Column: PAS-melders snel legaliseren is niet zo moeilijk
Eerst een paar opmerkingen over het debat van gisteren in de Tweede Kamer en de aanloop er naar toe. En dan beperk ik me maar even tot het nieuws van deze week. De Raad van State schoot de bouwvrijstelling af. Dat was geen verrassing want de bouwvrijstelling is eigenlijk een soort drempelwaarde en daarover heeft de rechter zich de afgelopen 15 jaar al meermaals uitgesproken. En elke keer met hetzelfde resultaat. Het is dan ook de vraag waarom de politiek hier iedere keer weer voor kiest. Het gevolg is, en dat zagen we gisteren terug in het debat, dat de druk op de landbouw toeneemt om te leveren.
RIVM
Het andere punt is de inmiddels zorgelijke staat waarin het RIVM bivakkeert. Het is schokkend om te horen dat het RIVM opnieuw de fout in is gegaan bij de Top 100 uitstoters. En het is eigenlijk nog schokkender dat de fouten pas aan het licht zijn gekomen nadat de boeren, in dit geval vooral pluimveehouders, na inzage aangaven dat het niet klopte. Wat we überhaupt aan zo’n lijst hebben, weet ik nog steeds niet, maar Laura Bromet van GroenLinks vroeg er destijds om. Misschien met het idee om deze bedrijven als eerste te gaan uitkopen of onteigenen. Bij sommige politieke partijen overheerst de gedachte dat je met deze lijst de piekbelasters in beeld brengt. Daar kan die lijst helemaal niet voor gebruikt worden, want het gaat niet om uitstoot maar om depositie. En daar is dan ook de locatie en de afstand tot een stikstofgevoelig natuurgebied voor van belang. Dat blijkt iedereen in de Tweede Kamer nog niet te snappen. Gelukkig benadrukte het RIVM het deze week nog eens en ook minister Van der Wal wees deze suggestie van de hand.
Niet ingewikkeld
Ze zei daarover ook dat in het kader van de zoektocht naar de 500 tot 600 piekbelasters om PAS-melders versneld (!) te legaliseren: ‘Het is afhankelijk van de nabijheid van stikstofgevoelige natuur. Het is echt ingewikkeld.’ En ‘het is taaie kost’. Ze heeft er zelfs een speciale taskforce (lees crisisteam) voor opgericht. Misschien snapt de minister het zelf niet zo goed of krijgt ze van haar ambtenaren niet de juiste informatie, maar zo’n crisisteam is niet nodig. De provincies hebben via de beheerplannen voor Natura 2000-gebieden al vrij goed in beeld welke bedrijven, landbouw en industrie, dichtbij stikstofgevoelige natuur liggen en ook wie de PAS-melders zijn. Dat is dan ook de route om snel aan de slag te gaan. Alleen moet je dat dan wel doen volgens de spelregels van de habitatrichtlijn, anders staat de overheid over een jaar of twee weer met een rechterlijke uitspraak in de hand die niemand iets verder helpt.
Per gebied inventariseren
Dus hoe moet het? Ga als overheid uit van een stikstofgevoelig Natura 2000-gebied. Dus geen landelijke regeling of stikstofbank, want dat is niet het systeem van de habitatrichtlijn. Kijk per gebied waar de PAS-melders zitten en bereken hoeveel stikstofruimte die nodig hebben voor legalisatie. Die informatie is allemaal al wel voorhanden. Stel je hebt bij een gebied vijftien PAS-melders in de buurt zitten die samen 1 mol aan ruimte nodig hebben. Dan kan een provincie bij dat gebied bijvoorbeeld tien bedrijven benaderen met de vraag of ze hun uitstoot willen reduceren, willen stoppen of verplaatsten. En er zullen waarschijnlijk ook bedrijven tussen zitten die al gestopt zijn maar nog wel over een vergunning beschikken.
Volgorde
Met een beetje geluk hoeft een provincie dan maar met één tot drie ondernemers afspraken te maken. Als het om landbouwbedrijven gaat deponeren ze afhankelijk van de grootte en afstand enkele mollen op een natuurgebied. Een bedrijf dat al gestopt is, is natuurlijk het ideaal. Daarna komen bedrijven die willen stoppen. Die koop je als overheid uit op basis van maatwerk. Dan komen bedrijven aan de beurt die gewoon door willen. Die zullen hun uitstoot fors moeten verminderen of hun bedrijf verplaatsen. De stikstofreducerende maatregelen betaalt de overheid uit het potje van 25 miljard euro. De laatste twee opties zijn beide wat tragere processen, maar als er duidelijke afspraken over worden gemaakt die juridisch onontkoombaar zijn, dan kan ook dat meegenomen worden. En mocht het te weinig ruimte opleveren dan kan de provincie natuurlijk ook naar bedrijven kijken die er iets verder vanaf zitten en wel willen meedoen. Gewoon pragmatisch aan de slag dus in plaats van moeilijk doen met normeringen en landelijke lijsten.
Project als basis
Er is ook nog een tweede route en dat is PAS-melders zelf op zoek te laten gaan naar stikstofruimte. Als een PAS-melder die gevonden heeft klopt die vervolgens bij de provincie aan voor het geld. Wat wel belangrijk is in beide routes is dat er per Natura 2000-gebied een project voor wordt opgetuigd. Dat is het systeem van de habitatrichtlijn en dan heeft een MOB weinig kans om het bij de rechter onderuit te halen. Dat betekent dus dat er in feite 118 projecten moeten worden opgetuigd, want er zijn 118 stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden.
Iedereen blij
Het interessante van zo’n aanpak is dat je geen definitie hoeft te hebben van een piekbelaster. Daar zit de minister mee in haar maag, zo bleek gisteravond. En door op deze manier te starten, krijgt de overheid vanzelf snel inzicht hoeveel het aan stikstofruimte oplevert. Dat kan wel eens meer opleveren dan ze nu denken. En binnen zo’n project wordt dan ook snel duidelijk of er meer ruimte is, zodat woningbouw of de aanleg van een weg meegenomen kan worden. Als die ruimte er is tackel je als overheid direct dat probleem. Iedereen blij.