Column: 2023: het jaar van de pas op de plaats
Ambities genoeg voor 2023. Ik pak er twee uit. Als eerste het landbouwakkoord, dat minister Adema dit voorjaar verwacht te realiseren. Hij tuigt allerlei gesprekstafels op, wat binnen een paar maanden tot een akkoord moet leiden. De klimaattafels deden er bijna twee jaar over, als ik me het goed herinner. Dus het gaat óf met stoom en kokend water, met alle gevolgen voor het draagvlak bij boeren voor zo’n akkoord, óf het duurt veel langer.
NPLG
Dan de tweede ambitie. In juli hebben de provincies hun plannen voor het Nationaal Programma Landelijk Gebied ingeleverd in Den Haag. Daarin geven zij aan hoe zij klimaatdoelen, wateropgave en stikstofdoelen willen realiseren. De plannen kunnen in de tweede helft van 2023 nog worden bijgesteld, onder meer naar aanleiding van het landbouwakkoord. In 2024 moet alles definitief zijn. Ook dit is enorm ambitieus. Dat vind niet alleen ikzelf, maar dat vinden ook de mensen die betrokken zijn bij projecten in het landelijk gebied.
PIP
Neem het Provinciaal Inpassingsplan, afgekort PIP. Zo’n plan wordt opgesteld om de natuur van Natura 2000-gebieden te versterken. Op een PIP heb je als boer of Statenlid invloed door inspraakmogelijkheden. In sommige provincies, waaronder Overijssel, wordt nog hard gewerkt aan dit soort plannen. Daarin staan afspraken over waar extra natuur moet komen en wat de beperkingen voor de bedrijfsvoering zijn. Zo’n proces duurt doorgaans tien jaar, en als het snel gaat zeven jaar. Als het plan uiteindelijk is aangenomen door Provinciale Staten, kan de landelijke overheid of Brussel er nog overheen plassen. Daardoor komen er aanpassingen, die besproken moeten worden, en dat vraagt ook weer tijd. Terwijl provincies daarmee bezig zijn, komen er nu allerlei extra ambities en doelen vanuit het NPLG. Dus met een beetje pech heb je als boer net een beetje helder wat een PIP voor jouw bedrijf betekent en komt de volgende aanpassing er alweer aan.
Vanachter bureau
Het is vanachter een bureau allemaal prima te bedenken. Maar de praktijk is mensenwerk. Mensen overtuigen, meenemen in processen, zaken nog eens overdenken, plannen bijstellen. En ik denk dat er in dit geval extra regelingen moeten komen vanuit Den Haag of provincies, om zo tot een gedragen plan te komen. Ook dat kost tijd. Bovendien piept en kraakt het ambtenarenapparaat nu al vanwege personeelstekort en gebrek aan deskundigheid. 2023 wordt dan eerder het jaar van het schetsen van hoofdlijnen dan het jaar van duidelijkheid.
Haagse ambities
Het mooie is: een landbouwakkoord hoeft er in het voorjaar helemaal niet te liggen. En ook het realiseren van de gebiedsplannen hoeft deze kabinetsperiode geen gestalte te krijgen. Het zijn Haagse ambities, omdat er nu vier partijen in het kabinet zitten die elkaar gevonden hebben en er nu het geld voor denken te hebben. Bij een volgend kabinet is dat onzeker, vandaar het hoge tempo.
En als het een beetje meezit, wordt het ambitieniveau vanaf maart al wat getemperd door de uitslag van de Provinciale Staten-verkiezingen. Naast BoerBurgerBeweging en Ja21 doet er in drie provincies een nieuwe politieke partij mee: Alliantie. Deze partij vertolkt het geluid van Pieter Omtzigt, die volgens de opiniepeilers, als er nu verkiezingen zouden zijn, de grootste partij van Nederland kan worden. Wanneer de coalitie terrein verliest in de provincies en daardoor ook in de Eerste Kamer, kan er al iets in haar ambitieniveau veranderen.
Overijssel
Provincie Overijssel gaf deze week al de eerste waarschuwing af, met de mededeling dat er voor het NPLG veel meer tijd nodig is en vijf miljard euro. Anders beginnen ze er niet aan. Het is een eerste teken dat de wal het schip gaat keren.
Mijn advies voor 2023 is dan ook om af te wachten en rustig te blijven. Met hoge inflatie en stijgende armoede verwacht ik bovendien dat de miljarden die nu gereserveerd lijken voor het landelijk gebied deels gaan verschuiven. Ook dat zal druk zetten op de ambities van dit kabinet.