachting of het transitiefonds een bijdrage gaat leveren. „Het begint met een stip op de horizon. Die is er nu. Tegelijkertijd, hoe ga je dat realiseren. Onze horizon is inmiddels blauw van alle stippen.”
Cofinanciering provincies moeilijk
Hagar Roijackers, gedeputeerde Brabant in Brabant en woordvoerder namens de twaalf provincies, stelde dat dit aanvalsplan vraagt om cofinanciering van provincies. „Dat hebben wij niet op de plank liggen. Daar moet echt over gesproken worden, want ik zie veel mitsen en maren. Ik ga niet vastklikken voor alle provincies dat we dit gaan realiseren. We moeten goed kijken waar het wel kan en waar we nog wat meer tijd voor nodig hebben om knopen door te hakken.”
Meer animo dan geld
Landschap Overijssel gaf tijdens de presentatie een inkijkje hoe zij nu werken aan landschapselementen. Volgens Eibert Jongsma is het een succesverhaal met wachtlijsten, zoveel animo is er. In Overijssel zit het geld in een landschapsfonds, zodat het zeker is dat het geld beschikbaar blijft en niet door politieke keuzes wordt beïnvloedt. Landschap Overijssel heeft nu 2400 contracten afgesloten voor 1277 km houtwallen, 5000 knotbomen en 500 poelen. Hoeveel procent van het landschap in Overijssel al vol staat met landschapselementen weet de organisatie nog niet. „Daar zijn we nu hard mee bezig om dat in kaart te brengen.” Volgens Jongsma dienen boeren heel zakelijk benaderd te worden. Dat werpt zijn vruchten af, waardoor er nu een tekort is aan geld in plaats aan animo.