‘Knapzak-boeren’ Buurse kijken positief terug op gesprek met Remkes
De knapzak vol met zuivel-gerelateerde producten is bedoeld om de consument bewust te maken bij de rol van het platteland bij het verzorgen van het dagelijks voedsel. Bovendien is er aandacht gevraagd voor de lastige positie waarin de Twentse boeren zitten. De bedrijven staan op de tocht vanwege het stikstofbeleid, Buurse ligt ingeklemd tussen drie Natura 2000-gebieden. De knapzakken, met iets lekkers erin, werden eerder uitgedeeld op campings in de regio. Die positieve actie trok veel aandacht.
Kloof
„We hebben een goed gevoel overgehouden aan het gesprek met Remkes”, vertelt Huub Kamphuis over de bijeenkomst in Utrecht. „Er werd écht naar ons verhaal geluisterd. Zijn reactie was dat er een flinke kloof is ontstaan tussen stad en platteland. Het is de taak van politiek om daar wat aan te doen en daar zijn wij het mee eens. Niet voor niets luidt één van de protestborden in Buurse: 'Proat met de boer’n nig der oaver'."
Hoewel het gesprek gemoedelijk verliep, hadden de boeren wel een heldere boodschap. „Als de plannen zoals ze er nu liggen er doorheen komen op het gebied van stikstof blijven er van de ruim 50 boerenbedrijven hoogstens tien over. Dat heeft een enorme impact op het dorp, ook sociaaleconomisch gezien. Daar is in onze ogen veel te weinig aandacht voor. We hopen dat we dat nu duidelijk hebben gemaakt.”
De Habitatrichtlijn (artikel 6) geeft heel duidelijk aan dat er rekening moet worden gehouden met sociaaleconomische factoren op het platteland, geven de boeren aan. „Belangrijk is dat niet alleen het stikstofprobleem wordt opgelost, maar ook dat niet allerlei nieuwe problemen gecreëerd worden.”
Kamphuis vervolgt: „Boeren zijn belangrijk voor de leefbaarheid van het platteland en voor het beheer en onderhoud van het buitengebied. Maar misschien het belangrijkste is nog wel de voedselzekerheid. De Nederlandse boer heeft wereldwijd aanzien om de efficiënte productie van goede producten met laagst mogelijke milieu-impact. Hoe verstandig is het dan om deze sector met zoveel stoom en kokend water te reduceren terwijl zelfvoorziening in deze huidige onzekere tijd zo belangrijk is? Doe dit verstandig, neem voldoende tijd en bovenal doe het samen met de boeren was de boodschap richting Remkes. Laten we voorkomen dat er zaken stuk gaan die later onherstelbaar blijken, zoals bij de toeslagen- of Groningergas-crisis."
Basisschool
Kamphuis was niet alleen. Ook Mathilde Kleijne Snuverink, Jo te Riet en Joan Leppink waren in Utrecht aanwezig. Ook zij kijken terug op het gesprek met een goed gevoel. Melissa Hesselink hoort ook bij de ‘knapzak-boeren’, maar zij was verhinderd. „Inmiddels zijn we ook langs een basisschool geweest om ons verhaal onder de aandacht te brengen”, vertelt Te Riet. „Ook onder kinderen leeft het stikstofonderwerp. Ze vonden het interessant om ons verhaal te horen en ook door de leraren is er positief op gereageerd. De knapzak zit vol met producten die zonder zuivel niet gemaakt kunnen worden. Op deze manier worden kinderen bewust gemaakt dat er heel veel producten uiteindelijk bij de boer vandaan komen."
Kamphuis kijkt na het gesprek met extra interesse uit naar 5 oktober. Aankomende woensdag presenteert Remkes zijn rapport na gesprekken met het kabinet, boerenbelangenbehartigers, lokale besturen en bedrijven met een link naar de agrarische sector. „Ik kreeg de indruk dat er rond de doelen en jaartallen (2030-2035, red) om aan de stikstofdoelstellingen te voldoen wel wat ruimte ligt.”