Wel of geen overgangszones rondom N2000-gebieden open voor discussie

Gedeputeerde Peter Drenth licht de gekozen routemars toe om met alle belanghebbenden in Gelderland te komen tot een gezamenlijke en daarmee breed gedragen provinciale uitwerking van het Nationaal Programma Landelijk Gebied. Gelderland moet daarvoor, net als andere provincies vóór 1 juli 2023 een plan indienen. Een heikel punt daarbij is of er wel of geen overgangsgebieden moeten komen rondom Natura 2000-gebieden. „Het heeft allebei voor- en nadelen”, aldus Drenth.
Eerste aanzet
Het moet Drenth daarbij van het hart dat er absoluut geen vooropgezet plan is, dat dergelijke overgangsgebieden waarin boeren extra maatregelen moeten nemen, er moeten komen. Wel heeft GS naar zijn zeggen een eerste aanzet aan Provinciale Staten voorgesteld als startpunt voor de discussie. „Wij hopen nu dat iedereen zich geroepen voelt om de stellingen te betrekken om met hun ideeën en argumenten te komen.”
Helft alle Natura 2000
„Doordat Gelderland de helft van alle Natura 2000-gebieden van Nederland binnen haar grenzen heeft, heeft de provincie een grote taak waar het gaat om de aanpak van de stikstofdeken”, vervolgt Drenth. Daarbij zijn er volgens het provinciebestuur twee routes om die stikstofdeken aan te pakken. „De ene is om overgangsgebieden aan te wijzen rondom Natura 2000-gebieden waar dan extra maatregelen moeten worden genomen om de totale aanpak van de stikstofdepositie aan de landelijke norm te laten voldoen. Dat geldt dan overigens niet alleen voor de landbouw, maar om alle activiteiten die stikstofuitstoot met zich meebrengen, waaronder bouw, industrie en verkeer. Daar zijn middelen voor beschikbaar."
Kwestie van verdeling
„Dat heeft als voordeel dat, buiten die overgangsgebieden, Gelderland in de overige gebieden ‘slechts’ aan de gangbare norm landelijke norm hoeft te voldoen die voor de rest van Nederland geldt", vervolgt Drenth. „Maar je kunt er echter net zo goed voor kiezen om die overgangsgebieden niet aan te wijzen en heel Gelderland in dezelfde mate te laten bijdragen. Maar daarvoor zijn dan dezelfde middelen beschikbaar die je dan over een veel groter gebied en aantal bedrijven moet verdelen.”
In de Statenvergadering van 21 december hebben Provinciale Staten - inclusief aangenomen motie en amendement - ingestemd met de open marsroute van Gelderland, waarbij beide opties nog open voor discussie zijn.
Meedenken gevraagd
Drenth opnieuw: „Wij willen nu landbouworganisaties, waterschappen en gemeenschappen de gelegenheid geven om met ons mee te denken wel route wij zullen gaan bewandelen. Daarvoor moeten we vóór 1 juli een plan indienen bij de Rijksoverheid. En de goeie keuze maken. Om dat te kunnen doen, willen we in de eerste helft van april het net ophalen met alle reacties. Dus we willen iedereen hier ook mee in stelling brengen om hun zegje te doen. Op basis daarvan komen er in mei of juni voorstellen, die dan door GS en PS vastgesteld moeten worden."
Cruciale informatie ontbreekt
Hoe concreet die plannen worden zal ook afhangen van het landbouwperspectief en wanneer daar meer duidelijkheid over is, aldus Drenth. „Een aantal cruciale stukken ontbreekt nog. Zoals bijvoorbeeld het landbouwakkoord met daarin het landbouwperspectief. Ook is er nog veel onduidelijkheid over de klimaatdoelen. Na 1 juli gaan we pas met de belanghebbenden in de afzonderlijke gebieden om tafel, want per gebied moeten we vanaf dat moment in overleg over welke maatregelen we waar het beste kunnen nemen.”
Drenth meldt Gelderland bij wijze van proef op kleine schaal bezig is in sommige gebieden om te kijken wat er nodig is. „Dat geldt voor het gebied rondom Hattem, Wageningen en Bennekom en rond Winterswijk.”
Water en bodem
Drenth vult aan dat Gelderland in het Programma Landelijke Gebied niet alleen aan de slag moet met stikstof, maar ook met zaken als klimaat, bodem en water. „Onze provincie voor 40 procent uit droogtegebieden. In onze zandgebieden willen we meer regenwater in het grondwatersysteem vast. In Oost-Gelderland gaat het dan om water vasthouden en minder afvoeren. Voor de Veluwe heb je te maken met twee zaken. De Veluwe ligt op een heuvel waarvan het water de neiging heeft om snel af te stromen. Dat moet je proberen meer vast te houden. Daarnaast houden we ons bezig met duurzaam beheer van de grondwatervoorraad onder de Veluwe.” In het Rivierengebied gaat naast zoet water uit de rivieren ook grondwater meedoen in het waterbeheer voor drink-, industrie en beregeningswater. „Het probleem als de rivieren te laag staan is namelijk dat je geen instroom in de rest van het gebied hebt voor bijvoorbeeld de boomgaarden en de fruitteelt. Daar zul je een buffer moeten creëren.”
Leefbaarheid platteland
„Het gaat ons uiteindelijk om de totale leefbaarheid van het Gelderse platteland met perspectief voor de landbouw en de verwerkende sector eromheen en dynamische dorpen en buurtschappen”, schetst Drenth het totale plaatje dat hij voor ogen heeft. „ Er wonen tenslotte maar liefst een miljoen mensen in kernen met minder dan 20.000 inwoners in Gelderland.”

Tekst: Erik Kruisselbrink
Is als freelance vakbladredacteur van vele markten thuis.
Beeld: Ellen Meinen