Waterschappen heffen in 2023 zo'n 3,5 miljard euro, hoogste bedrag sinds 2009
De waterschappen verwachten dit jaar zo'n 1,9 miljard euro nodig te hebben voor de aanleg en het beheer van waterkeringen, zoals dijken. Voor waterzuivering, vooral van afvalwater, begroten waterschappen 1,6 miljard euro aan heffingen. Het CBS heeft de kosten voor het beheer van wegen en de verontreinigingsheffing (die in rekening wordt gebracht als afvalwater direct in het oppervlaktewater wordt geloosd, red.) niet meegenomen in de berekeningen.
De 3,5 miljard is het hoogste sinds 2009, toen het CBS begon met het in kaart brengen van de waterschapsheffingen.
Hoogte heffing
De hoogte van de heffingen die een huishouden moet betalen, verschilt sterk per regio. Dit heeft te maken met het gebied waarin het waterschap ligt. Een waterschap dat ver onder het zeeniveau ligt, bijvoorbeeld Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (Noord-Holland), moet meer betalen voor watersysteemheffing. In andere waterschappen moet er meer betaald worden voor waterzuivering.
Meerpersoonshuishouden betaalt meeste in Zeeland
Elk huishouden betaalt via de lokale heffingen mee aan het waterschap. Het bedrag is afhankelijk van de WOZ-waarde van de woning en het aantal bewoners. Een gezin uit Zeeland betaalt het meeste. In het Waterschap Scheldestromen moet een meerpersoonshuishouden met een koopwoning, met een WOZ-waarde van 370 duizend euro, 551 euro betalen. In diezelfde situatie betalen inwoners bij het Waterschap van de Dommel (Noord-Brabant) het minst: 288 euro.
Eenpersoonshuishoudens
Ook voor eenpersoonshuishoudens verschillen de heffingstarieven van de waterschappen. Eenpersoonshuishoudens in het Waterschap De Dommel betalen de helft in vergelijking tot de heffingen van een eenpersoonshouden in Wetterskip Fryslân.
Het heffingstarief voor een eenpersoonshuishouden is lager dan voor een meerpersoonshuishouden. Eenpersoonshuishoudens betalen minder dan een meerpersoonshuishouden, zelfs bij een gelijke WOZ-waarde, omdat het zuiveringstarief wordt bepaald op basis van het aantal mensen in een huishoudens. Eenpersoonshuishoudens worden aangeslagen voor één vervuilingseenheid, terwijl meerspersoonshuishoudens worden aangeslagen voor drie vervuilingseenheden. Het maakt daarvoor niet uit hoe groot dat huishouden is.