Overijssel streeft naar fonds: 'Boeren moeten beloond worden voor prestaties'

Het college van Gedeputeerde Staten bracht dinsdagmiddag een werkbezoek aan Landgoed Vilsteren (OV) om daar in gesprek te gaan met boeren en verschillende partijen uit de omgeving. Tijdens de bijeenkomst werd er gesproken over wat er op het gebied van duurzame en toekomstbestendige landbouw is gebeurd in de afgelopen jaren. Perspectief voor jonge boeren, erfcoaches en de transitie in het landelijk gebied waren onderdeel van het gesprek.
Beloning
Gedeputeerde Gert Harm ten Bolscher van provincie Overijssel met de portefeuille landbouw, is enthousiast over de proef op basis van Kritische Presentatie Indicatoren (KPI's). Deze werd de afgelopen tijd in Vilsteren uitgevoerd. Met zo'n aanpak worden boeren op een financiële manier beloond voor het bereiken van doelen op het gebied van bijvoorbeeld biodiversiteit en/of stikstof. „We hebben veel maatschappelijke opgaves. Boeren worden vaak als het probleem gezien, terwijl de oplossing op het erf ligt. Boeren kunnen veel betekenen op het gebied van deze maatschappelijke opgaves, zoals het vergroten van de biodiversiteit en organische stofgehaltes in de bodem en het binden van CO2. Dat zijn opgaves die een boer prima op kan pakken, maar geef de agrarische ondernemer de tijd en zorg dat je hem/haar ook beloont als maatschappij. Je zult zien dat de opgaves dan bijna zelf gerealiseerd gaan worden."
Fonds
Het belonen via de KPI's noemt Ten Bolscher één van de bouwstenen van de gebiedsgerichte aanpak. Er zijn meer boeren mee bezig in Overijssel. „Als provincie gaan we bij het Rijk een plan opleveren met wat we gaan doen en wat daarvoor nodig is. Voor het belonen is een fonds nodig. Daarmee kun je langdurige zekerheid bieden. Als een ondernemer via het geld uit het fonds twintig jaar lang een beloning kan krijgen voor de behaalde doelen, dan ben je als boer ook in staat om je bedrijf in te richten en daar financiering voor te zoeken."
Daarnaast vindt Ten Bolscher het belangrijk dat er een oplossing komt van de PAS-melders. „Ik kom wekelijks bij boeren en hoor veel narigheid van boeren die klim zitten. Dat moet opgelost worden via een aanpak van onderaf. Doe het met respect en samen met de ondernemers."
Bergvennen
In het kader van 'samen' hoopt Ten Bolscher dat de boeren nabij Natura 2000-gebied Bergvennen, die een maand geleden de samenwerking staakten met de provincie, weer aan tafel komen. „Er worden pogingen gedaan om weer met elkaar in gesprek te komen en ik heb goede hoop dat we die gesprekken ook weer met elkaar gaan voeren."
Tijs Holtkuile: 'Ontwikkelen van verdienmodel weerbarstig'
Tijs Holtkuile heeft met zijn familie een melkvee- en vleesvarkensbedrijf in Wijhe (OV). Daar houden ze een gedeelte van de varkens volgens het Wroetvarkens-concept. Het vlees verkoopt de familie zelf thuis, via een voedselcoöperatie in het nabijgelegen dorp Broekland en aan afnemers uit de regio. Deze afzet vindt de familie belangrijk om zo ook het verhaal achter hun varkenslapjes te kunnen vertellen.
Het verhaal achter het Wroetvarken-concept mocht Holtkuile ook vertellen tijdens de bijeenkomst in Vilsteren. „Ik kon mijn verhaal wel goed vertellen. Zo heb ik uitgelegd dat het creëren en ontwikkelen van een verdienmodel weerbarstiger is dan soms gesteld wordt. Er zitten best wat haken en ogen aan.” Daarover kreeg hij ook vragen vanuit de zaal. „Vragen zoals: Is het reguliere vlees niet te goedkoop? En hoe gaat de samenwerking met een slager die ook meerwaarde wil creëren? Je legt dan het verhaal uit dat ze ook met je door willen gaan, nu de kostprijs voor onze varkenshouderij hoog is. Dat is een mooie samenwerking tussen ons bedrijf en de slager."
Toekomst
Naast Holtkuile zijn eigen verhaal mocht vertellen, volgde de jonge boer ook het verhaal van de andere sprekers, waaronder de erfcoaches. Dat is zeker iets dat hij meeneemt naar huis. „Ik ben de oudste thuis en heb twee broertjes die ook wel geïnteresseerd zijn om bij ons thuis te komen werken. Hoe ga je het bedrijf inrichten naar de toekomst toe? Moeten we nog andere markten verkennen? Ik denk dat het zeker nuttig is dat we nog een keer een erfcoach uitnodigen. Naar aanleiding van de verhalen die ik hoorde van andere boeren die een erfcoach hebben, denk ik dat het wel bij onze familie past. We spreken over het algemeen veel uit, maar ik denk dat er toch wel kleine persoonlijke dingen zijn die je niet weet van elkaar. Het is belangrijk om die met zo’n coach te bespreken voor de toekomst van het bedrijf.”
De onafhankelijkheid noemt Holtkuile sterk aan de erfcoaches. „Dat maakt het laagdrempeliger. Je hebt gauw vertegenwoordigers op je erf die een bepaald groepje aantrekt. Dat is bij een erfcoach niet zo. Ze zien en spreken heel veel verschillende mensen. Niet alleen boeren, maar ook andere mensen die op het platteland leven. Daardoor krijg je ook goede andere inzichten in wat je het beste kunt doen met je bedrijf.”
Erfcoach: 'Boeren willen zelf de regie houden'
Het onafhankelijke dat Holtkuile in het vorige kader benoemt, horen Hendry van Ittersum en Babke Roeterdink vaker. Beide zijn erfcoach bij Stimuland.
„Boeren vinden het fijn dat ze even kunnen sparren en alles op tafel kunnen leggen, zonder dat we er iets mee hoeven", vertelt Roeterdink. „We hebben geen commercieel belang. We zitten er voor de mensen en hebben ook oog voor de 'zachte kant'. Dat wordt gewaardeerd. De erfeigenaar bepaalt uiteindelijk wat hij/zij wil doen. Dat ze daardoor zelf de regie houden, vinden mensen waar we mee werken, prettig."
In Vilsteren mochten de twee erfcoaches aan de gedeputeerden en aanwezige boeren uitleggen wat hun werk precies inhoudt. Wat van vraagstukken komen ze bijvoorbeeld tegen? „Dat is heel divers", noemt Van Ittersum. „Hoe ziet de toekomst van het bedrijf eruit? Wie neemt het over? Je hebt het ook over verbreding, een andere bedrijfsvoering, bedrijfsbeëindiging en wonen op het erf bijvoorbeeld. Al die zaken passeren de revue. Soms integraal: bijvoorbeeld een combinatie van uitbreiden en wonen op het erf, maar ook apart." Roeterdink vult aan: „We merken wel vaak dat als er één vraag binnenkomt, er ook andere dingen spelen. Tijdens de keukentafelgesprekken haal je dat op. Als je een gesprek hebt over het verwijderen van asbest, dan kan het best zijn dat er ook zaken op het sociaal-emotionele vlak naarboven komen."
Ze denken dat hun boodschap goed is overgekomen bij de aanwezigen. Van Ittersum: „Ik denk dat het college een heel goed beeld heeft gekregen van hoe het er in het werkveld aan toegaat en hoe de inzet van de provincie uitpakt. Ons verhaal is volgens mij goed uit de verf gekomen."
Stip op horizon
Om hun werk te vergemakkelijken, zou de overheid meer duidelijkheid voor de lange termijn moeten geven. Roeterdink: „Er zijn genoeg boeren die willen stoppen omdat ze geen opvolger hebben. Ze bieden dan het bedrijf voor verplaatsing aan, maar de overheid werkt daar tot nu toe niet aan mee omdat het beleid niet heel ver is. Dan denk ik: doe daar wat mee. Boeren willen best bewegen, maar geeft ze een opdracht op de lange termijn en zet ze ermee aan de slag. Daarbij moeten ze niets iets opgelegd krijgen, maar zelf aan de slag kunnen."

Tekst: Bas Lageschaar
Bas Lageschaar groeide op tussen de weilanden in de Achterhoek. Daardoor had hij altijd al belangstelling voor de agrarische sector. Voor Agrio zit hij in de redactie politiek en beleid. Bas volgt het laatste (regionale) nieuws op de voet en schrijft voor de regionale websites en verschillende printuitgaven.
Beeld: Bas Lageschaar, Provincie Overijssel