Kabinet neemt denklijnen Remkes over
Kabinet wil snel aan de slag met piekbelasters, tijdspad van jaar 'ambitieus'
De komende tijd wil de regering aan de slag met een gefaseerde aanpak van de 500 tot 600 piekbelasters. Deze bandbreedte is een eerste inschatting van Remkes. Wat de exacte definitie van een piekbelaster is en om welke bedrijven het gaat, wil het kabinet de komende weken in kaart brengen. In de reactie van de regering op het rapport van Remkes staat dat dit niet alleen agrarische bedrijven zijn.
Als deze ondernemingen in beeld zijn, dan wil de overheid in gesprek met deze groep. Dit moet in eerste instantie gebeuren op basis van vrijwilligheid. Het kabinet volgt daarbij de volgorde van Remkes en gaat eerst in overleg over aanpassingen op het bedrijf (technische maatregelen/innovatie) of de mogelijkheid tot verplaatsing. Praten over opkoop (met dwang) vindt het Rijk de laatste optie. Voor de aanpak van de piekbelasters geeft Remkes een jaar omdat anders volgens hem de kans bestaat dat Nederland juridisch nog verder op slot gaat. Het kabinet noemt dat tijdspad 'ambitieus'.
Voor dit zorgvuldige proces richt het kabinet samen met provincies een taskforce op, waar ook sectorpartijen bij betrokken worden. Hiermee kan het kabinet kennis van agrarische partijen en de gebiedskennnis van provincies bundelen.
Gereedschapskist
Om de aanpak van de piekbelasters binnen een jaar zo kansrijk mogelijk te maken, werkt de regering aan een 'goed gevulde gereedschapskist'. Dit zijn niet alleen financiële regelingen, maar ook andere instrumenten op bijvoorbeeld het gebied van fiscaliteit en/of ruimtelijke ordening. Daarover wordt ook juridisch advies ingewonnen. Het kabinet is ook bereid om indien nodig op korte termijn in Brussel overleg te voeren over staatssteunaspecten.
KDW
In de reactie gaat het kabinet ook in op de kritische depositiewaarde (KDW). De boerenorganisaties willen deze graag uit de wet hebben. De overheid wil samen met de sectorpartijen zoeken naar een alternatief juridisch houdbaar systeem. Daarbij staat de staat van de natuur centraal. Bij de beoordeling daarvan wordt ook naar de condities van de bodem en het water gekeken, als onderdeel van natuurkwaliteit. De eerlijkheid gebiedt de regering te zeggen dat er op dit moment nog geen alternatieven voorhanden zijn.
In samenhang met die KDW wil het kabinet ook kijken naar de mogelijkheden om te sturen op emissies. De komende tijd moeten concrete instrumenten ontwikkeld worden om emissie(reductie) op het boerenerf mogelijk te maken.
Landbouwakkoord
Voor de lange termijn adviseert Remkes om zijn denklijn uit te werken tot een breed gedragen 'landbouwakkoord', waarin een toekomstvisie staat voor pakweg twintig jaar. Dit akkoord moet leiden tot een duidelijke en stabiele koers met een concrete meerjarige aanpak. Deze moet ondersteuning bieden voor de boeren om uiteindelijk toe te werken naar kringlooplandbouw. 'Een aanpak die niet elke vier jaar wijzigt, maar inspeelt op wat nodig is om de wettelijke opgaven van klimaat, water en natuur te halen', zo schrijft het kabinet.
November meer duidelijkheid
Het Rijk wil snel aan de slag. In november stuurt het een Kamerbrief met hoofdlijnen voor de toekomst van de landbouw. Dit document bevat de basis voor het landbouwakkoord, waarvan het streven is dat deze in het eerste kwartaal 2023 gesloten wordt. In diezelfde maand maakt het kabinet bekend hoe de aanpak van piekbelasters vormgegeven gaat worden.
In november komt ook een Kamerbrief met de landelijke doelstellingen in het kader van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) op het gebied van klimaat, water en natuur. Uiterlijk in januari 2023 zullen deze richtinggevende provinciale doelstellingen en keuzes worden vastgesteld. De gebiedsprogramma's per provincie kunnen dan 1 juli 2023 definitief vastgesteld worden.
2030 blijft staan
Over het behalen van vijftig procent stikstofreductie in 2030 worden door sommige partijen, waaronder boeren, vraagtekens gezet. Remkes gaf in zijn rapport al aan dat vastgehouden moet worden aan 2030 als deadline. Het kabinet neemt deze aanbeveling over en gaat deze deadline opnemen in een wijziging van de Wet stikstofreductie en natuurverbetering. Daarbij zal het ook onderzoeken op welke manier de samenhang met 2027, het jaar waarin de maatregelen voor de Kaderrichtlijn Water (waterkwaliteit) moeten zijn geïmplementeerd, kan worden geborgd.
Om te monitoren of deze doelstelling gehaald kan worden, zijn er weegmomenten in 2025 en 2028. Op deze momenten kan besloten worden dat er meer tijd nodig is. Voor de regering kan dit om drie redenen zijn. De eerste is dwang. Als een provincie kan aantonen dat een doelstelling al grotendeels gerealiseerd is, maar er om dwingende redenen meer tijd nodig is, dan wil het kabinet die geven. Wel moet natuurherstel dan onomkeerbaar zijn ingezet. De tweede reden is landelijk beleid. Als deze ervoor zorgt dat een gebiedsproces in de knel komt, dan is een jaar dus niet heilig. De laatste reden is een natuurlijk verloop. Als natuurherstel voldoende op koers ligt en het resterende probleem met iets meer tijd opgelost kan worden, dan moet dit mogelijk zijn.
Terugwinnen vertrouwen
Het kabinet noemt het cruciaal dat alle partijen in de agrarische keten, andere sectoren (bouw, industrie en mobiliteit) en de financiële sector een niet-vrijblijvende bijdrage leveren. Wat de andere sectoren moeten doen, wordt later pas duidelijk.
De regering kijkt ook naar de rol van zichzelf. Remkes heeft haar een duidelijke spiegel voorgehouden, staat in de Kamerbrief. 'We hebben als kabinet te weinig begrip getoond voor de boeren en onze waardering onvoldoende overgebracht. Die boodschap is luid en duidelijk en daar gaat het kabinet mee aan de slag.' Minister Piet Adema van Landbouw, Natuur- en Voedselkwaliteit (LNV) wil dat de boer zich weer gewaardeerd gaat voelen onder zijn leiding. „Als overheid hebben we veel werk te doen om het vertrouwen te herstellen. Boeren zorgen voor een vitaal platteland en dragen naast de voedselvoorziening ook zorg voor de natuur. Ik wil samen met hen aan de slag voor een duurzame toekomst voor de landbouw."
Van der Wal voor Natuur en Stikstof vult aan: „We willen de constructieve gesprekken die de afgelopen zomer zijn gevoerd gebruiken en voortzetten. We zoeken meer dan voorheen de samenwerking actief op om tegenstellingen te overbruggen en te verenigen. Vertrouwen herstellen kost tijd, dat realiseren wij ons. Dit advies is dé kans om een nieuwe start te maken op weg naar de goede balans tussen economie en natuur. Want boeren, en zeker ook jonge boeren, hebben een toekomst in Nederland.”
Tekst: Bas Lageschaar
Bas Lageschaar groeide op tussen de weilanden in de Achterhoek. Daardoor had hij altijd al belangstelling voor de agrarische sector. Voor Agrio zit hij in de redactie politiek en beleid. Bas volgt het laatste (regionale) nieuws op de voet en schrijft voor de regionale websites en verschillende printuitgaven.
Tekst: Guus Daamen
Als zoon van een fruitteler opgegroeid tussen de appelbomen in Gelderland. Tijdens mijn master Journalistiek aan de Vrije Universiteit in Amsterdam mij verder gespecialiseerd in politiek. Schrijft voor Agrio voornamelijk over Politiek en Beleid. Luistert, vraagt en onderzoekt. Andere passie: sport.
Beeld: Ministerie van LNV