Het perspectief van Heleen Lansink: twee scenario's
Beste Agrarische sector in Nederland.
De langverwachte perspectiefbrief is dan eindelijk daar. Als de politiek het niet doet, dan moeten we zelf maar aan de bak. En dat wordt de rode lijn van deze brief. Wat wij nodig hebben om voedsel te kunnen blijven produceren binnen de ecologische grenzen.
We hebben als Nederland een unieke situatie waarbij we een landbouwsector hebben die past in de grote bewoonde metropool Nederland. We boeren in de achtertuin van de steden en kunnen op die manier meer wensen vervullen dan alleen voedselproductie.
De nabijheid van groen wordt steeds belangrijker in zo’n vol land als Nederland. Daar liggen kansen en mogelijkheden. Ik ga u twee scenario's schetsen. Een voor de korte termijn en een voor de lange termijn. Uiteindelijk moeten we niet werken aan een landbouwakkoord maar moeten we toewerken naar een voedselakkoord, dat akkoord sluiten we in 2030 zodat we nu nog de tijd hebben om daarnaartoe te werken.
KPI-systeem
Als eerste korte klap gaan we aan het werk met een KPI-systeem. Er is snelheid nodig om zo spoedig mogelijk een grote stap te maken naar een landbouwsysteem waarbij we niet alleen voldoen een veilig, voldoende en betaalbaar voedsel maar waarbij er meer waarde toegekend wordt aan de grote maatschappelijke opgaves. Biodiversiteit, circulariteit, schoon water, schone lucht zijn de extra waardes die we bij voedselproductie nodig zijn.
Via een nu al beschikbaar KPI-systeem kunnen we daar snel grote slagen in maken waardoor we snel weer ‘ruimte’ krijgen en de stoom uit de snelkookpan kan ontsnappen. We zetten de kritische prestatie indicatoren op waarde om zo de maatschappelijke opgaves te kunnen halen. Dat betekent bijvoorbeeld dat het waterschap vast kan nadenken over hoe laag een N bodemoverschot moet zijn om daar waarde aan toe te durven kennen. Of de groene partijen moeten de NH3/ha drempelwaarde gaan bepalen. We zetten de te behalen doelen op waarde.
Dat betekent voor de boer dat het inkomen niet meer alleen uit het eindproduct voedsel bestaat, maar dat we deze waarden los, maar wel integraal, gaan verwaarden om een snelle beweging te veroorzaken. Geld werkt nog steeds als een snelle stimulans in ons kapitalistisch systeem. En er ligt een behoorlijke pot geld klaar om geld als middel tot beweging in te kunnen zetten.
Nutriënten
Dit is het perspectief voor 2030. Voor na 2030 kunnen we vast gaan bedenken hoe een voedselakkoord eruit gaat zien. Dat betekent dat voor elke regio een inschatting kan worden gemaakt hoeveel nutriënten die nodig heeft voor de bevolking, nu en in de toekomst. Hierbij natuurlijk grote aandacht voor de verschuiving van dierlijke naar plantaardige nutriënten.
Als je weet hoeveel nutriënten een gebied nodig heeft kun je ook bepalen hoeveel daarvan uit de regio kunnen komen. En dan moeten we ook zorgen dat deze nutriënten in de regio blijven om circulair te kunnen maken. Samen met een groot deel preventiebudget vanuit de zorg kan een regio aan de slag gaan om de vraag in beeld te brengen zodat de agrariërs in de regio hun aanbod daarop kunnen aanpassen. Als je weet wat er gevraagd wordt kun je ook voor lange termijn investeringen aangaan. We zien in de toekomst dat de toegang tot voedsel wel eens allesbepalend kan zijn hoe vitaal een regio kan blijven.
Heleen Lansink-Marissen
Heleen Lansink-Marissen schrijft maandelijks een column voor de website van Vee & Gewas. Ze heeft samen met haar man Rogier een melkveebedrijf in St. Isidorushoeve, een dorp in de gemeente Haaksbergen (Overijssel). Lansink-Marissen ziet zichzelf als een onafhankelijke verbindende boerin, die graag de dialoog aangaat over uiteenlopende onderwerpen. Dat doet ze onder meer via een vlog, blog en ook lezingen en rondleidingen op haar bedrijf maar meer nog daarbuiten. Ze is ook te volgen op Twitter: @HeleenLansink.
Tekst: Heleen Lansink-Marissen