Overijssels grondwater: Minder residu antibiotica veehouderij dan residu humane geneesmiddelen

In totaal werden twee jaar geleden op 57 meetpunten in de hele provincie 81 watermonsters op vijf tot tien meter diepte genomen en daarna onderzocht op residu van 100 werkzame stoffen (waarvan 55 antibiotica en 45 antiparasitica). In Nederland mogen ongeveer 260 werkzame stoffen als diergeneesmiddel worden gebruikt. Deze middelen worden vooral gebruikt in de veehouderij.
Medicijnresten
Bij het onderzoek in 2020 heeft Overijssel de grondwatermonsters dus op 100 werkzame stoffen van deze 260 toegestane middelen bekeken. De 45 onderzochte antiparasitica werden daarbij niet gevonden. Zes van de onderzochte antibiotica werden in 13 van de 81 grondwatermonsters (16 procent) aangetroffen. Deze zes stoffen, allemaal behorend tot de groep Sulfonamiden, werden op 10 van de 57 onderzochte grondwaterlocaties (18 procent) verspreid over heel Overijssel aangetroffen. Bij een eerdere Europese meetronde in 2018 van het Overijsselse grondwater werden bij 23 procent van de meetlocaties humane medicijnresten aangetroffen.
Volgens Overijssel is het aannemelijk dat de zes gevonden stoffen uit antibiotica vooral afkomstig zijn van landbouwdieren en via mest of het uitrijden van drijfmest in het grondwater terecht zijn gekomen. Toch sluiten de onderzoekers ook niet dat een klein percentage afkomstig kan zijn van huisdieren en humaan medicijngebruik.
Onder signaleringswaarde
De gevonden concentraties antibiotica liggen tussen de 2,0 en 12,0 nanogram per liter. Alleen Sulfadimidine werd met een hogere concentratie van 21,0 nanogram per liter aangetroffen. Alle concentraties liggen daarmee ruim onder de signaleringswaarde van 100 nanogram per liter voor risicovolle stoffen in water.
De 57 meetlocaties maken onderdeel uit van het provinciale en landelijke meetnet grondwaterkwaliteit en liggen in het landelijk gebied van Overijssel. Meetlocaties in stedelijk gebied - met mogelijk een hoger percentage residu van humane geneesmiddelen- zijn buiten beschouwing gelaten.
Voor hormonen is het beeld slechter. In 2020 werden die in 94 procent van de monsters aangetroffen en op 95 procent van de meetlocaties. Net als bij antibiotica liggen de vastgestelde concentraties van de hormonen wel ruim onder de gestelde signaleringswaarde van 100 nanogrammen per liter. Van de 375 vastgestelde waarden van alle 12 onderzochte hormonen valt 97 procent in de categorie van 5,0 - 13,0 nanogram per liter en 3 procent in de klasse van 20,0 - 31,0 nanogram per liter.
Vitens en de twee waterschappen Vechtstromen en Drents Overijsselse Delta geven dan ook aan dat deze stoffen in het watersysteem hun aandacht hebben maar dat de gevonden concentraties in oppervlaktewater en de drinkwaterputten geen risico vormen. Er is dus geen reden tot een grotere zuiveringsinspanning zo is hun conclusie
70 procent gedaald
Zowel de concentraties van hormonen als antibiotica in het Overijsselse grondwater zijn vergelijkbaar met wat elders in Nederland wordt aangetroffen bij onderzoeken van grond- en oppervlaktewater; meestal enkele tot maximaal enkele tientallen nanogrammen per liter. Overijssel noemt in het onderzoek het succesvolle beleid om het landbouwgebruik van antibiotica sterk te reduceren om te voorkomen dat bacteriën resistentie opbouwen. Ten opzichte van het referentiejaar 2009 is de verkoop van antibiotica in de veehouderij inmiddels met gemiddeld ruim 70 procent gedaald (al kan dat per sector variëren). De doelstelling destijds in 2009 is daarmee gehaald.
Tekst: Lauk Bouhuijzen
Beeld: Lauk Bouhuijzen