Adema wil pachtsysteem op de kop zetten
Op het moment is dat kortlopende pacht. Doordat verpachters voor geliberaliseerde pacht niet gebonden zijn aan een maximum prijs, kunnen zij bij die vorm hogere pachtprijzen vragen dan bij langlopende pachtvormen. Maar het leidt tot bodemverarming, omdat de pachter bij een kortlopende pacht geen prikkel heeft om de bodem duurzaam te bewerken. In korte tijd moet die zoveel mogelijk rendement uit de grond halen.
Adema wil met vernieuwde pachtwetgeving komen om dit om te draaien. De pachtprijs bij kortlopende contracten wordt daarbij aan een maximum gebonden, terwijl partijen voor nieuwe langlopende contracten zelf de prijs kunnen bepalen. „Bestaande reguliere pachtafspraken wil ik grotendeels ongemoeid laten“, schrijft de minister in een Kamerbrief. „Maar ik vind het van belang dat er sprake blijft van een agrarische bedrijfsvoering. Hobbymatig gebruik van landbouwgrond is onwenselijk tegen de achtergrond van het streven naar juist een versterking en verduurzaming van de agrarische bedrijfsstructuur.“ Daarom wil hij het criterium van agrarische bedrijfsvoering duidelijker neerzetten in de nieuwe pachtwetgeving. „Dit alles om ervoor te zorgen dat grond beschikbaar blijft voor agrarische bedrijven.“
Ook zal die nieuwe wetgeving regelen dat grond niet zomaar kan worden doorverpacht zonder toestemming van de verpachter.
Pachtnormen
Het maximeren van de pachtprijzen bij kortlopende pacht betekent dat de huidige problemen bij het vaststellen van de pachtprijs meer zullen opspelen. De pachtnormen worden nu per regio bepaald, en gaan daarbij voorbij aan het feit dat sommige te verpachten percelen een andere grondsoort hebben dan in de regio gebruikelijk is. Adema vindt dat dat beter moet, en wil daarom kijken of in de toekomst per regio een norm per bodemsoort kan worden vastgesteld. Dat soort verschillende normen wil hij ook invoeren als er verschil is in productiemogelijkheden, bijvoorbeeld bij landschapsgrond, of bij veenweidegebieden waar de waterstand wordt verhoogd. Het opbrengend vermogen van de grond moet leidend worden bij de nieuwe pachtnormensystematiek.
Ook wil de minister kijken naar mogelijkheden om de schommelingen in pachtnormen te dempen. Hij denkt daarbij bijvoorbeeld aan het invoeren van een meerjarig gemiddelde of aan het vaststellen van een maximaal veranderpercentage.
Teeltpacht
Bij kortlopende pachten wil de minister een uitzondering maken voor teeltpacht. Bij kortdurende teeltpacht wil hij wel vrije prijzen toestaan. Maar hij wil dat maar voor een beperkt aantal teelten toestaan, om te voorkomen dat dit instrument gebruikt gaat worden als een verkapte vorm van kortlopende pacht. Daarom wil hij ook kijken of het mogelijk is om voor te schrijven hoe vaak een boer een deel van zijn land onder teeltpacht mag verpachten. Daarbij wil hij kijken naar de gewassen en de bodemsoort. „Zo zal teeltpacht voor sommige teelten op sommige bodems minder vaak worden toegelaten dan op andere bodems of andere teelten.“
Verduurzaming
De minister wil ook vergemakkelijken dat afspraken over duurzaamheid in pachtcontracten kunnen worden vastgelegd. Daarbij kunnen pachter en verpachter afspraken maken op het gebied van bijvoorbeeld bodemkwaliteit, waterkwaliteit en biodiversiteit. Hij wil kijken hoe hij de huidige pachtwetgeving kan aanpassen om deze duurzaamheidseisen mogelijk te maken. „Maar de contractbepalingen dienen wel binnen de grenzen van het redelijke te blijven“, schrijft hij. „Pacht moet verduurzaming niet in de weg staan.“ Zo moet de deelname aan ANLB van een pachter niet door de verpachter kunnen worden aangegrepen om de pacht op te zeggen, omdat er geen sprake meer zou zijn van agrarisch gebruik.
Overheid gaat voorbeeld geven
De overheid is een grote verpachter, en moet daarom het goede voorbeeld geven, vindt Adema. Daarom zal het Rijksvastgoedbedrijf vanaf dit jaar een duurzaamheidscriterium, op basis van duurzaamheidscertificaten, opnemen bij het uitgeven van gronden in geliberaliseerde pacht. Daardoor worden die gronden eerder vergund aan pachters die over die certificaten beschikken. Daarnaast wil de overheid het uitgeven in eenjarige pacht zoveel mogelijk beperken.
Veldpartijen
De minister wil de nieuwe pachtwetgeving samen met agrarische partijen en andere betrokkenen verder vormgeven, om te zorgen dat die zoveel mogelijk aansluit op de praktijk. Daarbij wil hij het initiatief om tot een gezamenlijk voorstel te komen eerst bij die partijen leggen. „Maar als de veldpartijen er niet uitkomen zal ik op basis van de met u besproken inzet tot een voorstel voor het aanpassen van de pachtwet komen“, schrijft hij. „Dit heeft echter niet mijn voorkeur.“
Hij hoopt om samen met de veldpartijen snel tot een akkoord te komen. Dat akkoord kan dan een aanvulling zijn op het landbouwakkoord.
LTO meldt dat zij, samen met de Federatie Particulier Grondbezit en de BLHB positief staan tegenover het voorstel van Adema. „Dat voorstel is grotendeels in lijn met de contouren voor een herziening van het pachtstelsel dat door bovengenoemde partijen is uitgewerkt“, schrijft de belangenbehartigingsorganisatie in een reactie. „De huidige pachtregelgeving sluit niet meer aan op de wensen en behoeften van pachters en verpachters. Het huidige stelsel stimuleert vooral het aangaan van kortlopende pachtovereenkomsten, waarmee de continuïteit van bedrijven niet geholpen is. Ook ontbreekt een stimulans om te investeren in duurzaamheid. Dat belemmert de ontwikkeling van (economisch) duurzame agrarische bedrijven, en helpt niet bij het invullen van de grote transitieopgaven die er liggen in het landelijk gebied.“
De brancheorganisatie wil daarom graag voor de zomer een uitgewerkt voorstel voor een nieuwe pachtwetgeving presenteren.