FDF ziet juridische mogelijkheden voor Overijsselse PAS-melders
Volgens FDF Team Juridisch zijn juridische stappen tegen het opleggen van een last onder dwangsom mogelijk als gevolg van een aantal uitspraken van de rechtbank Overijssel. FDF informeerde haar leden daarover in een mail op 20 oktober. FDF ter verduidelijking: „De boerenbedrijven die deze last onder dwangsom kunnen ontvangen, zijn PAS-melders, die door de PAS-uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State ten onrechte niet beschikken over een - geldige - Natuurvergunning.
Breder verpspreid
„Nu vorige week - tweede week oktober - inderdaad de eerste boer een last onder dwangsom heeft ontvangen, is er veel opschudding ontstaan onder onze achterban”, aldus FDF. „Daarom heeft FDF besloten de juridische informatie die eerder exclusief werd verstuurd aan onze leden, breder te verspreiden zodat iedere boer in Nederland daar zijn voordeel mee kan doen.”
Tijdig indienen
„Als het college daadwerkelijk tot handhaving overgaat, zullen de getroffen ondernemingen waarschijnlijk de veestapel moeten inkrimpen, op straffe van een vaak hoge dwangsom”, licht FDF verder toe. „Het college moet de getroffen ondernemingen eerst een vooraankondiging sturen, waarin hen de gelegenheid wordt geboden om een zienswijze in te dienen. Het is belangrijk dat daadwerkelijk en binnen de daarvoor door het college gestelde termijn, een zienswijze wordt ingediend. In de zienswijze kan worden betoogd dat de voorgenomen last onder dwangsom onrechtmatig zal zijn.”
Onevenredig
Volgens vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State moet het college in principe overgaan tot handhaving als de getroffen ondernemingen daadwerkelijk ten onrechte niet beschikken over een (geldige) Natuurvergunning, aldus FDF Team Juridisch. „Dat is anders als sprake is van concreet zicht op legalisatie of als handhaving zo onevenredig is in verhouding tot de daarmee te dienen belangen dat van optreden in die concrete situatie moet worden afgezien. De rechtbank Overijssel heeft bepaald dat, ondanks de vaststelling van artikel 1.13a van de Wet natuurbescherming en (Deel I van het) Legalisatieprogramma PAS-meldingen, op het moment van de uitspraken geen sprake was van concreet zicht op legalisatie.”
Beperkte stikstofdepositie
„Echter, in geval van PAS-meldingen zal sprake zijn van een relatief beperkte stikstofdepositie, terwijl door de vaststelling van artikel 1.13a van de Wet natuurbescherming en (Deel I van het) Legalisatieprogramma PAS-meldingen op enig moment wel degelijk sprake zal zijn van legalisatie”, vervolgt FDF. „Verrijkt door de omstandigheid dat handhaving voor de getroffen ondernemingen grote gevolgen zal hebben, kan volgens FDF wel met succes worden aangevoerd dat handhaving zo onevenredig is in verhouding tot de daarmee te dienen belangen dat van optreden in die concrete situatie moet worden afgezien. De rechtbank Den Haag was het daarmee eens”, aldus FDF.
Recht verspild
Volgens FDF is ook niet onverdedigbaar dat handhaving in strijd zal zijn met artikel 1 van het Eerste Protocol bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. „Door handhaving zal het eigendom van de ondernemingen worden aangetast. Als het college daadwerkelijk tot handhaving mocht overgaan, zullen de ondernemingen waarschijnlijk de veestapel moeten inkrimpen. Het college is al jarenlang bevoegd om handhavend op te treden. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (het EHRM) heeft al eens bepaald dat een bestuursorgaan dat excessief langdurig heeft stilgezeten, de mogelijkheid om alsnog gebruik te maken van zijn bevoegdheid in principe heeft verspild. Het recht van de getroffen partij op rechtszekerheid weegt dan zwaarder. Dat is anders als sprake is van zwaarwegende omstandigheden. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft zich daarbij aangesloten”, aldus FDF.
Tekst: Erik Kruisselbrink
Is als freelance vakbladredacteur van vele markten thuis.
Beeld: Ellen Meinen